Een vrouw rent over een berg
Yuko Tsushima
Yuko Tsushima (Auteur), Noriko De Vroomen-Kondo (Vertaler), Han Timmer (Vertaler)
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
De Bezige Bij, 2020 |
VERDIEPING 3 : DUIZENDZINNEN : ROMANS : Kast 10-13 TSUS |
Alexandra De Vos
em/ec/19 d
De moderne psychologische roman is zowat uitgevonden door de Japanners. Neen, niet door Flaubert, Stendhal of Goethe, maar door een hofdame in het Kyoto van duizend jaar geleden. Lees er Murasaki Shikibu's epos Genji maar op na, en dan valt er meteen iets op: niet de avonturen van prins Genji blijven hangen, maar wel de portretten van de hofdames die hij op zijn weg verleidt. Een man is vaak achteloos wreed, zijn liefde even onbestendig als de kersenbloesems in de lente. 'Dat is altijd zo geweest', schrijft Shikibu, 'en het lot van een vrouw is helaas het onzekerst van al'.
Een vrouw zonder steun van een man is als een afgerukte kersenbloesem, ze verdroogt en verwaait in de straten van de stad: dat is de eeuwenoude boodschap die Japanse vrouwen nog altijd meekrijgen. Of meekregen in 1979, getuige Domein van licht van Yuko Tsushima (1947-2016). Een parel van een roman is dit, met die toets van weemoed en psychologisch raffinement die haar verre voorgangster Shikibu onsterfelijk maakte. Maar dit verhaal van een verlaten vrouw speelt zich niet af aan een feodaal hof maar in de grootstad Tokio, tussen verkeerslichten en mensenmassa's, in moderne kantoren en appartementen. De taal is minder lyrisch, de zinnen zijn meedogenloos helder, de stadsscènes sober en uitgepuurd.
Prinsen zijn er niet in het leven van een jonge moeder en haar dochtertje. De moeder - een bibliothecaresse die naamloos blijft - vertelt in twaalf korte hoofdstukken over het eerste jaar na het vertrek van haar man Fujino. Die krijgt het opeens in zijn hoofd met een schone lei te willen herbeginnen, 'alles van mijn verleden wegdoen.' Nog voor zijn vrouw bekomen is van de schok moet ze op zoek naar woonruimte. Ze vindt een dakappartement in een drukke winkelwijk waar zon en verkeerslawaai ongehinderd binnenstromen: het domein van licht uit de titel. Dat overvloedige zonlicht zal haar dochtertje beschermen tegen de veranderingen in hun leven, hoopt ze.
En zelf heeft ze ook hoop: 'dat als ik alleen zou blijven wonen ik de deur kon openzetten voor datgene wat me zou redden.' Wat en wie redding zal brengen is vooralsnog niet duidelijk. Als afgerukte kersenbloesems waaien moeder en dochter door de straten, op zoek naar afleiding, genegenheid, speelkameraadjes voor het dochtertje. Het wordt pijnlijk duidelijk dat een vrouw die verlaten is door haar man ook écht alleen is: niet meer welkom bij de gezamenlijke kennissen, niet passend bij de andere moeders aan de crèche. Pogingen om toch contact te houden lopen uit op verwijten en de duizend jaar oude levensles: 'Als je gaat scheiden staat je alleen onheil te wachten.' 'Iets beters dan je man krijg je absoluut niet meer'.
Maar de vrouw wil niet meer terug naar de wispelturige Fujino, al verlangt ze nog naar hem en voelt ze zich zonder man onbeschermd. In haar isolement, in het beredderen van het dagelijks leven met een driftig dochtertje, waterlekken en boze buren, begint schuchter een kracht te groeien: 'Ik was ervan overtuigd dat ik mijn evenwicht zou verliezen, en toch viel ik niet om. Het was alsof ik voor mij een misvormde, breekbare en transparante kluit zag die al wortel had geschoten en waar zelfs al nieuwe knoppen begonnen uit te komen.'
Er ligt een waas van rusteloosheid over de dagen van de vertelster - er is anonieme seks met onverschillige mannen, de dood van haar baas, dronkenschap in een bar, moedergevoelens die het laten afweten - maar naast al die tristesse zijn er flitsen van licht. Zoals het dak van het appartement dat onder water loopt, en dat door het dochtertje 'de zilverzee' gedoopt wordt. Er is de 'fluweelzachte, van licht verzadigde hemel' boven de botanische tuin waar moeder en dochter de zondag doorbrengen, en de vriesnacht waarin ze een dronken zwerver troosten: 'Hoe kouder het is, hoe beter je de sterren kunt zien.'
Niet dat deze roman zich voorwaarts naar het licht spoedt, daarvoor is de werkelijkheid te guur. De stem van de vertelster blijft dun en wankel, ze wordt door haar omgeving nauwelijks gehoord. Misschien is de lezer wel teleurgesteld als zich geen nieuwe vergezichten aandienen, en als het 'domein van licht' verlaten wordt voor een goedkopere - en donkere - huurflat. Maar de moeder biedt het donker het hoofd, in dat donker vervaagt de figuur van de echtgenoot en wordt ook nieuw licht voorbereid: 'ik begon in die duisternis een glans te ontdekken die schitterde als de ogen van een dier.'
Schitteren doet Tsushima in Domein van licht, maar het is niet de schittering van de klassieke kersenbloesem en poëtisch verzuchtingen - je moet de schoonheid zoeken tussen de zinnen, in het onbestendige en meedogenloze grootstadsleven. En schitterend is de eerlijkheid waarmee Tsushima de werkelijkheid in de ogen staart. Alsof er geen filter zit tussen de ervaring van de moeder en de beleving van de lezer: alles komt klaar en duidelijk binnen, zonder vervorming, Wie zo kristalhelder kan schrijven heeft geen agenda of boodschap nodig. Dat het lot van een vrouw alleen nog altijd het onzekerst van al is, we weten het. Maar Tsushima laat je dat niet lezen, ze laat het je leven.
Vertaald door Noriko de Vroomen-Kondo en Han Timmer, De Bezige Bij, 188 blz., 19,99 €.
Bernard Huyvaert
Deze roman vertelt het verhaal van een jonge vrouw die een alleenstaande moeder is in Tokio en vecht om te overleven. Haar man heeft haar verlaten, maar ze is nog niet gescheiden. Zij krijgt geen alimentatie en haar ex verschijnt regelmatig in haar leven, vooral om het hoederecht op hun dochter op te eisen. Zij wil ook op haar moeder geen beroep doen, hoewel die dichtbij woont. Zij vindt een goedkoop appartement, met veel ramen en dus veel licht. Echte vrienden heeft zij niet. Nu en dan lokt ze een man naar haar appartement om seks te hebben. Soms laat ze haar dochter ’s nachts gewoon achter en gaat zich in een bar bedrinken. In een twaalftal losstaande taferelen schetst Tsushima de moeilijkheden van de jonge vrouw, zonder in feministisch manifest te vervallen. Hoewel het verhaal koel en sober verteld wordt, leven we met haar mee. De lezer vraagt zich zelfs af of er niets hapert met haar psychische toestand. Het boek verscheen in Japan reeds in 1979 en is, sinds de dood van Tsushima in 2016, aan een tweede leven toe.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.