Cruise : roman
Christophe Vekeman
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Niet beschikbaar |
Luisterpunt, 2021 |
VERDIEPING 2 : BATAVIA : DAISY : VEKE |
Dirk Leyman
2/ei/22 m
Is er sprake van een minitrend? Het lijkt erop dat de recente Vlaamse literatuur een bijna melancholische hang naar het kroegleven vertoont. Frederik Willem Daem comprimeerde zijn café-ervaringen in de roman Tekens van leven, terwijl de amoureuze intrige van Peter Terrins Al het blauw zich voltrok in een zwembadcafetaria. Zelfs tachtiger Walter van den Broeck situeerde zijn nieuwe roman Crossroads in een Olens volkscafé.
En nu is er Christophe Vekeman (°1972). In de eerste dertig pagina's van Carwash dompelt hij ons onder in verschaalde bierluchten en gecultiveerde toogpraat. Neuzelen en leuteren doen de vijf aanwezige mannen, terwijl de bevallige serveuse Daisy hen van forse schuimkragen voorziet in café 'Het bier en nu' in Domdorp.
Een merkwaardige, lang uitgesponnen ouverture is het, als opmaat naar een dolkomisch verhaal. Want is Carwash een gesjeesde roadnovel, een avontuurlijke achtervolgings- en liefdessaga, een dolgedraaide satire of toch vooral een regelrechte musical? Zeker is dat personages regelmatig in gezang uitbarsten én luidkeels refreinen ten beste geven, als stonden ze eensklaps op een Broadway-podium. Of was de funkhit 'Car Wash' van Rose Royce (1975) de stuwende kracht?
Een roman, kortom, die je zelden in onze contreien leest en vooral niet al te serieus moet nemen. Want voor zijn zeventiende boek kijkt Christophe Vekeman wederom niet op een onsje (on)gein meer of minder. Die melig op smaak gebrachte pret strooide hij ook in voorganger Cruise (2019) al kwistig in het rond.
Carwash is eveneens de naam van het hoofdpersonage, een stoere bink die bij zijn binnenschrijden in 'Het bier en nu' meteen het hart van Daisy inpalmt. En de gevoelens zijn wederzijds, zodat er een nacht volgt 'waarin ze het wapen van de ironie langzaam maar zeker lieten zakken'. Daisy wil hem zelfs mordicus vergezellen bij een delicate missie om een lading jeansbroeken in het verre stadje Bullet af te leveren. Daarbij speelt zijn 'kleine truck' met de bijnaam Turner de hoofdrol: Vekeman viert zijn autofetisjisme driftig bot op de 'chocomoussekleurige bestelwagen', 'met bliksemschichten die zich aan weerszijden over de hele flank uitstrekten'.
Dat het vestimentaire transport slechts een dekmantel is voor iets anders, blijkt wanneer er sprake is van een geheimzinnige formule, die Carwash in zijn cowboylaars verstopt en waarvoor hij levensgevaarlijk belaagd wordt. Maar zoals het ware striphelden betaamt, weten Carwash en de slimme Daisy - die ook een knokpartij niet uit de weg gaat - steeds hun hachje te redden.
Carwash lezen voor de plot, die nogal met horten en stoten (én nodeloos complex) aan de man wordt gebracht, zou een vergissing zijn. Er zit niets anders op dan je over te leveren aan de op hol geslagen verbeelding van Vekeman.
Woeste achtervolgingsscènes met een vierkoppig koor; een wonderbaarlijke zweefvlucht met Turner over een ravijn; een flik die er wel heel onorthodoxe technieken op nahoudt én de motorbende van The Evil Brotherfuckers die uiterst besmettelijk blijken te wezen (wink wink!). Vekeman gooit alle trossen los en zet met zijn vrolijke vertelling een neus naar die 'romans vol rare schijnproblemen'/ trauma's en neuroses en mensen die alsmaar wenen'.
Kijk, hier heb je een bijna nonsensicaal, licht ouderwets schelmenverhaal vol stijlfiorituurtjes, wie doet het me na, suggereert Vekeman? Niemand wellicht, want zijn tomeloze strapatsen zijn uit de duizend herkenbaar. Sommige grappen lijken dan weer ontsnapt uit een Buster Keaton-film, terwijl het gehannes met de formule een zeker Suske en Wiske-gehalte heeft.
Vekeman bedrijft literaire surplace met scènes die op zich weinig stof om de lendenen hebben maar door zijn stijlcapriolen regelmatig spectaculaire dimensies aannemen. Zoals de verbazing in het Longhorn Hotel wanneer een slechts in zwembroek gehulde man met paard in de lobby opdoemt. Helaas valt een geeuw soms niet te onderdrukken, vooral tijdens de weliswaar cruciale verwikkelingen tussen de roodharige miljonair, zijn uitgedoofde vrouw Marie en zijn knecht Gino. Hier verliest Vekeman de grip, alsof hij aan zijn jolige musical geen bevredigend einde weet te breien. In Carwash springt hij te praalzuchtig om met zijn krankzinnige scheppingsdrang en raakt hij daardoor af en toe de welwillende lezer kwijt.
