Een aantal Italiaanse gezinnen emigreert naar Zuid-Afrika, waar ze een zijderupskwekerij willen beginnen. Ze komen terecht in het Knysnabos, waar een vader met zijn knappe dochter woont. Hij ziet de ellende van de mensen, die om de tuin zijn geleid, en doet als goed christen alles wat hij kan om hen te helpen. Zijn knappe dochter Mirjam bezorgt hem ook zijn eigen zorgen. Heel zijn leven is erop gericht geweest haar tegen de boze buitenwereld te beschermen, maar nu gaat ze haar eigen weg.