Het schaarse licht : roman
Nino Haratischwili
Nino Haratischwili (Auteur), Elly Schippers (Vertaler), Jantsje Post (Vertaler)
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Uitgeleend
|
Meridiaan uitgevers, 2019 |
VERDIEPING 3 : DUIZENDZINNEN : ROMANS : Kast 10-13 HARA |
Marnix Verplancke
te/ep/21 s
Noera is zeventien en woont in een Tsjetsjeens bergdorp waar gewoonte en traditie nog in ere worden gehouden. Ze weet dat Moesa een oogje op haar heeft, er zelfs van droomt om met haar te trouwen en haar in het maatschappelijke en religieuze keurslijf te dwingen. Alleen is Noera niet het soort meisje dat zich makkelijk laat dwingen, van nature niet, en ook niet dankzij de levenslessen die ze van Natalja krijgt, een Russische die met een Tsjetsjeen was getrouwd en in het dorp als lerares aan de kost komt.
Nee, Noera is niet echt van plan een Tsjetsjeense moeder te worden. Ze droomt ervan Maria te zijn, het glamoureuze en eigengereide hoofdpersonage uit de Mexicaanse soap waar ze zo dol op is. Ze wil weg, weg uit het dorp, en weg van de nakende oorlog waarvoor ook Natalja al op de vlucht is gegaan. Het is immers 1994, het jaar waarin de Russische troepen met harde hand het opstandige Tsjetsjenië weer in het gareel proberen te krijgen.
Twee jaar geleden werd Nino Haratischwili een literaire sensatie met haar 1.300 pagina's dikke roman Het achtste leven (voor Brilka), een groots epos over een Georgische familie dat inmiddels in het Nederlands aan zijn twaalfde druk toe is. Het was de derde roman van de in Hamburg wonende en in het Duits schrijvende Georgische, die tot dan toe meer bekendheid genoot omwille van haar toneelwerk. De kat en de generaal, haar nieuwe roman, waarin Noera een cruciale rol speelt, is een gelijkaardig, zowel in tijd als in ruimte breed opgezet boek, al blijft het iets ingetogener, en heeft het een duidelijker thema: schuld en gerechtigheid.
Noera wordt immers onderschept door een stel Russische soldaten die haar mishandelen en verkrachten alvorens haar te vermoorden. Het is oorlog in de Kaukasus quoi, en dan gebeuren die dingen, maar niet zo volgens Aleksandr Orlov. Als jonge soldaat maakte hij deel uit van die troep Russische geweldenaars en deed hij tegen zijn zin mee. Hij was geen bruut en in feite ook geen militair. Hij wilde studeren en kennis vergaren, hield van filosofie en literatuur, maar kreeg van zijn omgeving de kansen niet die voorkeuren te ontwikkelen.
Na de oorlog wil Orlov gerechtigheid. Hij klaagt zijn compagnons aan voor de militaire rechtbank, maar moet al vlug vaststellen dat de Russische autoriteiten niet echt geneigd zijn gerechtigheid te laten zegevieren.
Pas een paar decennia later, wanneer de Generaal - zoals Orlov inmiddels bekendstaat - een van de rijkste mannen van Rusland is geworden, ziet hij een oplossing, en die staat op een affiche langs een Berlijnse weg: een actrice die als twee druppels water op Noera lijkt. Met de Kat, zoals deze Sesili zich graag laat noemen, wil de Generaal zijn vroegere kompanen naar het dorp in Tsjetsjenië lokken waar Noera de dood vond en daar zijn ultieme gerechtigheid botvieren. Zoals katten zijn, laat ook Sesili zich niet meteen overtuigen, maar uiteindelijk gaat ze ervoor, en leeft ze zich zelfs zozeer in haar rol in dat ze steeds meer Noera wordt.
