Remembrance classics
Eric Coates
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
Anthos, cop. 2005 |
MAGAZIJN : NON-FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : 606.3 LEIT |
31/12/2005
In Eeuwig honger schrijft William Leith zijn eetobessie van zich af. Hij herinnert zich nog exact wanneer hij voor de eerste keer dik werd: toen hij op zijn achtste met zijn familie naar Canada verhuisde. Later ontdekte hij voetbal en rugby en cricket en hij werd opnieuw slanker. Maar vóór zijn 20e was hij de 90 kilo alweer voorbij. En nadien jojode zijn gewicht de hele tijd op en neer. Alle mogelijke diëten probeerde hij, maar telkens werd hij na een tijd een stuk zwaarder: volgens voedingsdeskundige Geoffrey Cannon een normaal verschijnsel omdat je lichaam alsmaar beter wordt in het onttrekken van calorieën uit alles wat je eet als je een dieet volgt. Op zijn 42e ging hij "op de dikste dag van zijn leven" een interview afnemen van Robert Atkins, de controversiële Amerikaanse dieetgoeroe. Hij raakte in de ban van zijn theorie (je mag onbeperkt eiwitten en vet eten, maar je moet koolhydraten zoveel als mogelijk vermijden) en verloor zowaar een flink aantal kilo's. Maar daarmee waren zijn problemen echter niet opgelost en andere verslavingen (drank, cocaïne) staken de kop weer op. Recent ging hij in behandeling bij een therapeute. Sindsdien lijken zijn eetobsessie en zijn andere verslavingen onder controle. Bepalend daarbij was de ontdekking dat hij bang was voor bepaalde emoties (o.a. eenzaamheid en het gevoel aan zijn lot overgelaten te zijn toen hij in zijn jeugd op een kostschool 'gedumpt' werd, omdat zijn ouders voortdurend moesten verhuizen) en dan maar dwangmatig dingen deed (vreetbuien) om die emoties te verbergen achter een pseudo-gevoel van tevredenheid of voldaanheid.
Ondanks het feit dat de auteur vaststelt dat diëten -- ook die waar hij rotsvast in geloofde -- enkel een fenomeen proberen te corrigeren zonder de dieperliggende kwaal te genezen, zijn de verhalen over moderne diëten en hun achtergrond de beste stukken van het boek. Leith zoekt als journalist echte en zelfverklaarde 'experts' (nutritionisten, filosofen, dokters, dieetgoeroes...) op om met hen over voeding en diëten te praten. Het levert een interessante, zij het verknipte en fragmentarische staalkaart op van allerlei maatschappelijke tendensen.
Daarbij valt vooreerst op hoe gezondheid lang niet meer de belangrijkste drijfveer is om met een dieet te beginnen: de uitvinders van diëten mogen dan wel vooral de gezonde effecten naar voren schuiven, maar voor de gebruiker staat het nastreven van een dwingend maatschappelijk schoonheidsideaal centraal. Een schoonheidsideaal dat belichaamd wordt in mediafiguren (filmsterren, fotomodellen). Leigh beschrijft de evolutie daarvan in een mooie vergelijking tussen mannelijke filmsterren uit de jaren '70 van de vorige eeuw en nu: als je aan mannelijke filmsterren uit de jaren '70 dacht, dacht je aan hen met hun kleren aan. Hij kan zich niets herinneren van de buik van Gregory Peck, Robert Mitchum of Clint Eastwood, maar hij kan perfect de buik beschrijven van Brad Pitt of Dennis Quaid. Het 'lichaamsfascisme' dat vroeger alleen vrouwen intimideerde, houdt nu ook mannen in zijn greep. Dit verklaart ook het toenemend succes van diëten bij mannen. Leigh is daar zelf een exponent van: met zijn hoogste gewicht van 107 kg voor 1,85 m balanceert zijn BMI ('Body Mass Index') op de rand van zwaarlijvigheid en roept hij niet het beeld op van een "voortzwoegende Golem" die zich voortbeweegt "volgens het systeem waarmee bij verhuizingen staande klokken worden voortgekanteld" (Carmiggelt). Toch maakt zijn gewicht hem diep ongelukkig: vooral omdat zijn seksleven verschrompelt en zijn "dikke uiterlijk" hem onzeker maakt in de nabijheid van vrouwen.
