Beeldschermbeelden : opvoeden in het digitale tijdperk

De auteur schetst een somber beeld van de werking en vooral bijwerking van beeldschermgebruik bij kinderen: onder andere verstoring van het dag-nacht-ritme en eetritme, oogproblemen, houdingsgerelateerde problematiek en een verminderd geheugen. De gevolgen ziet hij in zijn praktijk. Hij stelt dat 'de technologie niet goed of slecht is, en ook niet neutraal', maar gebruikt wel woorden als 'rampzalig' waar het gaat om beeldschermgebruik. Al snel wordt duidelijk dat de auteur zich zeer verbonden voelt met de antroposofische leer van Steiner. Aan de hand van de vier niveaus waarover de mens beschikt (het fysieke niveau, dat van de levensfuncties, ziele- en ik-niveau), laat hij de gevolgen zien van bovenmatig gebruik en vertaalt deze naar werkzame adviezen. Die liggen op het terrein van kunst en vooral van spel. Beperking en tegenwicht – hoe moeilijk het ook is om tegen de stroom in te roeien – zijn de handvatten voor ouders. De basis voor verandering kan gezocht worden in zelfreflectie en moraliteit. In wezen een positief boek, maar aan het eind wint een zekere moedeloosheid het toch van enthousiasme. Een waardevol boek voor (groot)ouders en leerkrachten die zich willen bezinnen op het beeldschermgebruik van kinderen en affiniteit hebben met de antroposofische leer.