A different drummer
William M. Kelley
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Uitgeverij Atlas Contact, 2018 |
VERDIEPING 3 : DUIZENDZINNEN : ROMANS : KELL |
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Uitgeverij Atlas Contact, 2018 |
VOLWASSENEN : ROMANS : KELL |
Alexandra De Vos
ua/an/04 j
Kan een zwarte man uit de Bronx in het spoor van William Faulkner en Carson McCullers treden en een Southern Gothic-roman schrijven? Kan hij een zwoel, donker sprookje schrijven met de perzikengeur van Mississippi, of het stof van Georgia, al zette hij geen voet in een zuidelijke staat? William M. Kelley kon dat, en hij bewees het met zijn roman Uit de maat (1962). Hij was pas 24 toen hij dit debuut losliet op de wereld - even jong als McCullers was toen zij hetzelfde deed met The heart is a lonely hunter. Waarom werd Kelley (1937-2017) vergeten, terwijl McCullers uitgroeide tot een icoon? Dat lag aan het feit dat hij zwart was en aan de woelige tijden waarin hij publiceerde.
De vroege jaren 60 hadden nog heel wat te stellen met de rassenscheiding in het zuiden, ondanks moedige mensen als Rosa Parks - die weigerde haar plaats op de bus af te staan aan een blanke - en zwarte leerlingen die toegang eisten tot 'blanke' scholen. Kelley tackelde het onderwerp in een uitdagende vertelling. Als supporter van Malcolm X woonde hij in 1965 als journalist het proces van Malcolms moordenaar bij en toen vond hij het welletjes met de rassenkwestie. Tegen zijn vrouw zei hij: 'Ik ben ook een zwarte man met een baard - we moeten hier weg'. Het gezin Kelley leefde in 'artistieke' armoede in Parijs en Jamaica, terwijl in Amerika Martin Luther King en Robert Kennedy vermoord werden. Uit de maat bleek ondertussen te radicaal.
Ontembare slaaf
De roman leest nochtans als klassieke Southern Gothic, met Faulkneriaanse elementen: er is een niet nader genoemde staat die veel weg heeft van Mississippi, een legendarische figuur uit het verleden, onwaarschijnlijke gebeurtenissen, de strijd tussen menselijkheid en het kwaad. En de hoofdrol is voor een buitenstaander: de zwarte boer Tucker Caliban. Tucker is klein van gestalte, maar ongemeen koppig en opmerkzaam. Inwoners van het stadje Sutton houden het op 'iets afwijkends in het bloed' - want Tucker is het achterachterkleinkind van een beruchte, ontembare slaaf. Hoe het ook zij, op een dag schiet de zwijgzame Tucker zijn dieren af, hakt hij zijn bomen om, steekt zijn boerderij in brand en strooit zout op zijn akkers. 'Hij is veel te klein om zoiets verschrikkelijks te doen, en hij doet het als een jongen die een modelvliegtuigje bouwt of met een schoffel naast zijn vader aan het werk is'. Daarna vertrekt hij met zijn gezin en overblijvende have, zonder om te kijken.
Deze schokkende gebeurtenissen zetten een zwarte exodus in gang. Drommen negers (want zo heten ze hier) in hun beste kleren, met koffers en kinderen onder de arm, wachten bij de bushalte, klaar om hun oude bestaan van zich af te schudden. Zwijgend, zonder de blanke achterblijvers een verklaring te geven, 'alsof ze in onzichtbare doodskisten zaten, alsof ze elkaar of de wereld om hen heen helemaal niets meer te zeggen hadden.' De eerwaarde Bennett Everett, leider van de opstandige Zwarte Jezuïeten, komt er vanuit New York naar kijken en vergelijkt het met een scène uit de Bijbel, of de Ilias.
Goudmijn
Als hij de laatste 'nikker' is die nog door het stadje zwerft, zal hij oog in oog staan met de rednecks die er niets van begrijpen, van deze nieuwe 'negerloze wereld': 'Het was net zoiets als proberen je het Niets voor te stellen, iets wat ze nooit hadden overwogen.' En dit is Southern Gothic, dus een echt happy end zit er niet in. We mogen een blik werpen op de erfzonde van het Zuiden en op de kille, wezenloze wreedheid die daar woekert als gifkruid. 'Het geweld is al met ons, deel van ons'.