Het schoonheidsideaal voor mannen is trouwens aan het verschuiven, zo lijkt het. Niet langer de nadrukkelijke spierbundels van bodybuilders zijn in, maar de meer vrouwelijke trekken van een 'metroseksueel' à la David Beckham, die houdt van winkelen, zijn gevoelens openlijk toont, extreem begaan is met zijn uiterlijk (Leith suggereert zelfs dat Beckham een 'schaamhaarkapsel' zou cultiveren), dezelfde parfum als zijn vrouw gebruikt en toch duidelijk heteroseksueel is.
De reden waarom Leith zo opgaat in de dieetfilosofie van Atkins toont mooi de dubbelzinnige houding van mannen t.a.v. diëten aan: enerzijds willen ze het slanke ideaalbeeld bereiken waar vrouwen voor vallen, maar anderzijds zijn ze bang dat het te veel moeite zal kosten. En dan is Atkins de redding: je mag zoveel eten als je wil (bij voorkeur zelfs vetten, kaas en eieren) als je maar van de koolhydraten blijft, want dat zijn de boosdoeners. De warrige uitleg van verschillende soorten calorieën en complotten die door de meelindustrie en de regering gesmeed worden om de nefaste invloed van koolhydraten toch maar verborgen te houden, nemen ze er graag bij. Evenals het feit dat Atkins het slikken van grote hoeveelheden supplementen (vitaminepillen...) aanbeveelt. Want met pillen kan je heel gericht je voedingspatroon sturen. Pillen overigens die je rechtstreeks bij hem kan kopen. Want diëten zijn in de eerste plaats ook 'business, big business'. Het succes van voedingssupplementen hangt trouwens sterk samen met het algemene wantrouwen (vooral in Amerika) tegenover 'gewone voeding': de talrijke schandalen uit de jongste jaren (dollekoeienziekte, vogelpest...) hebben die trend alleen maar versterkt. En ook het even onwrikbaar als ongefundeerd geloof in het menselijke vermogen om maakbare perfectie te creëren, speelt hierbij zeker een rol.
In tegenstelling tot de aandacht die ze toegemeten krijgen, blijken voor de auteur (en waarschijnlijk ook voor talloze anderen) diëten niet de oplossing te zijn om eetstoornissen te genezen. Hoogstens zijn ze een hulpmiddel, dat pas efficiënt wordt eens het probleem ten gronde wordt aangepakt. Hoewel Leith zelf ervaart en beschrijft hoe zijn controle over zijn gewicht sterker wordt naarmate hij meer inzicht in zijn situatie krijgt bij de therapeute, krijgt dit aspect in zijn boek relatief weinig aandacht. Bovendien gaat hij ook niet in op de vraag waarom psychische problemen enkel in de westerse wereld (en de landen die de westerse cultuur hebben overgenomen, zoals bv. Japan) uitmonden in eetstoornissen. Is het misschien omdat voedsel er zo nadrukkelijk overal aanwezig is en in wezen ook goedkoop blijft en dat eten in het algemeen en 'fast food' (met vetten en suikers als sterkhouders) in het bijzonder altijd weer 'instantvoldoening' en bevrediging schenken, zelfs aan wie geen honger heeft? [Jan Vermeiren]
Ir. K.W. Sijtsma MBA
Het verhaal van een man, William, met een eetobsessie. Zijn overgewicht varieert van beperkt tot flink. Hij is journalist en schrijft smeuïg en meeslepend over zijn eetlust en eetpartijen, zijn voedselkeuze en zijn emoties over zijn gewicht en zijn figuur. De ommekeer komt als hij dr. Atkins interviewt in New York. Het Atkinsdieet is gericht op koolhydraatbeperking en ongelimiteerd eten van eiwit en vet. William begint een zoektocht naar de redenen van verslaving aan voedsel. Waarom doet de industrie er zoveel voor om mensen te laten eten? Aan de andere kant is er het slankheidsideaal. Een verhaal voor iedereen die veel met eten bezig is in gedachten en acties. Met ontnuchterende en grappige bevindingen, ervaringen en conclusies.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.