Net als in Het achtste leven (voor Brilka) plaatst Haratischwili haar verhaal in een grotere historische context. Zo wijst ze bijvoorbeeld op de moeilijke relatie die er al decennia bestond tussen Tsjetsjenië en Rusland - of voorheen de Sovjet-Unie. In 1944 liet Stalin een half miljoen Tsjetsjenen en Ingoesjen naar Kazachstan en Kirgizië deporteren omdat hij die volkeren verdacht van collaboratie met de nazi's. Volkomen onterecht volgens de betrokkenen, maar dat het de relatie met de Russen die de Sovjet-Unie de facto bestuurden niet echt ten goede kwam, ligt voor de hand.
Naast die historische inkleding is er ook de culturele. Er is iets wat Tsjetsjenië verbindt met Rusland en Berlijn, lezen we tussen de regels van De kat en de generaal. Dat was zo in 1994, en dat is vandaag nog steeds zo. Wanneer de Kat gecontacteerd wordt door de Generaal, speelt ze Ismene in Antigone van Sophocles, een stuk over familietrouw en een gerechtigheid die alle wetten overstijgt. Een stuk ook dat aan de wieg staat van de Europese cultuur.
Twintig jaar eerder stak een jonge Rus op weg naar de oorlog in Tsjetsjenië precies dat toneelstuk in zijn plunjezak. Hij was de zoon van een beroepsmilitair die nog gedecoreerd was door Michail Gorbatsjov en voor zijn moeder kon hij alleen maar in diens voetsporen treden. Dus vertrok hij, met tegenzin, en ook wel omdat hij de liefde van zijn Sonja wilde heroveren. Misschien nog wel meer dan over schuld en gerechtigheid gaat Haratischwili's nieuwe roman dus over datgene wat ons bindt, over de grenzen en de tijd heen.
Meridiaan Uitgevers, 680 p., 34,99 euro. Vertaald door Elly Schippers en Jantsje Post.
Karen Billiet
ob/kt/31 o
Enkele jaren geleden broedde de Georgische, in Duitsland wonende schrijfster Nino Haratischwili op een roman over de woelige jaren 90 in de Kaukasus. Als kind had ze meegemaakt wat de implosie van de Sovjet-Unie teweegbracht in die regio: een bloedig conflict tussen bevolkingsgroepen en een totale wetteloosheid. Uit dat eerste idee groeide de bestseller Het achtste leven, een familie-epos van 1.300 bladzijden waarin ze via zes generaties de geschiedenis van Georgië in de hele twintigste eeuw uit de doeken deed. Om uit te leggen wat er in de jaren 90 gebeurd was, vertelde ze herhaaldelijk in interviews, moest ze nu eenmaal steeds verder terug in de geschiedenis.
In De kat en de generaal lijkt Haratischwili haar oorspronkelijke idee weer opgepikt te hebben. Het boek gaat over de oorlog in Tsjetsjenië tussen 1994 en 1996. De proloog had recht uit Het achtste leven kunnen komen. In een afgelegen dorp in de Tsjetsjeense bergen botst de vrijgevochten Noera met de conservatieve clan waarin ze opgroeit. Haar plan om naar Grozny te vluchten, wordt gedwarsboomd door de Russische invasie.
Wreedheden
Meteen kluistert Haratischwili je vast. In kleurrijke details brengt ze een nauwelijks bekende wereld tot leven en daarbinnen schetst ze terloops de historische wortels van het conflict. Net als in haar vorige boek schuwt ze de wreedheden niet. In een passage over de massale deportatie van de Tsjetsjenen op bevel van Stalin vertelt ze hoe een moeder verplicht werd haar pas gestorven baby uit een treinwagon te werpen. Ze weet je zo te treffen dat je meteen snapt hoe diep het conflict tussen Russen en Tsjetsjenen zit. Maar dan begint het echte relaas, en meteen wordt duidelijk dat Haratischwili het in dit boek radicaal anders wil aanpakken: geen lineair verhaal dat wordt voortgestuwd door de loop van de geschiedenis, maar een gefragmenteerde constructie waarin ze heen en weer springt tussen heden en verleden. Ze zet een aantal pionnen uit: een frêle Russische soldaat die zich klaarmaakt voor een missie in Tsjetsjenië, een Georgische actrice in Berlijn die zich probeert los te rukken uit een uitzichtloze affaire met een succesvolle componist, een Duitse journalist die schrijft over de ontwikkelingen in postcommunistisch Rusland en een Russische oligarch die zich sinds de Tsjetsjeense oorlogen verrijkt met bouwprojecten. Al vroeg in het boek kruisen hun wegen, maar wat hen precies bindt, blijft lange tijd een raadsel. Nog mysterieuzer is de link met het Tsjetsjeense meisje uit de proloog.
