Onder het water : roman
Daisy Johnson
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Koppernik, © 2020 |
VERDIEPING 3 : DUIZENDZINNEN : ROMANS : Kast 10-13 JOHN |
Sam De Wilde
ob/kt/31 o
Een spookhuis, een enge zusterband en een mysterieus voorval uit het verleden. Met de ingrediënten van Daisy Johnsons nieuwe roman zou je zomaar een griezelige B-film kunnen brouwen, maar de jonge Britse schrijfster (30) van de veelvuldig bekroonde verhalenbundel Veenland en de voor de Booker Prize genomineerde roman Onder het water maakt er een poëtisch gezinsportret van waarin ze aan de hand van klassieke horrortropen verdriet, eetstoornissen, zelfmutilatie, depressiviteit en zelfs sexting aankaart.
Het huis in de North York Moors dat de tienerzussen Juli en September samen met hun moeder Sheela betrekken nadat er 'iets onnoembaars' is gebeurd op hun school in Oxford is 'overwoekerd, helemaaluitmodel, eengrotesmeerboel'. Het kraakt. En wanneer ze er aankomen, weet de lezer al dat dit het jaar is waarin iets bezit van hen heeft genomen, het omineuze jaar 'waarin de verschrikking iets anders is.' De eerste terloopse opmerking over opengesneden lijven is dan al gevallen.
Zussen lijkt op het eerste gezicht geen roman voor gevoelige zielen, maar is het eigenlijk wel. Johnson speelt met de genreconventies van de gothic horror, maar doet dat zo opzichtig dat je haar verhaal over iets te innige zusterliefde gerust bij het schijnsel van een zwak peertje in een verder leeg huis kunt lezen.
De romancière lijkt ook minder geïnteresseerd in het opbouwen van spanning dan in zuivere sfeerschepping en het onderzoeken van de relatie tussen haar hoofdpersonages. Meer nog dan met de tere gevoelens van haar lezers, speelt Johnson met taal. In een typische zin staat doorgaans geen werkwoord, en het zijn die losse, zinnelijke zinnetjes ('Het kokendhete stuur, de schittering van het wegdek.') die Zussen uiteindelijk een eerder dromerige dan nachtmerrieachtige sfeer bezorgen. Dat Johnson toch blijft terugkomen op de duistere gebeurtenis uit het verleden lijkt op den duur vooral een onnodige toegift aan de standaardeisen van de narrativiteit die ze op haar beste momenten zo kundig negeert.
De laatste tien bladzijden, waarin het onnoembare dan toch al te nadrukkelijk benoemd wordt, hadden niet gehoeven, maar de 180 die ervoor komen, zijn huiveringwekkend mooi.
Vertaald door Nicolette Hoekmeijer, Koppernik, 194 blz., 19,50 €. Oorspronkelijke titel: 'Sisters'.
Roderik Six
ob/kt/21 o
Een vastgoedadvertentie voor het spookhuis in kwestie zou luiden: charmante woning met authentieke elementen, opknappertje, ideaal voor beginners die graag klussen. Met andere woorden: een krot waar van alles aan mankeert, een perfecte stresstest voor een prille relatie. Toch zijn de zusjes Juli en September in de wolken met hun nieuwe woonst. Na een overhaast vertrek uit Oxford mogen ze zich naar hartenlust uitleven in de bouwval, die ook nog eens vlak bij de zee ligt. Terwijl hun moeder Sheela zich terugtrekt in haar werkkamer, waar ze aan een nieuw kinderboek hoort te werken, verkennen Juli en September de eindeloze gangen en geheime hoekjes. Ja, het huis piept en kraakt, de koelkast is vaak leeg en vreemd genoeg moeten ze niet naar school, maar hun plezier kan niet op: ze zijn samen, onafscheidelijk, bijna vergroeid met elkaar. De weinige bezoekers – de internetman en die leuke jongen van het strand – denken zelfs dat ze een tweeling zijn, altijd uit op kattenkwaad. Hadden ze zich met Halloween niet eens verkleed als de tweeling uit The Shining ?
Natuurlijk is er eerder iets gebeurd. In Oxford, op school. Juli werd gepest en September zon op wraak. Misschien had Juli haar zus moeten tegenhouden, misschien had dat mes niet mee naar school gemoeten. Misschien is er een reden waarom hun moeder hen zo verwaarloost en amper beneden komt.
