Pinokkio
Carlo Collodi
Carlo Collodi (Auteur), Hans Andreus (Vertaler), Carlo Chiostri (Illustrator)
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Rainbow, 2017 |
VERDIEPING 3 : DUIZENDZINNEN : SPROOKJES EN MYTHEN : SPROOKJES : COLL |
Veerle Vanden Bosch
us/ug/30 a
Quizvraag: wat heeft Pinokkio gemeen met Sherlock Holmes? Allebei werden ze door hun scheppers het hoekje om geholpen en onder druk van teleurgestelde lezers weer tot leven gewekt. De Florentijnse journalist Carlo Collodi - pseudoniem van Carlo Lorenzini (1826-1890) - schreef de avonturen over de marionet met de lange neus als feuilleton voor het kindertijdschrift Giornale per i bambini en bundelde ze in 1883.
De houten held was meteen populair, maar Collodi zelf deelde dat enthousiasme niet echt. Zijn belangrijkste drijfveer om De avonturen van Pinokkio te schrijven was geld - hij was een verwoed gokker en zat daardoor al eens om centen verlegen. Na acht afleveringen was hij uitgekeken op de onverbeterlijke deugniet die zichzelf altijd weer in nesten werkt. Hij besloot een einde te maken aan Pinokkio's korte bestaan met een strop aan een tak van de Grote Eik en de woorden: 'Hij sloot zijn ogen, opende zijn mond, strekte zijn benen, schudde nog een keer met zijn hele lijf en bleef toen stokstijf hangen.' Met daaronder in grote letters: 'FINE'.
Ontgoochelde lezersbrieven stroomden toe. Collodi ging overstag en schortte Pinokkio's sterfdatum op, om een eind verder nog eens enkele maanden stil te vallen. Je kunt die breuklijnen ook voelen in het verhaal: in de eerste afleveringen hamert Collodi heel sterk op het belang van schoolgaan en plichtsbesef, terwijl in het vervolg Pinokkio's verlangen om een echte jongen van vlees en bloed te worden overheerst. Ondanks die hobbelige ontstaansgeschiedenis groeiden De avonturen van Pinokkio uit tot een evergreen.
Groeipijnen
Dat Collodi journalist, schrijver en auteur van schoolboeken zou worden, stond niet in de sterren geschreven: hij was de oudste van tien en van bescheiden komaf. Hij studeerde op kosten van de werkgever van zijn ouders, een Florentijnse markies die zag dat de jongen talent had. Carlo zou priester worden, maar ontdekte al snel dat hij daar de man niet naar was. Op zijn 17de kreeg hij een baan bij de Florentijnse boekhandel Piatti, waar hij het Risorgimento leerde kennen, de beweging die ijverde voor de eenmaking van Italië, toen nog een bonte lappendeken van staten en staatjes waarvan sommige onder Oostenrijks bewind stonden. Collodi ontdekte het schrijverschap, vocht in 1848 mee in de onafhankelijkheidsstrijd tegen de Oostenrijkers en richtte tweemaal een politiek-satirisch tijdschrift op. Hij was geen makkelijk man, maar hij had wél een gevoel voor humor. Dat blijkt onder meer uit de passage waar Pinokkio en zijn klasgenoten slaags raken en de schoolboeken - door Collodi zelf geschreven - in zee worden geflikkerd, waar ze door de vissen worden uitgespuugd. En uit de pen van een man die beweerde dat luiheid altijd zijn hospita was geweest, klinkt het sermoen van de Fee - 'Ledigheid is des duivels oorkussen, je moet je er van jongs af aan tegen verzetten' op zijn zachtst een beetje ironisch.
Collodi mengt ook een flinke schep satire door zijn boek: de rechter is een bejaarde gorilla die Pinokkio veroordeelt omdat hij zich door Vos en Kat heeft laten bedotten en dokters zijn oeverloos ouwehoerende kwakzalvers. Volgens literatuurhistorici heeft Pinokkio daarnaast een politieke dimensie: zijn groeipijnen staan voor die van het prille eengemaakte Italië. Collodi schreef een feuilleton voor kinderen én een pleidooi voor ijver en goed burgerschap. De moraal ligt er dik bovenop - de Sprekende Krekel die Pinokkio op het goede pad wil brengen, is naar onze 21ste-eeuwse smaak een vervelende klier. Je steekt haast je duim op als Pinokkio met een hamer naar hem gooit en het beest er het hachje bij inschiet.
Verleiding
Hoe valt het wereldwijde succes van de hardleerse houten held dan te verklaren? De Disneyversie zit er ongetwijfeld voor iets tussen, al is Disneys Pinokkio wel erg braafjes in vergelijking met het origineel. De grootste aantrekkingskracht van het boek schuilt wellicht in het feit dat Pinokkio ondanks al zijn goede bedoelingen altijd weer bezwijkt voor de verleiding. Dat maakt hem herkenbaar en sympathiek, hij heeft meteen de lezer op zijn hand. En hoe moralistisch ook, onder die laag zit een warm pleidooi voor vrijheid en fantasie. Pinokkio's anarchie en zijn avonturen maken dit boek nog steeds genietbaar.
