Het geheim van De Schrijfwijzen
Vrijdagavond 6 oktober vormden heel wat bibliotheken in Vlaanderen het decor voor een heftige taalstrijd. Ook in ARhus De Munt namen tal van taalminnaars het tegen elkaar op tijdens een nieuwe editie van De Schrijfwijzen. Het werd geen klassiek dictee vol tongbrekers of hersenkrakers, maar een laagdrempelig taalspel voor iedereen die van het Nederlands houdt.
Na afloop van de drie rondes – een traditioneel dictee, een meerkeuzeronde en een spellingbee – kwam Caroline Bossu als winnaar uit de bus. Zij bemachtigde zo het gouden ticket om deel te mogen nemen aan de grote finale op zaterdag 21 oktober. Dan strijden de winnaars uit alle deelnemende bibliotheken in de iconische Marconi-studio van de VRT voor dé ultieme overwinning.
Deelnemers jonger dan 18 maakten bovendien kans op een extra prijs. In deze categorie kwam Aurélie Samyn als eerste uit de bus.
Over De Schrijfwijzen
De Schrijfwijzen is een initiatief van Creatief Schrijven vzw en VRT, in samenwerking met de Vlaamse bibliotheken en Team Taaladvies, en vloeit voort uit het Groot Dictee der Nederlandse Taal. Toen dat vanaf 2016 niet langer op televisie uitgezonden werd, ontwikkelde de bibliotheek van Mechelen samen met taaldeskundige Ludo Permentier een waardige opvolger: Het Groot Dictee Heruitgevonden. Ze boden het concept in 2018 voor het eerst aan andere bibs aan en zo werd het spel met succes gespeeld in 50 bibliotheken.
In 2019 nam Creatief Schrijven vzw, het Vlaamse steunpunt voor schrijfliefhebbers, de coördinatie over. De tekst voor het dictee wordt steeds geschreven door jong talent dat via een jaarlijkse schrijfwedstrijd gevonden wordt. De tekst werd dit jaar geschreven door Hanneke Middelburg.
Het dictee
Het geheim - door Hanneke Middelburg
Sommige dingen zijn moeilijk om te incasseren en die wil je niet van een ander horen. Zeker niet van een geëxalteerde schoonzus die professioneel tatoeëert en bikinilijnen harst, omdat ze uitermate van de pijn van een ander geniet. Meestal hou ik me dus afzijdig als Kim langskomt.
Deze vrijdagmiddag kan ik er niet onderuit. Marije is naar yoga en ik verwacht een pakketje. Als de bel gaat, doe ik snel open want ik verbeid een koerier met een vuistdik etymologisch woordenboek.
Kim staat echter voor me met een gemaquilleerd gezicht, verlengde wimpers en vermiljoenrode lippenstift. Haar zelfgenoegzame, laatdunkende blik ontgaat me niet, evenals haar gemaniëreerde handbeweging. Ze spreekt op delfische toon: ‘Ik heb een nieuwtje voor je.’
Nog voor ik iets kan zeggen, zet Kim een voet over de drempel. De gang is smal en automatisch draai ik me zijwaarts, zodat haar lijf het mijne niet raakt. Als ze me ternauwernood passeert, ruik ik haar overvloedig gespoten patchoeliolie. Ik loop achter haar aan naar de woonkamer.
Ze gaat zitten in de recent opnieuw beklede fauteuil. Het leer kraakt als ze amechtig neerzijgt in de stoel dicht bij de open haard. Ze kijkt me aan met een zegepralend gezicht. Wat heeft ze te vertellen? Over welke jandoedel gaat het ditmaal? Haar roddels zijn wijd en zijd bekend, al is ze zelf de grootste ontkenner van haar apekool. Ik hef mijn kin op in de hoop dat ze van wal steekt. Hoe sneller ze haar bom dropt, des te sneller kan ze ervandoor gaan.
Kim kijkt rustig om zich heen, alsof ze ons interieur bewondert. Ze wrijft met beide handen over de crèmekleurige armleuningen, knikt en tuit haar lippen. Mijn handen staan in mijn zij en ik voel dat mijn kaken zich aanspannen. ‘Ik kan het niet langer voor me houden’, begint ze. Haar stem klinkt gedecideerd. Ze gaat kaarsrecht zitten, beweegt haar schouders naar achteren en kantelt haar hoofd een stukje. Vanonder haar wimpers zie ik nog net haar kastanjebruine ogen.
Ik zou het uit willen schreeuwen: ‘Zeg cito presto wat je te zeggen hebt en donder dan op!’ Maar nee, ik weet dat dit olie op het vuur is en dat Kim grenzeloos geniet van mijn steeds roder wordende hoofd. ‘Vertel maar’, zeg ik laconiek. Mijn stem klinkt rustiger dan ik me voel. Ze schudt dramatisch haar hoofd. ‘Ik kán het niet. Het is niet eerlijk tegenover Marije.’
Weer zucht ze, ditmaal dieper dan een boom ooit kan wortelen. Dan heft ze haar hoofd pijlsnel op. ‘Je hebt het recht om het te weten. Marije is zwanger.’ Ik kan me niet langer inhouden. ‘Jij leugenachtig secreet!’, roep ik. ‘Je spoort niet. Denk je dat Marije zoiets voor me geheim zou houden?’
‘Wat hou ik geheim?’ Ik heb Marije niet binnen horen komen. Ze staat in haar yoga-outfit. Het opgerolde blauwe matje valt onder haar arm vandaan. ‘Ben je zwanger?’ vraag ik direct. ‘Arnold, nee, natuurlijk niet. Hoe kom je daar nu bij?’
Marije kijkt Kim vief aan. ‘Ik ga maar eens’, reageert Kim gelaten en ze staat als de bliksem op. ‘Ik moet nog harsen.’ Marije vuurt haar wijsvinger bijna af. ‘Ik dacht het niet. Eerst zo’n flagrante leugen, zulk precair nepnieuws verspreiden en er dan vandoor gaan? Dacht het niet. Zitten jij!’
Kim blijft stokstijf stilstaan. ‘Ik moet echt gaan. Het was een geintje. Een dom geintje. Niets meer dan dat.’ Ze lacht schamper.
‘Dat jij geen man of vrouw hebt, betekent niet dat je onze relatie kapot moet maken. Weet je wat? Ga fijn harsen.’ Marije klinkt onverwacht kalm. Ze doet een stap opzij en ook ik ga aan de kant.
Kim rent de kamer uit. Als de deur dichtklikt, trek ik Marije stevig tegen me aan en wrijf over haar buik. ‘Zo, jij kunt echt goed toneelspelen.’
‘Anders jij wel’, lacht Marije. ‘Wanneer zullen we het nieuws vertellen?’