About a boy
Nick Hornby
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Atlas Contact, © 2020 |
VERDIEPING 3 : DUIZENDZINNEN : ROMANS : HORN |
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Atlas Contact, © 2020 |
VOLWASSENEN : ROMANS : HORN |
Matthijs Van Nieuwkerk
te/ep/19 s
Het mooiste verhaal dat Nick Hornby (63) mij ooit vertelde ging over zijn vertrek bij het tijdschrift The New Yorker.
Daarvoor is het goed te weten dat er journalisten zijn die een fors stuk van hun onderbeen zouden geven om een syllabe in dat weekblad gepubliceerd te krijgen. Maar de kans dat je op een zomeravond gezellig met Bob Dylan een duik in het IJsselmeer neemt, is groter dan dat je naam ooit in dit begeerde journalistieke colofon zal stralen.
En ben je - in excelsis deo - The New Yorker-schrijver geworden, dan maak je kennis met hun beruchte fact-checking department. Vermaarde copydetectives die bekijken of alle ingeleverde letters en getallen een waterdicht alibi hebben.
Afijn, Nick werd ooit gevraagd om voor The New Yorker te schrijven. Over popmuziek. En hij tikte de zin: 'U2 is de bekendste band ter wereld.' Nou dat bleek een stuk makkelijker geschreven dan bewezen. Nick zei good riddance. Ik hoef het klassieke The New Yorker-logo maar te zien of ik hoor die deur weer slaan.
Nick en ik.
We zagen elkaar voor het laatst in 2003, toen ik hem in Amsterdam interviewde naar aanleiding van het verschijnen van 31 Songs, stukken over zijn eenendertig favoriete liedjes. Een interview was toen nog de enige manier om in de buurt te komen van de wereldster die hij inmiddels geworden was.
Tien jaar daarvoor lazen Henk Spaan en ik zijn debuutroman Fever Pitch in een snelle zucht uit, staande op de stoep van de Londense sportboekenwinkel Sportspages. Niet veel later begonnen we na te denken over ons eigen literaire voetbalblad. Bepaald geen gewonnen wedstrijd overigens; er stuiterde toen werkelijk geen enkele bal door de aanbiedingsfolders en we leefden bovendien nog in de laatste dagen van de oude denker Rudy Kousbroek, die op afroep toeterde dat sport voor de dommen was.
Maar Fever Pitch dus.
Nick Hornby beschrijft daarin zijn onvoorwaardelijke clubliefde voor Arsenal. Liefde die te vaak van één kant komt. Elke zenuw van dat godverloren aandoenlijke bestaan heeft hij even meedogenloos als barmhartig beschreven. En very very very funny. Zijn pen is nog altijd precies zo geslepen.
Lang verhaal kort: een jaar later presenteerden wij met wat fanfare ons 'voetbalblad voor lezers' Hard gras, en Nick Hornby was erbij. Hij schreef een aantal nummers mee en we zochten elkaar af en toe op, in Amsterdam en Londen. Totdat Nick de onweerstaanbare bestsellers High Fidelity, About a Boy en How to be Good begon te schrijven, veel te beroemd werd, zijn telefoonnummer veranderde en foetsie was. Op naar Hollywood, waar producenten in de rij stonden om zijn boeken te verfilmen.
Het was een verlegen ontmoeting, in 2003. Een persdag in een hotel. Hij balde zijn vuisten toen hij zag dat ik die Matthijs van Nieuwkerk was, de volgende patiënt. Ik had een uurtje. Over 31 Songs praten lukte niet. Hij had uitgerekend die nacht gedroomd dat Ruud van Nistelrooij en Thierry Henry in hetzelfde elftal speelden en dat idee won het met dubbele cijfers van zijn sweeping statement dat 'Samba Pa Ti' van Santana de ideale muziek is om seks op te bedrijven.
Nick heb ik daarna nooit meer gezien, wel bleef ik trouw zijn boeken lezen. Uiteraard. Het eeuwige geploeter en ge-emmer met liefde, seks en status en de hele moderne santenkraam aan krankzinnige meningen en ijdelheden wordt door weinigen scherper gezien en geestiger genoteerd.