Uit de maat bekijkt de gebeurtenissen door de ogen van de blanke achterblijvers. Dat een zwarte schrijver zich zomaar dat perspectief toe-eigende werd blijkbaar niet gesmaakt - toch niet in 1962, want tegenwoordig beleeft Kelley een nieuwe hausse. Dat is terecht: je kan niet naast het talent van de jonge schrijver kijken. De stijl is trefzeker, ergens tussen eenvoud en zwier, het verhaal is àf, de personages overtuigend en getekend met veel empathie.
Het enige minpunt aan deze uitgave is de vertaling, die soms de elegantie van het origineel mist. Maar verder moet je Kelley bijtreden, zoals hij het getob over geld van zijn vrouw beantwoordde met: 'Geen zorgen, we zitten op een goudmijn'. Hij doelde op zijn debuut, hij wist wat hij in handen had. De rest van de wereld besefte het iets te laat.
Vertaald door Arthur Wevers, Atlas Contact, 272 blz., 22,99 €. Oorspronkelijke titel: 'A different drummer'.
E. Mutter
Debuutroman uit 1962 van de Amerikaanse auteur William Kelley (1937-2017). Het is echter geen gewone roman. Het debuut is een uitstekend geschreven allegorie die van het begin tot het eind boeit. Het verhaal speelt zich af in een dorpje in de ‘cottonbelt’ van Amerika. Tucker Caliban neemt een dramatisch besluit als hij met achterlating en vernietiging van zijn bezit met zijn gezin zijn woonplaats en zelfs de staat verlaat. In navolging van Tuckers besluit volgt een totale exodus van de zwarte bevolking. De blanke bevolking blijft in stomme verbazing achter. Wat heeft de zwarte bevolking ertoe gebracht zo massaal de stad en de staat te verlaten? Kelley laat in zijn allegorie steeds een andere blanke achterblijver terugblikken op deze exodus. Door steeds een ander personage aan het woord te laten, krijgt de lezer een goed beeld van de maatschappelijke verhoudingen in deze gemeenschap en voor de racistische houding van de inwoners van Sutton. Kelley weet de onzekerheid en de opkomende angst van de blanken goed te verwoorden. Een boeiend en goed vertaald boek. Door de 'Sunday Times' bestempeld als de nieuwe 'Stoner'.
Gerwin Van Der Werf
em/ec/29 d
De Afro-Amerikaanse schrijver William Melvin Kelley laat in zijn in 1962 verschenen en nu pas vertaalde debuutroman 'Uit de Maat' de complete zwarte bevolking vertrekken uit een fictieve zuidelijke staat. De witte mannen staan erbij en kijken ernaar. Wat nu? Maar niet hetgeen volgt op de uittocht is het onderwerp van de roman, maar hoe het zover is gekomen. 'Uit de Maat' is een gloedvol, dichterlijk, droevig en ook nu nog urgent boek dat iedereen zou moeten lezen.
De directe oorzaak van de exodus van Afro-Amerikanen is het handelen van één man: Tucker Caliban, een zwarte pachter die zijn land met zout bestrooit, z'n huis in brand steekt en zonder er verder een woord aan vuil te maken met zijn jonge gezin naar het noorden vertrekt. Het is geen activist, deze Tucker, hij moet niets hebben van de demonstranten met hun bordjes en leuzen. Hij doet simpelweg wat hij moet doen, en juist die raadselachtige daadkracht maakt zijn actie zo onweerstaanbaar en betekenisvol. De maat is vol, zo blijkt ineens, voor het zwarte deel van de bevolking in de staat.
De situatie is op zich al een briljante parabel, maar de meesterzet van Kelley is het vertelperspectief. Hij kiest ervoor uitsluitend blanken aan het woord te laten. De gebeurtenissen rond Tucker worden beschouwd door verschillende figuren, jong, oud, man, vrouw, rijk, arm, maar ze zijn allen wit. Alsof de schrijver wil zeggen: dit is jullie probleem, beste boze witte mensen. Want mensenlief, wat zijn ze in de war, wat zijn ze bezig met dit vraagstuk, en wat zijn ze ten slotte ook woedend.