Cruciale nacht
Het siert Haratischwili dat ze niet klakkeloos herhaalt wat ze in haar vorige boek deed. Ze daagt zichzelf en de lezer uit met een ingenieuze constructie. Het is dan ook jammer dat ze geen maat weet te houden. Ze neemt ruim de tijd om Malysj (of 'kleintje'), de kat, de kraai en de generaal uit te werken. We worden niet alleen overstelpt met details over hun leven en over zowat elk nevenpersonage in hun omgeving. Dit is nog maar het voorspel, maar het neemt wel de helft van het boek in beslag.
Uit die brokstukken kun je langzaam de voorgeschiedenis distilleren. Alles draait om een nacht waarin de generaal als jonge soldaat betrokken raakte bij een oorlogsmisdaad waarvan het Tsjetsjeense meisje het slachtoffer werd. Die ene nacht maakte van de generaal een andere man. Het duwde hem in het systeem dat hij tot dan verfoeide: een wereld waarin je de macht naar je toetrekt met geld en intimidatie. Zo groeide hij uit tot een man die elke avond in exquise restaurants eet, een peperdure kunstcollectie uitbouwt en zijn dochter een Venetiaans palazzo kan schenken. Wanneer die gekoesterde dochter uit zijn leven verdwijnt, moet de generaal zichzelf in de ogen kijken.
Op dat punt loopt het boek op twee snelheden. Je voelt dat de generaal iets in zijn schild voert, en Haratischwili bouwt dat heel spannend op. Ze doet je snakken naar de ontknoping. Maar dan vertraagt ze de actie weer met langgerekte passages waarin ze een psychologische studie maakt van de generaal. Daarbij vervalt ze soms ronduit in melodrama. Werd Het achtste leven wel eens vergeleken met de klassieker Anna Karenina, dan zou je dit boek een hedendaagse Misdaad en straf kunnen noemen. Uiteindelijk draait alles om de vraag: hoe kon het tot die oorlogsmisdaad komen, en hoe ga je daar als dader mee verder? Ondanks haar grote verteltalent en een hoop sterke passages, maakt Haratischwili de verwachtingen niet helemaal waar. Scherpere keuzes hadden van dit boek opnieuw een meesterwerk kunnen maken.
Vertaald door Elly Schippers en Jantsje Post, Atlas Contact, 34,99 € (e-boek 18,99 €).
Elma Drayer
em/ec/07 d
De vorige roman van de Duits-Georgische schrijver Nino Haratischwili, het zeer lijvige familie-epos Het achtste leven (voor Brilka), was een zogeheten stille seller, die in twee jaar tijd een oplage van liefst 60 duizend exemplaren haalde.
Voor het onlangs vertaalde De kat en de generaal liet Haratischwili zich naar eigen zeggen inspireren door het werk van de vermoorde Russische journalist Anna Politkovskaja, in het bijzonder door een gebeurtenis die zich afspeelde tijdens de Eerste Tsjetsjeense Oorlog (1994-1996).
In Haratischwili's versie komt het verhaal hierop neer: vier Russische militairen, een paar dagen op verlof in een Tsjetsjeens bergdorp, mishandelen en verkrachten het 17-jarige meisje Noera, met als voorwendsel dat ze een gevaarlijke terrorist zou zijn. Een van de vier is een gevoelige intellectueel - onder druk van zijn hyperambitieuze moeder in het leger beland.
