In het Ierland van de 7e eeuw onderzoekt zuster Fidelma de moord op twee inwoners van een dorpje in een afgelegen dal omdat ze niet gelooft dat de beschuldigde dove en blinde man de dader is.
De Ierse rechtsgeleerde Zuster Fidelma en haar partner krijgen eind 667 te horen dat hun zoontje is verdwenen en ontdekken dat een melaatse hier wellicht meer van weet.
In het Ierland van de 7e eeuw moet Sister Fidelma, non en vooraanstaand lid van de rechterlijke macht, proberen de achtergronden van een dubbele aanslag te vinden.
Na de moord op de nieuwe aartsbisschop van Canterbury in Rome krijgt de Ierse zuster Fidelma opdracht onafhankelijk bewijsmateriaal te verzamelen opdat een dreigende oorlog tussen Ierland en de Angelsaksen afgewend kan worden.
Een Ierse non en een Saksische broeder stranden onderweg naar Canterbury in een koninkrijkje in Wales, waar ze met een mysterie rond enkele verdwenen broeders uit een nabijgelegen klooster te maken krijgen.
Wanneer in het 7e eeuwse Engeland een deelnemer aan een synode wordt vermoord, krijgen twee religieuzen uit een verschillend 'kamp' opdracht de moordenaar op te sporen.