De Arbeiderspers, 174 p., 20 euro.
Maria Vlaar
i /un/05 j
Het duurde best lang voordat ik in de lach schoot. Een man, naakt op een blauwe zwembroek na, zit op een paard en loopt rond in de lobby van een schimmig snelweghotel. 'Komedie of niet, geregisseerd of niet, acteur of niet, gesubsidieerd of niet, ingehuurd of niet - jammer dat het geen vrouw is', becommentarieert een van de aanwezigen de uitzinnige scène die zich voor zijn ogen ontrolt. Tot pagina 108 verzette ik me tegen de flauwe, karikaturale, uitvergrote wereld waarin taaie bierdrinkers, sexy kroegdames, vermeende homo's op motors en nog een heleboel andere mafkezen eendimensionaal en doldwaas tegelijk worden opgevoerd en waarin niemand zich kan herkennen. Maar vanaf pagina 108 gaf ik me gewonnen en kon ik gaan genieten van Vekemans uitzinnige, komische boek Carwash met de meer dan ironische ondertitel 'musical'.
Het verhaal uiteenzetten heeft geen enkele zin, behalve dat het misschien goed is te weten dat Carwash een jongeman is met cowboylaarzen (voor wie Vekeman niet volgt: die cowboylaarzen zijn een vast onderdeel van zijn repertoire) en een truck, Turner geheten, die uitzonderlijke dingen kan en daarom begeerd wordt. Carwash pikt Daisy op in de kroeg voor wat een onvervalste romantische kasteelroman en dan een roadnovel dreigt te worden. Het loopt uit op een parodie van Lucky Luke en nog een handvol producten van de populaire cultuur. Misschien is het omdat ik álle Lucky Lukes watertandend heb verslonden dat ik op pagina 108 ondanks mijzelf in de lach schoot.
De roman is een stripverhaal in woorden en ook nog een parodie op James Bond, inclusief de slinkse wegen van de onnavolgbaar wrede bad guy, in dit geval een met rood haar en zwart glimpak uitgedoste sadist - denk aan The Joker - die zijn gehandicapte vrouw Maria mishandelt alsof ze een heks is en nog veel meer kwaad van zins is. Carwash is de good guy, een naïeve romanticus met een goed lijf en een gouden hartje.
Schrijven is 'een verlangen uit mijn bijzonder weinig inspirerende leven los te breken en het leven van iemand anders te leven', zei Christophe Vekeman eens in een interview. Literatuur is voor hem geen manier om het leven en de wereld beter te begrijpen, maar een vorm van escapisme. Hij gebruikt Carwash om zich af te zetten tegen de taboes die de laatste jaren in de literatuur zijn opgeworpen, en vooral tegen het autobiografische geschrijf, dat juist over het echt gebeurde leven gaat, over moeders en trauma's, kortom het bijzonder weinig inspirerende leven waar de schrijver niks van wil weten. Romans zijn meestal prietpraat, laat hij Bert in de kroeg tegen Wim zeggen, en waarmee kun je prietpraat beter bestrijden dan met… prietpraat?
Burps
Carwash is ook nog eens een musical - geregeld barsten de personages in gezang uit, zoals in de postmoderne roman vol metaniveau's (wat Carwash óók is) allang gesneden koek is. Aan de stamtafel zingen de mannen, geoefend in melige kroegpraat en allemaal met bierbuik, ruitjeshemd en bretels: 'Rot toch op met je romans vol rare schijnproblemen / Trauma's en neuroses en mensen die alsmaar wenen / Niets is er minder interessant dan je - burps - binnenwereld'. Het wordt zowaar een hit op de radio!
'Vooral niet te diep graven, beter doordrinken, is het devies van de cowboy', schreef ik al eens over Vekemans roman Mensen als ik. Stel je voor dat het werkelijk ergens over zou gaan! Drie jaar later blijkt dat er in Vekemans werk - net als in dat van zijn literaire broertje Herman Brusselmans - geen ontwikkeling zit. Dat is trouwens bij Lucky Luke ook niet zo.
Het moet mij van het hart dat het grote literaire voorbeeld van een schrijver als Vekeman - Gerard Reve - juist voortdurend van zijn eigen leven literatuur maakte, en dat Vekemans geshop in de literatuurgeschiedenis modieus is, en onderdeel van dezelfde literatuurmachine die hij verfoeit. Vekeman is niet zo uniek als hij zichzelf presenteert en zeker geen buitenstaander. Maar in de niche van de literaire komedie presteert hij als een winnende prijsstier.
CHRISTOPHE VEKEMAN, Carwash, De Arbeiderspers, 176 blz., 20 € (e-boek 11,99 €).