Tot afgrijzen van deze Aleksandr Orlov blijft hun misdrijf onbestraft. Als dat tot hem doordringt, neemt hij een rigoureus besluit. Voortaan hecht hij geen waarde meer aan 'de moraal als beschavingsfenomeen'. Die beslissing verlost hem in één klap van zijn angsten. In ijltempo groeit hij uit tot een van de allerrijkste Russische oligarchen, types die handig gebruikmaken van de economische chaos in de jaren negentig. Orlovs bijnaam: de generaal. 'Hij was de zon van zijn eigen melkwegstelsel, dat had zijn leven vergemakkelijkt. Af en toe was er iemand die zich brandde als hij te dicht bij hem kwam, maar dat was nu eenmaal de prijs die je moest betalen als je er zeker van wilde zijn dat de dingen werden afgehandeld. Je moest bereid zijn om een stap verder te gaan dan de anderen.'
De enige die de oppermachtige Orlov nog weet te raken is zijn knappe, slimme dochter Ada. Pas als zij in de puberteit op het spoor komt van wat haar vader in die Tsjetsjeense nacht heeft uitgespookt en een einde aan haar leven maakt, vat hij het plan op om eindelijk te voltooien waarmee hij twintig jaar eerder begon. Al moet hij er zelf voor zorgen, de vier oud-militairen zullen hun gerechte straf niet ontlopen.
Net als in Het achtste leven blijkt Haratischwili ook nu weer een uitgesproken voorkeur te hebben voor personages die proberen te ontsnappen aan andermans verwachtingen - doorgaans tevergeefs. Van hen is de generaal het fascinerendst, het beste uitgewerkt ook. Prachtig zet ze zijn verbittering en morele worstelingen neer. De Tsjetsjeense Noera is eveneens overtuigend. Dat uitgerekend dit vrijgevochten meisje zo gruwelijk aan haar einde komt, grijpt je naar de keel. Minder goed uit de verf komt de Duits-Georgische actrice Sesili - 'de kat' uit de titel. Dat juist zij, als dubbelganger van Noera, het pad kruist van de generaal, wilde er bij mij maar niet in.
Natuurlijk, ook in haar vorige roman scheerde Haratischwili soms vervaarlijk langs de afgrond van te veel toevalligheden. Maar vergaf ik haar dat daar nog graag, in De kat en de generaal wekt het vooral vermoeidheid op. Stilistische luiigheden ('Ze verscheen in een schitterende smaragdgroene jurk, waarin haar tengere figuur zo verrukkelijk uitkwam dat hij speciaal voor haar gemaakt leek') helpen daarbij niet. Nog hinderlijker is dat ze haar hoofdpersonen omringt met een eindeloze stoet bijfiguren, die wél stuk voor stuk een uitputtende biografie meekrijgen. Zo maken we niet alleen kennis met de actrice, we komen ook alles te weten over haar moeder, haar zusje, haar oma - terwijl zij verder geen rol van betekenis spelen. Dit alles zorgt ervoor dat De kat en de generaal, hoewel met ruim 600 pagina's beduidend minder omvangrijk dan zijn voorganger, beduidend moeizamer leest.
***
Uit het Duits vertaald door Elly Schippers en Jantsje Post. Meridiaan; 673 pagina's; € 34,90.
