Voel je wat ik voel? : de 150 mooiste gedichten over gevoelens voor kinderen
Jan Van Coillie
Jan Van Coillie (Samensteller), Klaas Verplancke (Illustrator)
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Averbode, 2000 |
Woord Jeugd Gedichten :
|
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
Averbode, 2000 |
MAGAZIJN : SCHOOLCOLLECTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : C VANC |
31/12/2001
Deze anthologie bundelt bevat 175 gedichten voor kinderen, verschenen in het laatste decennium van de 20ste eeuw. Zoals in zijn vorige bloemlezingen verdeelde Jan van Coillie de teksten handzaam en vrij traditioneel volgens thematische criteria die telkens met een beeldend citaat en een algemenere omschrijving worden benoemd: "Elke taal bedoelt hetzelfde huis / Uit en thuis". / Of nog: "Ik wens mezelf een sprookje groot / Lezen". Deze beproefde indeling is een praktische leidraad als je bv. op zoek bent naar gedichten rond het thema "school" of "feesten". Met de registers op titel, auteur én trefwoord is de anthologie gebruiksklaar. Sommige keuzes maken de onvermijdelijke problemen en twistpunten die bij een dergelijke structurering optreden zichtbaar. Het zijn de brede categorieën van "Gedachten" enerzijds en "Gevoelens" anderzijds die hierbij voor de sterkste weerhaken in de rimpelloze opdeling zorgen. Want zijn wraakgedachten voor etters van broertjes en liefdesverklaringen aan moeder niet ook erg op gevoelens betrokken? En overstijgt het gevoel van machteloosheid en onrechtvaardigheid over het wegblijven van een zieke jongen van de schoolbanken niet het feit dat de school de plaats van gebeuren is, en het gedicht dus onder de categorie "school" staat ingedeeld? Een thematische verdeelsleutel kan, in de eerste plaats bij de naar inhoudelijke overeenkomsten speurende lezer, eveneens een verminderde aandacht voor vormelijke en / of talige rijkdom in de teksten tot gevolg hebben.
Het blijkt dat Van Coillie bij de samenstelling van De dichter is een tovenaar zijn titel bijzonder treffend heeft gekozen. Zoals hij ook in de inleiding zegt: "Een dichter tovert met woorden. De taal is zijn toverstaf waarmee hij de dingen anders maakt". Maar misschien zijn de dichters van vele opgenomen teksten niet zozeer tovenaars als wel goochelaars. Magie verandert onze waarneming van deze wereld, en daardoor de wereld zelf. De goochelaar huichelt een verandering die er geen is, spiegelt aan de hand van trucjes een papierdunne en vergankelijke werkelijkheid voor. Doordat magie en goochelkunst naast elkaar staan, zijn de gedichten in deze bundel van een erg ongelijke kwaliteit. Hierin is de anthologie representatief voor de productie binnen de kinderpoëzie van de afgelopen 10 jaar. De samensteller werpt hiermee een interessante vraag op: heeft een anthologie een functie in de weerspiegeling van een bepaalde productie? Of staat een bloemlezing voor de persoonlijke keuzes van de samensteller?
Opvallend is de sterkte van de gedichten van Ed Franck, Edward van de Vendel, Eva Gerlach, die rijm laten voor wat het is en in enkele beelden een hele gevoelswereld weten op te roepen. Ze beperken zich in hun woordkeuze ook niet tot basiswoordenschat en begrippen waarvan men vindt dat ze blijkbaar thuishoren in een kinderlijke leefomgeving van snoep en schoolangst, pukkelkop en ruzie tussen de ouders. De Zonnedochter die losbandig wacht op het oproer van de bel (Ed Franck), is heel wat anders dan het meisje dat aan de dokter een beetje griep komt vragen, "een beetje hoest / een beetje rode hond / wat vlekjes of wat pukkeltjes / dat lijkt me wel gezond." (Marianne Busser en Ron Schröder) Het verdriet in een lied van Eva Gerlach, "Mijn moeder was het niet, / die ligt in bed met groot verdriet / ver bij een raam aan zee", is inderdaad groot en diep, en kan met moeite gelezen worden naast de "Ruzie" van Luk Depondt, "Het maakt me zo bang./ Duurt ruzie zo lang. // Mama, papa, / word je / alsjeblief / weer wat lief / voor elkaar? // Echt waar?"
Iets te vaak worden de trucs zichtbaar die al in tientallen gedichten uitgeprobeerd zijn. Een redenering die al te duidelijk indruist tegen de regels van de logica, en zo kinderlijk ongedwongen denken moet ensceneren. "Heel vroeger was ik nog heel klein. / Toen was er veel om bang voor te zijn. // Die dode boom, waar de straat begon, / zag eruit of hij me pakken kon. // Nu durf ik erlangs, want ik ben al groot / en het is maar een boom, al is hij dood" (Willem Wilmink). Ook het naast elkaar plaatsen van heterogene categorieën, eveneens om naïviteit uit te drukken, is een vaak toegepast procédé, zoals bv. in het volgende moedergedicht. "Ik hou van appelmoes / ik hou van pindakaas / (...) ik hou van autootjes / en van mijn plaatjesboek / ik hou van rood en geel / van groen en paars en blauw / maar 't aller-allermeeste / hou ik nog steeds van jou!" (Marianne Busser en Ron Schröder). Net zoals de gedichten vaak beperkt blijven tot het schetsen van één gedachte, zo geven ook Klaas Verplanckes zwartwitillustraties een rudimentaire indruk, die de geestige invallen goed tot hun recht doet komen, maar jammer genoeg soms wat al te willekeurig op de bladzijden geplaatst lijken te zijn. Verplanckes illustraties getuigen in de deze kunstenaar kenmerkende originaliteit van een frisse en eigenzinnige lectuur van de gedichten. Toch is er maar op enkele plaatsen sprake van een dynamische wisselwerking tussen de taal van het woord en de taal van het beeld. Of dat aan de illustraties ligt of aan de soms ontbrekende beeldende kracht van de opgenomen teksten, of een tovenaar aan het werk is geweest of een goochelaar, kan waarschijnlijk alleen bij elk gedicht en bij elke illustratie afzonderlijk worden bepaald.
[Katrien Vloeberghs]
Edda Rekers-Hazelhoff
Honderdvijfenzeventig gedichten, eerder in diverse bundels verschenen tussen 1990 en 2000, zijn in deze uitgave bijeengebracht. De meeste zijn van Nederlandse en Vlaamse auteurs, een enkele is vertaald. Er is een korte inleiding over wat gedichten zijn en kunnen betekenen voor mensen. De gedichten zelf zijn van goede kwaliteit en zeer herkenbaar voor kinderen van verschillende leeftijden. Er is een divers aanbod van vorm, sfeer en humor. De gedichten zijn in dertien onderwerpen ingedeeld zoals gevoelens, school, feesten, lezen, sterke verhalen, woordspel etc. Het boek bevat een register op auteur en op titel en een trefwoordenregister, waardoor het zeer toegankelijk is geworden. Ook heel goed te gebruiken door leerkrachten op de basisschool en bij poëzieprojecten. Geïllustreerd met veel fantasievolle, aardige zwart-wittekeningen in een wat houterige stijl. Gekleurde omslagtekening.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.