Leerschool van een idealist : memoires
Samantha Power
Samantha Power (Auteur)
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
Olympus, 2008 |
MAGAZIJN : NON-FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : 399.22 POWE |
31/12/2004
Toen Samantha Power oorlogsjournaliste in 1995 was in Bosnië slaagde ze er niet in haar redacteur bij de 'Washington Post' te overtuigen om te berichten over het begin van Mladics verovering van Srebenica. Power voelde dat aan als een falen. Het was voor haar een reden om de geschiedenis van de algemene Amerikaanse reactie op nieuws over genocides te onderzoeken, wat een indrukwekkend boek opleverde. Waar ze op uitkomt is een "consistent beleid van non-interventie" en in dat beleid ontdekt ze een aantal vaste patronen die gelden voor alle genocides van de 20e eeuw, los van de geopolitieke context of de politieke gezindheid van de president. In lange hoofdstukken over de massaslachtingen in Turkije, Cambodja, Irak, ex-Joegoslavië en Rwanda analyseert ze hoe de kennis over de feiten, die er steeds onmiskenbaar is, èn de inzet van geëngageerde Amerikaanse functionarissen genegeerd, verdraaid of weggeredeneerd worden. Steeds opnieuw worden de getuigenissen van vluchtelingen ontkracht; men gelooft niet in het bewuste opzet en de rationale voorbereiding van de daders; politici spreken liever van een burgerconflict, een etnisch conflict of eeuwenoude haat; men vermijdt secuur het woord 'genocide' om morele en legalistische implicaties te ontlopen; een interventie zou nog meer leed veroorzaken voor de achtervolgde groep; de geëngageerde ambtenaren en politici worden versleten voor emotionele mensen die het belangenevenwicht uit het oog verliezen etc. etc. Wat Power te weinig behandelt, is het belang van de geopolitieke context en de visie op internationale politiek.
Power wisselt haar trieststemmende verslag af met een schets van de evolutie van de internationale wetgeving over genocides. Centrale figuur is Raphael Lemkin (1901-1959), een Poolse Jood die in 1941 naar de VS emigreerde en jarenlang ijverde om een internationale genocidewet te laten goedkeuren. Hij is trouwens de man die het woord 'genocide' uitvond (van het Griekse 'geno', ras, en het Latijnse 'cide < caedere', moorden). Zijn opzet om een woord met een sterke morele kracht uit te vinden was geslaagd. Het genocideverdrag werd in 1948 aangenomen door de VN en is sinds januari 1951 van kracht. De Verenigde Staten ratificeerden het echter pas in 1988, met dan nog ernstige voorbehouden. De ratificatie maakte geen verschil uit voor de politieke praktijk. Power brengt hulde aan de Amerikaanse senatoren (o.a. William Proxmire die 19 jaar lang elke werkdag een toespraak over de genocidewet hield in de Senaat -- in totaal 3211 interventies!), ambtenaren en activisten die zich om de wet of concrete genocides bekommerden. In de laatste hoofdstukken schetst ze de eerste activiteiten van het Internationaal Tribunaal voor Oorlogsmisdaden. De anti-Den Haag opstelling van de VS wordt maar summier besproken. Power herhaalt in haar laatste hoofdstuk haar overtuiging dat de VS moeten ingrijpen wanneer genocides dreigen omdat ze nu eenmaal de grootste macht in de wereld is. De leuze "Nooit meer!", die telkens wordt uitgesproken na nog eens een genocide, moet effectief toegepast worden.
De interventie in Kosovo (1999) was het eerste internationale optreden om een potentiële genocide te voorkomen, al was ze natuurlijk ook ingegeven door geopolitieke belangen. Power denkt niet dat hiermee een standaard gesteld is want politiek links heeft veel kritiek op de interventie en blijft afkering van militaire ingrepen, terwijl politiek rechts in de VS na de 9/11-aanslag een heel andere agenda heeft. Power vindt dat de interventie in Kosovo uiteindelijk toch groter kwaad heeft voorkomen, maar ze benadrukt dat we afmoeten van de 'alles-of-niets' politiek die op gang komt nadat een genocide al begonnen is. Ze pleit voor een betere 'early-warning' surveillantie en een snel toepassen van diplomatieke en economische ingrepen die de elites van genocidale regimes treffen. [Chris Bulcaen]
Redactie
Sommige hoofdstuktitels spreken al duidelijke taal: Rassenmoord; Cambodja; Irak; Bosnië; Rwanda; Kosovo. In een bepaald land wordt een minderheidsgroepering met een eigen cultuur, soms met eigen taal en godsdienst, vertrapt, gemolesteerd, zo mogelijk omgebracht door een meerderheid in dat land. Voor deze eigensoortige volksvernietiging is een speciaal woord uitgevonden: genocide (gens = volk; caedere = doden). Raphael Lemkin, een Poolse jood, een rechtsgeleerde en talentalent heeft hard gewerkt om dit nieuwe woord internationaal ingang te doen vinden. Hij heeft hemel en aarde bewogen om deze volkerenmoord internationaal te bestrijden; in 1948 is het genocideverdrag door de VN aangenomen, maar dit verdrag is door VS pas in de jaren tachtig geratificeerd. Lemkin (1900-1959) kan beschouwd worden als de grondlegger van de Internationale Tribunalen en van het Internationale Strafhof. De schrijfster toont in dit boek aan, dat de VS in veel gevallen (zoals de moord op de Armeniërs in 1915/16) op de hoogte waren van de genocide, maar niet ingrepen omdat er geen Amerikaanse belangen werden geschaad. Onverschilligheid en gebrek aan voorstellingsvermogen speelden aan Amerikaanse kant daarbij een rol. Dit indrukwekkende boek bevat daarover talrijke verhalen. Met noten en register.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.