Het beste wat we hebben
Griet Op de Beeck
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Prometheus, 2019 |
VERDIEPING 3 : DUIZENDZINNEN : ROMANS : Kast 10-13 OPDE |
Uitgeleend
|
Prometheus, 2019 |
VERDIEPING 3 : DUIZENDZINNEN : ROMANS : Kast 10-13 OPDE |
2 items niet beschikbaar |
Prometheus, 2019 |
VERDIEPING 3 : DUIZENDZINNEN : ROMANS : Kast 10-13 OPDE |
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Prometheus, 2019 |
VOLWASSENEN : ROMANS : OPDE |
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Prometheus, 2019 |
VOLWASSENEN : ROMANS : OPDE |
2 exemplaren
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
Prometheus, 2019 |
MAGAZIJN : FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : MAG F 9498 |
Magazijn |
Prometheus, 2019 |
MAGAZIJN : FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : MAG F 9555 |
Bo Van Houwelingen
em/ov/02 n
Let op mijn woorden. Griet Op de Beeck (1973) lijkt met de titel van haar nieuwe roman een leesaanwijzing te geven. Let op, anders lees je er zo overheen. Jawel, hoofdpersonage Lise krijgt de kriebels als ze een man zijn hand op de knie van zijn dochtertje ziet leggen. Een oudere halfzus beschuldigt haar vader van misbruik, maar niemand gelooft haar. En soms lees je een omineuze zin als: 'Hoe noemde je dat, wanneer er iets wezenloos bezit van je nam, dat kleuren deed vervagen, verdonkerde wat licht gaf, beschadigde wat heel had geleken en jou aanwees als de schuld van alles?' Veel meer hints krijgen we niet. Het is dat we het thema kennen van de trilogie waarvan dit boek het tweede deel is.
Het is passend, dat niet-benoemen-van. Want zo ís het immers - incest: verborgen en onbespreekbaar. Het siert Op de Beeck dat ze het taboe wil doorbreken, maar niet met de grote misbruikvlag gaat staan wapperen. De emotionele verlustiging in ellende, die bij zo'n precair thema op de loer ligt, wil je vermijden. De suggestie is genoeg en de verbeelding van de lezer doet de rest. Maar Griet zou Griet niet zijn als ze niet alsnog een natte dweil aan misère uitwringt.
We volgen Lise als 16-jarige scholier en als werkende twintiger. De trefwoorden van haar leven: onmogelijke ouders, zelfhaat, buitenbeentje, voortdurende schuld- en schaamtegevoelens, nare mannen en een eetstoornis. De oorsprong van dit alles ligt in de verziekte gezinsdynamiek, en dat zullen we weten ook: elke scène waarin Lises ouders voorkomen, moet expliciet duidelijk maken dat moeder een gekrenkte huilebalk is, vader een nurkse alcoholist en hun huwelijk een ramp. Lise zit er met een loei van een loyaliteitsprobleem tussenin.
Op de Beeck trekt alle registers open om de lezer te doordringen van de peilloosheid van Lises ellende en gebruikt daarvoor verschillende trucjes. Zo eindigt ze bijna élk hoofdstuk met een pathetische laatste zin, die de lezer op het nippertje nog een stomp in de maag moet geven: 'De nacht was stil, en onbegrijpelijk', 'Ze hoorde auto's toeteren, ze voelde niks', 'En in haar ogen schemerden alle kleuren grijs van wolken en regen'.
Ook helemaal à la Op de Beeck is de dramatische drietrapsraket: 'De wind waaide. De vrouw was dood. De stad bleef stil', 'Lise (...) bevroor, door de woorden en de schaamte en het denken aan wat was', 'En tussen hen liepen wegen dood, stapelden verlamde stenen zich op, kleurden de luchten rood' (laten we maar even niets opmerken over die 'verlamde stenen').
Wellicht in een poging zo nu en dan eens een lichtere toets aan te slaan, stapt ze soms over op een kwebbelige meisjesboekenstijl: 'Lise beet verlegen op haar lip', 'Help. Hij was onderweg en hier stond ze. In een stinkend sportpakje' en 'Lise rolde schaterend met haar ogen' (visualiseer dit even).
Los hiervan irriteert de gemakzucht - om niet te zeggen het seksisme - waarmee Op de Beeck haar bijfiguren in hokjes plaatst nog het meest. De meeste mannen zijn egoïstische klootzakken, de meeste vrouwen zijn zure trutten. De goeien van het verhaal zijn de lekker eigenzinnige types die wars zijn van conventies en daarom een gezellig rommelig huis hebben of op een receptie ongegeneerd veel nootjes eten.
Ook Op de Beecks heldin Lise ontsnapt niet aan de voorspelbare invulling van haar karakter. Ze blijft een consequent neurotisch geval, tot ze door de bevlogen speech van een zonderlinge buurvrouw ('Vecht, godverdomme, want ge wilt niet worden zoals ik') wakker wordt geschud en alsnog, ten langen leste, hulp zoekt. De lezer is reeds reddeloos verloren.
**
Prometheus; 415 pagina's; € 19,99.