Neem nu zijn jongste roman Op het eerste gezicht. Over de grote liefde tussen een 43-jarige witte lerares Engels, Lucy, en een zaterdaghulp bij de slager, de 21-jarige zwarte jongen Joseph. Ras, generaties en klasse in Londen 2016, ten tijde van het brexitreferendum. Het kreupele hier & nu waait je recht in je gezicht in deze onweerstaanbare, bitterzoete comedy. Vintage Nick.
Atlas Contact, 352 p., 22,99 euro. Vertaling Nico Groen.
Matthijs Van Nieuwkerk
te/ep/26 s
Nick Hornby kruipt in het hoofd van een 42-jarige witte lerares en in dat van een 22-jarige zwarte slagersknecht, maar de bijna pensioengerechtigde successchrijver van High Fidelity en About a Boy lijkt zich in geen van beiden helemaal thuis te voelen. En hoewel elke oprechte poging om je in de geest van iemand anders te verplaatsen alleen maar aanmoediging verdient, bewijst Hornby's licht verteerbare romance dat het niet elke keer sprankelende literatuur oplevert.
De nieuwe roman van de 63-jarige Brit is andermaal een met enige schwung neergepend feelgoodverhaal, maar de liefdesrelatie van zijn hoofdpersonages (want uiteraard wordt het wat tussen die twee) gaat met klassenbewustzijn, racisme, leeftijdsverschil in relaties én de Brexit gebukt onder een teveel aan Grote Thema's. Onderwerpen waar Hornby serieuze karaktertekening en een geloofwaardige plot voor opoffert, maar waar hij uiteindelijk niet zo bijster veel over te melden heeft. Zijn star-crossed lovers worden nooit meer dan oppervlakkig geportretteerde, en door hun huidskleur bepaalde vertegenwoordigers van verschillende sociale klassen.
Stereotypen
De romancier die van grappig geformuleerde maatschappijkritiek zijn handelsmerk wist te maken, bevecht hier stereotypen met stereotypen en het olijke optimisme waarmee hij een wereld creëert waarin de liefde uiteindelijk alles overwint, neigt soms naar nalatige naïviteit. Je hoeft bijvoorbeeld geen kruisvaarder tegen culturele toe-eigening te zijn om te beseffen dat het ietwat ongelukkig overkomt wanneer een witte schrijver een zwart personage zonder enig spoor van ironie laat beweren dat politie-agressie in Amerika pas echt erg is.
Niet dat Hornby plots niets meer van de wereld begrijpt. Wanneer hij het middenklassenwereldje vol culturo's dat hij wél goed kent flink te kijk zet, komt de spitsvondige satiricus weer boven. Zelfs op zijn slechtst blijft Hornby minstens entertainende lectuur afleveren, maar wie van onhandig gefictionaliseerde versies van belangrijke maatschappelijke kwesties houdt, kan ook gewoon naar Thuis kijken.
Vertaald door Nico Groen, Atlas Contact, 352 blz., 22,99 € (e-boek 11,99 €).
Oorspronkelijke titel: 'Just Like You'.
Matthijs Van Nieuwkerk
te/ep/19 s
Het mooiste verhaal dat Nick Hornby mij ooit vertelde ging over zijn vertrek bij het tijdschrift The New Yorker.
Daarvoor is het goed te weten dat er journalisten zijn die een fors stuk van hun onderbeen zouden geven om een syllabe in dat weekblad gepubliceerd te krijgen. Maar de kans dat je op een zomeravond gezellig met Bob Dylan een duik in het IJsselmeer neemt, is groter dan dat je naam ooit in dit begeerde journalistieke colofon zal stralen. En ben je - in excelsis deo - New Yorker-schrijver geworden, dan maak je kennis met hun beruchte fact-checking department. Vermaarde copy-detectives die bekijken of alle ingeleverde letters en getallen een waterdicht alibi hebben.
Afijn, Nick werd ooit gevraagd om voor The New Yorker te schrijven. Over popmuziek. En hij tikte de zin: 'U2 is de bekendste band ter wereld.' Nou, dat bleek een stuk makkelijker geschreven dan bewezen. Nick zei good riddance. Ik hoef het klassieke The New Yorker-logo maar te zien of ik hoor die deur weer slaan.
Nick en ik.
We zagen elkaar voor het laatst in 2003, toen ik hem in Amsterdam interviewde naar aanleiding van het verschijnen van 31 Songs, stukken over zijn eenendertig favoriete liedjes. Een interview was toen nog de enige manier om in de buurt te komen van de wereldster die hij inmiddels geworden was.