Margot Kennis
em/ov/05 n
De Duits-Georgische Nino Haratischwili gooide twee jaar geleden hoge ogen met ‘Het achtste leven (voor Brilka)’, een roman waar de ambitie echt van afspatte. In meer dan 1.200 pagina’s schiep ze een wervelend, aangrijpend familie-epos tegen de opkomst en ondergang van de Sovjet-Unie. Nu heeft Haratischwili haar tweede klaar. In haar thuisland Duitsland lokte ‘De kat en de generaal’ verdeelde reacties uit, van ‘monumentaal en meeslepend’ tot ‘pure kitsch’. Wat alvast zeker is: ze blijkt geen eendagsvlieg, maar ontsnapt ook niet helemaal aan de vloek van de Moeilijke Tweede (al was ‘Het achtste leven’ technisch gezien al haar derde roman). In haar nieuwste kiest de schrijfster opnieuw voor bekend terrein – de ontmanteling van de Sovjet-Unie – maar de historische omvang van haar roman is beperkter: van de Eerste Tsjetsjeense Oorlog in 1994 tot het heden. Die oorlog vormde het trieste hoogtepunt in een eeuwenlang conflict tussen Rusland en Tsjetsjenië, waarbij Stalin in 1944 al een half miljoen Tsjetsjenen had laten deporteren voor vermeende collaboratie met de nazi’s. ‘De kat en de generaal’ focust daarnaast op het oprukkende nationalisme in de bevrijde Sovjetstaten, op de vele ex-Sovjetburgers die naar het Westen vluchtten én de geboorte van het krankzinnige Rusland, waar ‘de homo sovjeticus werd afgelost door de homo oligarchus’. Eén zo’n homo oligarchus is Aleksandr Orlov (de generaal uit de titel), een steenrijke zakenman met een schimmig oorlogsverleden en een openstaande rekening met Vrouwe Justitia. Als jonge soldaat vocht Orlov in de Eerste Tsjetsjeense Oorlog, maar in de zomer van 1995 deserteerde hij. Kort daarna werd hij, samen met drie andere soldaten, ervan beschuldigd een Tsjetsjeens meisje te hebben ontvoerd, verkracht en vermoord. Orlovs oorlogsmisdaden hebben later een verpletterende impact op zijn dochter, die uiteindelijk ten onder gaat aan zijn vermeende schuld. In het heden probeert de generaal de dood van zijn dochter te wreken. Daarvoor doet hij beroep op Kat, een actrice die als twee druppels water op het vermoorde meisje uit 1995 lijkt. ‘De kat en de generaal’ gaat over meer dan een zoektocht naar gerechtigheid. Haratischwili bouwt haar roman op als een meerstemmige symfonie, die de teloorgang van de Sovjet-Unie zo precies mogelijk moet weergeven. Ze is als Berlijnse met Georgische roots een bevoorrechte getuige van die teloorgang. Haar roman is dan ook op zijn sterkst als haar personages de geschiedenis vol in het gezicht kijken: ‘Sinds haar jeugd waren er staten geboren en weer tot stof vergaan, er waren grenzen getrokken die vervolgens ten koste van veel mensenlevens werden verschoven, de hele wereld was als de dobbelstenen in een beker door elkaar geschud en nu wist niemand meer wie de winnaar en wie de verliezer zou zijn.’ De manier waarop ze de vele Sovjetburgers die naar het Westen emigreerden een stem geeft, dwingt respect af: hun verlangen om ‘blonde kinderen te hebben, die zacht en aanhalig waren en Marie en Charlotte heetten’, hun voorbestemming om zich voor altijd een buitenstaander te voelen en hun bitterzoete heimwee naar het vaderland, ‘want die hel stonk weliswaar nog steeds naar zwavel, maar het was hun hel, ze kenden er elk hoekje, hadden er strijdmakkers en lotgenoten, waren koning in hun vervallen rijk’. Naar goede Russische gewoonte bevat Haratischwili’s lijvige pil meer personages en nevenintriges dan een roman van Tolstoj. Maar die zijn helaas niet allemaal even beklijvend. De schrijfster lijkt ook een voorliefde te koesteren voor figuren die dromen van grootse avonturen: het jonge meisje Doenja, de soldaat Malysj, de journalist Otto. Stuk voor stuk hunkerende personages, die – in hun woeste, opgeblazen verlangens – soms iets te veel Disney-factor uitstralen. Ook in de verhaallijnen ligt de sentimentaliteit op de loer: afscheidsbrieven die huilend worden gelezen, huwelijkskandidaten die bot worden afgewezen, jeugdliefdes die genadeloos worden gedwarsboomd... Die pathetische hoofdstukken halen niet alleen de vaart uit de roman, maar dreigen ook de historische draagkracht van het monumentale werk te ondergraven. Cynici zouden kunnen sikkeneuren dat Haratischwili zich aan méér dan een paar schoonheidsfoutjes bezondigt. Maar haar poging om het veelkoppige monster dat Sovjet-Unie heet (en zijn pootafdrukken op het heden) te vatten, blijft wel een krachttoer. Misschien omdat ze daarbij eindelijk een stem geeft aan de miljoenen mensen ‘die de pech hadden dat monster voor hun neus te hebben, dat op zeker moment, toen zijn honger niet meer te stillen was, zijn eigen kinderen begon op te vreten’.