(jos)
i /un/01 j
★★★★☆
'Rot toch op met je romans vol rare schijnproblemen,' zingen de stamgasten uit volle borst in café Het Bier en Nu bij aanvang van Vekemans nieuwe roman. Die presenteert hij zelf als de eerste musical in de geschiedenis van de wereldliteratuur. Het schrijfplezier spat van de bladzijden en de hilarische toogpraat mét aanstekelijk gezang bezorgt de lezer stijve kaken van het lachen.
De personages zijn nochtans van bordkarton en het verhaaltje is flinterdun: de coole eenzaat Carwash rijdt met barvrouw Daisy in zijn truck naar het plaatsje Bullet om een lading jeans te leveren - of is het een geheime formule?
De 48-jarige Temsenaar veegt zijn cowboylaarzen aan literaire conventies en steekt met een gespeelde klungeligheid de draak met zijn eigen metier. Hij contrasteert doordacht zijn oubollige Vlaams met een Tarantino-achtige pulp waardoor zijn eigen Bonnie en Clyde tegelijk dorps en filmisch overkomen.
Aanvankelijk wordt de gulzigheid van de lezer voortdurend gevoed door Vekemans gulheid, maar gaandeweg raakt de formule van zijn losgeslagen eigenzinnigheid uitgewerkt en overheerst de banaliteit de pure fun. Niettemin is deze hoogstaande flauwekul een doeltreffend medicijn tegen een overmaat aan ernst en somberheid in de letteren en erbuiten.
Marnix Verplancke
2/ei/26 m
Het was ons nooit eerder overkomen, maar nadat we de laatste bladzijde van Christophe Vekemans Carwash hadden omgeslagen, gingen we spontaan over tot het maken van een handstand tegen de muur. Zoveel lol, leut en samenzang hadden we nimmer in een boek aangetroffen en dat werkte op het gemoed. Samenzang, denkt u nu misschien, wat een raar fenomeen in een roman, maar dat is Carwash dan ook niet. Deze zestiende worp van Vekeman is een musical, wat concreet betekent dat de personages van tijd tot tijd alleen of in groep aan het zingen slaan. ‘Rot toch op met je romans vol rare schijnproblemen / Trauma’s en neuroses en mensen die alsmaar wenen’, klinkt het dan uit volle borst, waarna er nog een rondje wordt gegeven in café Het bier en nu.
Want daar begint Carwash , met een tapkastdiscussie over literatuur en film, waarbij het geschreven woord afgedaan wordt als het etaleren van een hoop neerslachtig makende zielenroerselen, terwijl het beeld een weergave is van de realiteit. Hetgeen je ziet is immers toch ook werkelijk gefilmd? De discussie had urenlang kunnen doorgaan als niet plots na drie jaar afwezigheid Carwash binnen was gestapt, een held in jeans die zich verplaatst in zijn bestelwagen Turner, die hij halsstarrig een truck noemt, en die barmeid Daisy meteen in katzwijm doet vallen. ‘Ik wou dat ik jou was, Carwash’, vertrouwt ze hem met zwoele stem toe. ‘Weet je waarom? Dan kon ik altijd bij je zijn.’
En dus duikt het stel niet veel later tussen de lakens om de ochtend nadien samen met Turner naar Bullet te vertrekken, het stadje waar Carwash een lading jeans moet afleveren. Of is er meer aan de hand? Zitten er onder de broeken en hemden pillen verborgen die de Evil Brotherfuckers moeten genezen van hun kwaadaardige neiging tot het verspreiden van een virus door lichamelijk contact? Of is het nog iets anders? Er worden menige strofen aan gewijd.
Vekeman heeft een broertje dood aan voorspelbare literatuur, blijkt nog maar eens uit Carwash , dat bol staat van de clichés, de parodieën en de verwijzingen naar Smokey and the Bandit , The Best Little Whorehouse in Texas en Vekemans favoriete tv-reeks The Dukes of Hazzard . En het werkt. Zozeer zelfs dat je op het einde zin hebt om mee te zingen met de eindtune.
****
De Arbeiderspers, 176 blz., € 20,00.
L.W. Zandberg
In een café praten de stamgasten over werkelijkheid en fictie. Ze barsten spontaan in gezang uit, ondersteund door de beeldschone barvrouw Daisy. Dan komt er een nieuwe gast bij: de razendknappe Carwash. Daisy en Carwash beleven een wilde nacht. Daarna besluit Daisy met Carwash mee te gaan. Ze gaan in zijn bijzondere automobiel op pad naar het verafgelegen Bullet om jeans te verkopen. Van een logisch verhaal is geen sprake. Het is meer een doldwaze reeks avonturen, geschreven in opzettelijk archaïsch Vlaams, waarmee de auteur hedendaagse conventies over literatuur op de hak neemt. Zo wordt in een terugkerend liedje de draak gestoken met ‘waargebeurde fictie’. Dat werkt op de lachspieren, maar soms ook op de zenuwen. De Vlaamse auteur, performer en dichter (1972) debuteerde in 1999 met de roman ‘Alle mussen zullen sterven’. Dit voor de grap als musical gepresenteerde boek is zijn zeventiende. Kleine druk.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.