Tien jaar daarvoor lazen Henk Spaan en ik zijn debuutroman Fever Pitch in een snelle zucht uit, staande op de stoep van de Londense sportboekenwinkel Sportspages. Niet veel later begonnen we na te denken over ons eigen literaire voetbalblad. Bepaald geen gewonnen wedstrijd overigens; er stuiterde toen werkelijk geen enkele bal door de aanbiedingsfolders en we leefden bovendien nog in de laatstebenendagen van de oude denker Rudy Kousbroek, die op afroep toeterde dat sport voor de dommen was.
Maar Fever Pitch dus.
Nick Hornby beschrijft daarin zijn onvoorwaardelijke clubliefde voor Arsenal. Liefde die te vaak van één kant komt. Elke zenuw van dat godverloren aandoenlijke bestaan heeft hij even meedogenloos als barmhartig beschreven. En very very very funny. Zijn pennetje is nog altijd precies zo geslepen.
Lang verhaal kort: een jaar later presenteerden wij met wat fanfare ons 'voetbalblad voor lezers' Hard gras en Nick Hornby was erbij. Hij schreef een aantal nummers mee en we zochten elkaar af en toe op, in Amsterdam en Londen. Totdat Nick de onweerstaanbare bestsellers High Fidelity, About a Boy en How to be Good ging schrijven, veel te beroemd werd, zijn telefoonnummer veranderde en foetsie was. Op naar Hollywood, waar producenten in de rij stonden om zijn boeken te verfilmen.
Het was een verlegen ontmoeting, in 2003. Een persdag in een hotel. Hij balde zijn vuisten toen hij zag dat ik die Matthijs van Nieuwkerk was, de volgende patiënt. Ik had een uurtje. Over 31 Songs praten lukte niet. Hij had uitgerekend die nacht gedroomd dat Ruud van Nistelrooij en Thierry Henry in hetzelfde elftal speelden en dat idee won het met dubbele cijfers van zijn sweeping statement dat Samba Pa Ti van Santana de ideale muziek is om seks op te bedrijven.
Nick heb ik daarna nooit meer gezien, wel bleef ik trouw zijn boeken lezen. Uiteraard. Het eeuwige geploeter en geëmmer met liefde, seks en status en de hele moderne santenkraam aan krankzinnige meningen en ijdelheden wordt door weinigen scherper gezien en geestiger genoteerd.
Deze week verschijnt zijn jongste roman, Op het eerste gezicht. Over de grote liefde tussen een 43-jarige witte lerares Engels, Lucy en een zaterdaghulp bij de slager, de 21-jarige zwarte jongen Joseph. Ras, generaties en klasse in Londen 2016, ten tijde van het Brexit-referendum. Het kreupele hier & nu waait je recht in je gezicht in deze onweerstaanbare, bitterzoete comedy. Vintage Nick.
Uit het Engels vertaald door Nico Groen. Atlas Contact; 351 pagina's; € 22,99.
Drs. Madelon de Swart
Lucy (42), lerares Engels en sectievoorzitter op een scholengemeenschap in Londen, is in voorjaar 2016 aan het scheiden van de man met wie ze twintig jaar getrouwd was en met wie ze veel gemeen leek te hebben. Maar het huwelijk liep fout, ook omdat Paul verslaafd raakte aan alcohol en coke. Haar hoofd staat nu totaal niet naar relaties. Als ze een oppas voor haar twee zoons van acht en tien zoekt, vraagt ze de aardige jongen die op zaterdag een bijbaan bij de slager heeft. Hij valt erg in de smaak bij de zoons en Joseph voelt zich al langer aangetrokken tot Lucy die hij van de winkel kent. Dat is wederzijds, ze belanden in bed en krijgen een relatie, al is hij veel jonger (22), uit een andere wereld en zwart. Hun omgeving is geschokt en voor hen is de vraag of het blijvend is of een tussenfase? De vaak bekroonde Engelse auteur (1957) van romans en verhalenbundels is ook scenarioschrijver. Deze aansprekende, goed vertaalde roman leest als een trein, zet aan het denken over relaties en geeft bovendien een levendig beeld van Engeland ten tijde van het Brexit-referendum en de strijd die dit oproept.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.