Naar gegevens van J. Hodenius
In de vierde roman van de Duits-Georgische auteur (1983) (internationaal succes ‘Het achtste leven (voor Brilka))’* staat de Russische vastgoed-oligarch Alexander Orlow (‘de generaal’) centraal. Hij is in het Berlijn van 2016 verteerd door schuldgevoel over een in de Eerste Tsjetsjeense oorlog in 1995 (waarin hij van zijn moeder de heldenrol van zijn vader moest voortzetten) samen met kameraden gepleegde marteling, verkrachting en moord op de jonge Tsjetsjeense Noera. Als boetedoening wil hij een proces voor de schuldigen organiseren, maar hoe de anderen te lokken en te veroordelen? Rond dit thrillerelement (met de kubus van Rubik als symbool) verweeft de auteur steeds sterker de perspectieven van haar personages, zoals een journalist die een biografie over hem wil schrijven, zijn eigen dochter (die lang in zijn onschuld blijft geloven) en vooral een oorspronkelijk Georgische actrice (‘de kat’), in meerdere opzichten Noera’s dubbelganger. Bij vlagen boeiend en ontroerend. Het gros der Duitse critici hekelde echter de te schetsmatige en uitwaaierende uitvoering. Shortlist Deutscher Buchpreis 2018.
Jerker Spits
te/ep/28 s
Veel lof oogstte Nino Haratischwili (Tbilisi, 1984) voor haar familie-epos 'Het achtste leven'. 'Fenomenaal', noemde de Duitse literatuurcriticus Volker Weidermann de roman in de Frankfurter Allgemeine Sonntagszeitung. Ook in Nederland genoten veel lezers van de twaalfhonderd bladzijdes over zes generaties van een Georgische familie. Trouwlezers kozen 'Het achtste leven' tot het beste boek van 2017.
Voor haar nieuwe roman dook Haratischwili in de geschiedenis van Tsjetsjenië. Ook in 'De kat en de generaal' gaat het om de geschiedenis die doorwerkt in het heden, een geschiedenis die je niet ziet achter de vele hippe bars, het opkomende toerisme, de schijnbare vrolijkheid. De generaal uit de titel is een Russische oligarch. Hij is rijk geworden met de verkoop van staatsbedrijven door het Kremlin en heeft een duister verleden. In 1995, in de Eerste Tsjetsjeense oorlog (een benaming waarbij je beseft hoe weinig wij van het Oosten weten), verkrachtte hij als Russisch soldaat een achttienjarig meisje. Deze gebeurtenis blijft hem zijn leven lang achtervolgen.
De roman bestrijkt de periode van de jaren negentig tot 2016, gaat over schuld, liefde en moraal en speelt in Berlijn en op de Kaukasus. Haratischwili lijkt het daarbij vooral om de tragiek van het vergeten te gaan. "De mensen zijn bang, het verleden is volstrekt taboe, en alles lijkt één grote theatercoulisse op een nieuw, schoongeveegd podium - in blinkend neonlicht."
Net als in 'Het achtste leven' slaagt Haratischwili erin de politieke geschiedenis van een land met die van haar personages te verbinden. Ze vertelt over de tijd waarin de Sovjet-Unie uiteenvalt, waarin 'ongenode gasten' - lees: de soldaten van het Rode Leger - verdwijnen uit republieken die zelfstandig worden, waarin scholen het Russisch van het lesrooster schrappen en snelle jongens het winnen van bureaucraten die om geld verlegen zitten.