Collodi schreef zijn verhaal in een rijke en gevarieerde taal, doorspekt met Florentijnse woorden, zegt vertaalster Pietha de Voogd in haar nawoord. Ze zette dat om in een zwierig Nederlands met veel vaart, zonder in haar taalgebruik een knieval te doen voor haar jonge lezers. Dankzij deze integrale vertaling is Pinokkio uitstekend gewapend om zijn 140ste verjaardag nog lang te overleven. Ook de al even zwierige, cartooneske illustraties van Sjaak Rood blazen het stof weg en geven Pinokkio een frisse look. Een prachtige manier om een klassieker een nieuw leven te geven.
Vertaald door Pietha de Voogd, Novecento, 174 blz., 25,50 €. Oorspronkelijke titel: 'Le avventure di Pinocchio'.
Arjan Peters
us/ug/31 a
Kinderen kunnen veel hebben. Dat is althans te hopen, want bij het avonturenverhaal over Pinokkio, de marionet die eerst zijn luiheid en hang naar foute vriendjes dient te overwinnen voordat hij mens mag worden, zal menig jeugdig lezer regelmatig moeten huiveren. En zelfs de volwassene die zich de nieuwe, integrale vertaling door Pietha de Voogd van Carlo Collodi's onderhoudende boek uit 1883 (levendig geïllustreerd door Sjaak Rood) niet wil laten ontgaan, zal verrast vaststellen hoe druk er in dit verhaal gestorven wordt.
Pinokkio gooit met een hamer naar een sprekende krekel: dood. Achtervolgd door moordenaars komt hij bij een sneeuwwit huisje, waar een lieflijk meisje met blauw haar aan het raam verschijnt, dat hem meedeelt, zonder haar lippen te bewegen, dat iedereen in dit huis dood is - ook zijzelf. Pinokkio wordt opgehangen aan een tak en denkt (met ons) dat het gedaan is. Zijn vader, de houtsnijder Geppetto, zit een in zelf gefabriceerd bootje, dat niet is opgewassen tegen een vloedgolf: die wordt verzwolgen. En daarna kijkt Pinokkio nog minstens twee keer de dood in de ogen.
Over de schrijver Collodi (1826-1890), een Florentijnse vrijgezel die leefde voor zijn werk, weet de vertaler te melden dat hij vaak ruziemaakte. In zijn boek wordt ook heel wat af geknokt, en niet alleen verbaal. Vermoedelijk heeft hij wel gelachen, of in elk geval gegromd, toen hij de scène schreef waarin de Fee aan een aantal dierenartsen vraagt of de roerloze marionet nou dood of levend is. De Raaf: 'Het komt mij voor dat de marionet zo dood is als een pier, maar mocht hij onverhoopt niet dood zijn, dan is dat ontegenzeggelijk een teken dat hij nog leeft.' Even later horen ze Pinokkio huilen. De Raaf weet: 'Als de overledene huilt, is dat een teken dat hij aan de beterende hand is.'
Om tegemoet te komen aan de spreektaal en het dialect dat Collodi veelvuldig gebruikte, deinst Pietha de Voogd niet terug voor hupse termen (jottem, opzouten, puike deal, rotbeest) die de vaart erin houden en niet gemaakt modern aandoen. Er is dus genoeg te beleven aan dit verhaal over een marionet die wel wéét dat hij zijn spijbelzucht, speeldrift en lieglust moet beteugelen als hij ooit een gerespecteerd lid van de samenleving wil worden, maar dat moment telkens uitstelt als zich weer een nieuwe verlokking aandient. Smullen voor kinderen. De oudere lezers zullen bij het hoofdstuk over 'Lolland' (waar de herfstvakantie duurt van 1 januari tot en met 31 december) denken aan hun onbereikbaar geworden jeugd, die zich ooit eindeloos leek uit te strekken en waarin veel zich net zo spannend, grappig en gruwelijk voordeed als in dit verhaal.
Aan het slot is Pinokkio geen marionet meer, maar eindelijk een oppassende jongen. Geïncarneerd kan hij aan het nieuwe leven beginnen; zonder vier pikzwarte konijnen die met een doodskist op hun schouders zomaar komen binnenstappen, om hem te halen. Nu wordt hij langzaam gewurgd door braafheid, als hij niet uitkijkt. En geen Fee die nog iets voor hem kan doen.
****
Uit het Italiaans vertaald door Pietha de Voogd, met illustraties van Sjaak Rood. Novecento; 175 pagina's; € 25,50.
Redactie
De geschiedenis van de luie lichtzinnige en goedgelovige harlekijn die een fatsoenlijke jongen wordt, werd tussen 1881 en 1883 in Italië als vervolgverhaal gepubliceerd. Het houdt het midden tussen sprookje en werkelijkheid, fabel en satire en zal, doordat niets menselijks Pinokkio vreemd is, zowel kinderen als volwassenen aanspreken. De onweerstaanbare vertaling van Hans Andreus voegt heel duidelijk veel toe aan het verhaal dat in deze vorm mét de artistiek meest geslaagde illustraties (houtsneden) van Chiostro uit 1904 Pinokkio een extra dimensie van onsterfelijkheid verleent. In deze Rainbow-uitgave wordt het verhaal van Pinokkio, de marionet die Geppetto uit een stuk hout snijdt, in tien hoofdstukken vertelt. De pop beweegt, praat en denkt uit zichzelf en blijkt erg ondernemend. Hij wil graag leren, maar laat zich voortdurend afleiden en doet dan stoute of domme dingen waar hij oprecht spijt van krijgt. Als hij laat merken oprecht begaan te zijn met zijn medemensen, wordt hij een echte jongen, zijn grootste wens.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.