Het zijn lange, landerige dagen in het huis. Juli verliest soms stukjes tijd, wordt soms wakker op plekken waar geen bed te bespeuren valt. En het huis beweegt. Lampen spatten onverhoeds stuk, potloden verdwijnen en meer dan eens hoort Juli zware voetstappen en ziet ze schimmen vanuit haar ooghoek. Gaandeweg herinnert ze zich een verdrukt verleden: ze zijn hier al eens geweest, er was iets met haar vader, die volgens haar moeder lang geleden gestorven is. Maar ze krijgt de beelden niet helder, zelfs de spiegel doet vreemd en weigert haar ware gelaat te tonen.
De jonge Britse schrijfster Daisy Johnson weet hoe ze een spookverhaal moet schrijven. In de traditie van Shirley Jackson bouwt ze een besmet huis rond een getraumatiseerd gezin en werkt dat huis clos uit tot een psychologisch drama. Daarbij maakt ze handig gebruik van spiegeleffecten en verdubbeling. Zo figureren de zusjes ook in de kinderboeken van hun moeder en denkt Sheela met enige droefenis terug aan haar zwangerschappen, toen ze nog een huis van vlees voor haar kinderen was. Maar dat was lang voor het mes en het bloed en de bewegende barsten in de muur. Ideaal huivervoer voor Halloween.
****
Koppernik (oorspronkelijke titel: Sisters), 192 blz., € 19,50.
Naar gegevens van J. Hodenius
Psychologisch complexe roman van de Engelse schrijfster (1990) over een te symbiotisch-duistere relatie tussen de wild-eigenzinnige September en haar (te) volgzame, tien maanden jongere zus Juli. De roman begint als ze hals over kop samen met hun moeder Sheela (auteur en illustrator van kinderverhalen waarin haar dochters tot voorbeeld dienen) van Oxford naar Yorkshire rijden. Daar trekken ze in Settle House, een huis dat verhuurd wordt door de zus van hun te vroeg gestorven vader. De reden waarom ze na een incident daar naar toe vertrokken wordt lang alleen bij benadering genoemd en zorgt voor oplopende spanning. De aanloop naar het incident blijkt een wraakactie van September op een aantal meisjes die Juli iets hebben aangedaan. Niets blijkt in het wat griezelige huis te zijn wat het lijkt in de verwarrende spelletjes, indrukken, dromen en handelingen van de zusjes. Voor de liefhebbers van Shirley Jackson en Stephen King.
Jann Ruyters
ob/kt/24 o
Als Shirley Jackson en Stephen King samen een kind hadden dan was dat Daisy Johnson, zo schrijft The Guardian. Johnson belandde met haar debuutroman Onder het water in 2018 direct op de shortlist van de Man Booker Prize, als jongste genomineerde ooit. Onder het water was het lyrische verslag van vertelster Gretel die na jaren van verwijdering op zoek gaat naar haar moeder met wie ze als kind een woonboot, een andere taal en haar geloof in een waterwezen deelde.
Lyrisch schrijft Johnson opnieuw in Zussen, over de tiener Julie die met haar oudere, dominante zus September een dwingende, beklemmende zusterband heeft. Als het boek begint, is hun moeder Sheela, een schrijfster, net met de twee dochters Oxford ontvlucht na een gewelddadig incident op de school van de meisjes. Het drietal vlucht naar Settle House, een familiehuis met een donkere ziel dat het ruige landschap van Yorkshire recht doet. Ze woonden er al eens rond de geboorte van de oudste dochter, voor de dood van de vader. Stukje bij beetje onthult Johnson wat er is voorgevallen. Dat onder die verwarring meer verwarring schuilgaat, proef je als lezer, maar houdt ze tussen de regels tot het niet helemaal verrassende maar wel roerende einde. "Verdriet is een huis zonder ramen of deuren en niets waaraan je de tijd kunt aflezen. Slapen tegen mams rug, een arm om haar heen geslagen zodat in de nacht, in het donker - en de haren in mijn mond van iedereen zouden kunnen zijn."
Vert. Nicolette Hoekmeijer Koppernik; 172 blz. € 19,50.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.