Beeldend is de beschrijving van de jeugd van een jongen die niets liever wil dan ontsnappen uit zijn land. De moeder wil dat haar zoon in de voetsporen treedt van zijn vader, een oorlogsheld. Zelf voelt hij daar niets voor. "Hij zag haar ontstelde gezicht voor zich, die vreselijke blik, alsof hij haar met een mes in de moederborst had gestoken. Maanden was ze bezig geweest om voormalige collega's van zijn vader op te sporen die hem konden aanbevelen, om de voor de oudste militaire academie van Moskou benodigde gezondheidsverklaring te bemachtigen. Maar hij vroeg zich alleen af hoe hij uit dit zieke, verrot ruikende land weg kon komen, naar het buitenland kon gaan of iets kon gaan studeren, iets leren wat met hemzelf te maken had." De jongen ontduikt zijn toelatingsexamen voor de militaire academie. Daarna communiceren moeder en zoon alleen nog door middel van op de koelkast geplakte briefjes. De moeder sluit zich op in haar slaapkamer, waar ze een macabere dodenmis houdt en haar overleden echtgenoot om raad vraagt.
Haratischwili neemt je mee naar het oosten, naar aoels (dorpen), bebo's (grootmoeders) en molodtsjina's (prachtmeiden). Ze schetst hoe de brokstukken van de voormalige Sovjet-Unie worden opgekocht door slimmeriken die snel winst maken. "Een fascinerend, wetteloos El Dorado: het zich over elf tijdzones uitstrekkende oermonster was door een paar mannen opgedeeld en verkocht." De roman verwijst even gemakkelijk naar Griekse mythes als naar Russische klassiekers, en die verwijzingen vormen geen stijlbreuk, maar passen bij de brede opzet van dit verhaal.
Voor de beschrijving van de jonge generatie die naar het Westen vlucht, neemt Haratischwili flink de tijd. Het is een raak en ontroerend portret. "Ze kwamen in het beloofde land en vonden los werk, ze kregen de kruimels toegeworpen, maar geen reële kansen, ze werden naar taal- en bijscholingscursussen gestuurd, kregen het advies om praktische banen aan te nemen omdat hun zweverige en zonderlinge beroepen (zoals linguïst in Oud-Grieks, specialist in de kunst- en cultuurgeschiedenis van de Italiaanse Renaissance, kinderboekillustrator of solfègelerares) voor het dagelijks leven in het Westen niet geschikt bleken." Hun kinderen hebben geen grappig Slavisch accent meer, maar functioneren toch niet zoals hun ouders hadden gedroomd, raken verzeild in knokpartijen of in de criminaliteit. En hun ouders, die klagen steeds meer over wat eens het beloofde land leek: de overdreven netheid, de bekrompenheid, de geremdheid, het te karige menu op een feestmaal of een verjaardagsfeest.
Voorganger 'Het achtste leven' was een lijvige roman. Lezers gingen op in het verhaal, maar het had misschien ook wel een beetje minder uitgesponnen en breedsprakig gekund. Ook 'De kat en de generaal' is een roman met veel, soms te veel personages - en gaat richting de zevenhonderd bladzijden. Vertalers Elly Schippers en Jantsje Post, die het Duits van Haratischwili in soepel Nederlands hebben overgezet, hadden er een hele kluif aan.
Het is begrijpelijk dat veel Duitse critici wat minder gecharmeerd waren van 'De kat en de generaal' - de meest vileine noemden het kitsch - maar het is ook een wetmatigheid dat een tweede roman na een succesvol debuut tegenvalt. Haratischwili's beschrijvingen zijn soms wat vlak: de winter is meedogenloos, de nachten helder en koud, de ochtendwind ijzig, de stilte spookachtig. Een jongetje wordt "zieker en zieker, tot hij op een dag niet meer wakker werd en in een koortsige doodsstrijd in de armen van zijn mooie moeder stierf".
'De kat en de generaal' is zeker niet slecht, stond ook op de shortlist van de Deutscher Buchpreis, maar was nog beter geweest als Haratischwili minder zijpaden had ingeslagen en minder sentimenteel was geweest.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.