J.J. Wolrich
De hoofdpersoon Lise probeert als vijftienjarige overeind te blijven in het gezin waar haar ouders veel ruzie maken en waar ze tussen moet bemiddelen of moet kiezen om te zwijgen. Waar incest dreigt te zijn, maar niet wordt uitgesproken. En ze niet weet hoe ze moet leven. Ze voelt zich erg eenzaam op school, en krijgt een relatie met een docent. In het tweede deel van het verhaal is Lise volwassen en werkzaam als arts in opleiding. Ze heeft een eetprobleem, maar vindt dat het haar sterk maakt. Ze worstelt met de zieke kinderen, met het leven en met relaties en gaat ondanks alles door en probeert iemand te worden. Vanaf de eerste pagina wordt je als lezer meegezogen in deze intense roman. Nare gebeurtenissen blijven verborgen en weggelachen. Het is geschreven in een prachtige, sobere stijl, kenmerkend voor de auteur (1973). Het tweede*, op zichzelf staande deel van een trilogie.
Gerwin Van Der Werf
te/ep/21 s
Hoe overleef ik mijn familie? Dat is als je het nuchter bekijkt de centrale vraag in het oeuvre van Griet Op de Beeck, en in haar nieuwe roman 'Let op mijn woorden' - deel twee van een trilogie die in 2017 begon met 'Het beste wat we hebben' - is dat niet anders. Een oneindige bron van ellende, die familie. Griet Op de Beeck is de chroniqueur van al die narigheid, en ze doet dat in 'Let op mijn woorden' zoals ze dat altijd al deed: vakkundig, met een scherpe neus voor menselijk onvermogen, maar ook voorspelbaar en eenduidig.
De afgelopen jaren werd Griet Op de Beeck omarmd door het grote publiek, na een indrukwekkend optreden bij Zomergasten en een aantal romans die gevoelige snaren raakten. Maar ze werd ook bekritiseerd om haar optreden in DWDD waarin ze vertelde dat ze via therapie herinneringen had teruggekregen over hoe ze in haar vroege jeugd door haar vader was misbruikt. De trilogie moest voor Op de Beeck het noodzakelijke boek worden waarin ze het thema misbruik uitbeent. Na het toch wat magertjes ontvangen eerste deel is er nu 'Let op mijn woorden', het geheel onafhankelijk te lezen tweede deel.
In de eerste scène moet de vijftienjarige Lise dealen met het feit dat haar beste vriendinnen niet meer met haar om willen gaan. Klein leed, maar je ziet de beerput al op een kiertje gaan. De vriendinnen zijn Lises ruziënde ouders beu, dat is de oorzaak van de breuk. De onzekere Lise staat alleen met haar verdriet want haar vader wuift het weg en haar moeder bekommert zich enkel om haarzelf: nu staat zij in de hele buurt bekend als een ruziemaker. Lise is in het gezin de vredestichter, ze valt haar vader nooit af en probeert de zelfzuchtige grillen van haar moeder te kanaliseren. Die wankele thuisbasis wordt de bron van veel grotere problemen. Een sympathieke leraar ontfermt zich over haar. Daar kan natuurlijk alleen maar ellende van komen. In het tweede deel van het boek zien we Lise terug als 27-jarige arts-assistent in het ziekenhuis. Ze ontwikkelt een ernstige eetstoornis. Haar vriend, een populaire cardioloog, is zo'n kerel die tegen een vrouw zegt dat ze er goed uitziet terwijl ze zich doodhongert. Tot op de laatste bladzijde blijft het ongewis of Lise uit de neerwaartse spiraal weet te ontsnappen.
Op deze beknopte wijze samengevat klinkt 'Let op mijn woorden' als een young-adult roman, en ik moet zeggen: dat is het ook wel een beetje. Op de Beeck houdt ervan gedachten en gebeurtenissen meteen te duiden. "Ze voelde niks. Of misschien alles, dat kon ook." In een verpleeghuis: "Lise had het moeilijk met een plek als deze. Dat had te maken met het gevoel van stilstand, dacht ze, daar kon ze niet tegen." Dat dacht ze, een toevoeging die honderden keren in het boek zit, maakt zo'n zin nog levenlozer dan hij al is. De expliciete stijl is in deze roman wederom aanwezig net als de eenduidigheid.
Wie Op de Beeck leest, krijgt geen ruimte zelf na te denken of te twijfelen. Je krijgt het verhaal bijna vloeibaar toegediend, je hoeft alleen te slikken. We weten al hoe het afloopt met die relatie met die leraar: hij komt er mee weg en zij blijft verslagen achter. Ook het gevecht met anorexia verloopt precies zoals te verwachten is, zoals we het uit de handboeken of de akelige verhalen om ons heen kennen.
Maar daar hebben we geen literatuur voor, we willen geprikkeld en verrast worden, aan het denken gezet. Ik begrijp dat je dit bezwaar niet keer op keer moet aandragen bij een boek van Griet Op de Beeck. Je moet een boek sowieso nooit beoordelen op wat het niet is maar kijken wat het wél is of wil zijn. En het is allemaal heel invoelbaar, Lise's zelfhaat, hoe familie je blijft achtervolgen en niemand ooit echt verandert, dat éne yoghurtje dat ze zichzelf toestaat per dag te eten - liefst steeds een hapje minder. Maar ook als we het een bekwaam geschreven niet-literair probleemboek noemen, dan vraag ik af wie in hemelsnaam plezier zal beleven aan al die smetteloos opgediende rampspoed.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.