Toch is Kelley niet uit op een lange, allegorische vorm van pamflettisme. Hij is begaan met het lot van zijn witte vertellers, van hen die deugen in ieder geval: de achtjarige Harold, die met Tucker bevriend was, en Willsons - nazaten van de rijkste grondeigenaren van de staat - vader, moeder, zoon en dochter. Kelley laat ze zien in hun machteloosheid. Zo wordt het niet alleen het verhaal van Tucker en de haast bijbelse uittocht die hij in gang zet, maar ook het verhaal van deze (witte) mensen, gevangen in hun vooroordelen en in hun wanhopige streven toenadering te zoeken. Het menselijke en het mythische, Kelley weet het op schitterende wijze te verbinden.
In de openingsscène zien we de 'mannen van de veranda', een gezelschap white trash dat dagelijks rondhangt bij de ingang van een dorpswinkel, ze blikken terug op een oude dorpslegende. Er wordt verhaald van een reusachtige slaaf, met ontzag 'de Afrikaan' genoemd, die bij zijn aankomst in Amerika uit het slavenschip ontsnapte. "De Afrikaan rende de heuvel af, ook al sjouwde hij waarschijnlijk meer dan honderd kilo aan ketenen met zich mee, en hij zwaaide ermee in het rond, brak zeven of acht armen en een been en baande zich zo een pad." Zijn eigenaar gaat verbeten op jacht: "Hij zal voor me werken. Ik zal hem breken, ik moet hem breken." Maar breken doet hij hem niet. Wel doodt hij de Afrikaan en ontfutselt hem zijn kind.
Deze 'eigenaar' is een machtige voorouder van David Willson, een van de vertellers. Het kind van de Afrikaan zal nazaten krijgen, van wie Caliban Tucker er één is. Zo verknoopt Kelley handig heden en verleden in een surrealistische scène die op zichzelf ook weer een parabel is: de Afrikaan staat voor de kracht en vrijheidsdrift van de zwarte bevolking, de blanken menen abusievelijk dat de Afrikanen hun eigendom zijn en creëren zo een groot probleem.
Het moet vermeld dat in het origineel uit 1962 talloos vaak de woorden negro en nigger staan, waarbij 'negro' de in die tijd gebruikelijke benaming is van de Afro-Amerikanen en 'nigger' een scheldwoord. In de vertaling worden 'neger' en 'nikker' gehandhaafd (en in een disclaimer uitgelegd). Zelf vond ik het gebruik van die woorden schokkend maar ook passend, omdat het de haast achteloze vanzelfsprekendheid van het racisme blootlegt.
De gebeurtenissen rond Tucker Caliban en het vertrek van de zwarte bevolking krijgen diepgang in de prachtig geschreven hoofdstukken waarin de eenzame David Willson en zijn even eenzame vrouw aan het woord komen. We komen steeds meer over Tucker te weten, maar ook over de goedwillende doch vrij machteloze blanke upper class in het Zuiden. Aan het einde van het boek keren we terug naar de 'mannen van de veranda'. Voor hen hoort Willson bij een elite die door hen net zo gehaat wordt als de zwarte bevolking, maar die ze niets aandoen, omdat ze dan problemen krijgen. Die problemen krijgen ze natuurlijk toch wel, want wie moet nu het werk van de zwarten doen?
In het grimmige slot koelen de mannen van de veranda hun wezenloze woede dan maar op een zwarte dominee. De kille blik waarmee ze hem bezien is voelbaar: "Het was een blik die erop wees dat de schakelaar van het mechanisme dat een mens tot een menselijk wezen maakt al was omgezet; de blik zei: we gaan vechten. We hebben geen tijd om te praten en daar is ook geen enkele reden voor: het geweld is al met ons, deel van ons."
'Uit de Maat' is een unieke allegorie over de zwarte beweging in de VS in de jaren zestig, maar ook over racisme, elitehaat en de 'kille blik' in onze tijd.
woke
William Melvin Kelley (1937-2017) introduceerde in 1962 het begrip 'woke' in een artikel in de New York Times met de zin 'If you're woke, you dig it'. 'Woke' werd de benaming voor bewustwording van rassenongelijkheid. In 2013 werd het woord opnieuw opgepikt door de internationale activistische groep Black Lives Matter. Kort na het spraakmakende artikel verscheen Kelley's bekendste boek, zijn debuutroman 'A Different Drummer' ('Uit de maat'), waarmee hij zijn naam vestigde. Zijn talent werd vergeleken met James Baldwin en William Faulkner. Zijn werk werd nadien steeds experimenteler.
Vert. Arthur Wevers Atlas Contact; 240 blz. € 22,90.
oordeel
Prachtig geschreven parabel verbindt het menselijke en het mythische.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.