Orkaanseizoen
Fernanda Melchor
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Wereldbibliotheek, © 2022 |
VERDIEPING 3 : DUIZENDZINNEN : ROMANS : MELC |
Vivian De Gier
te/ep/17 s
Polo, een jongen van 16 die met zijn moeder in een Mexicaans dorpje woont, heeft zijn leven tot nu toe nogal verkloot. Zijn moeder, die niet nalaat elke dag opnieuw haar ongezouten woede over hem uit te storten, heeft een baan als tuinman voor hem geregeld in het luxevakantieoord Paradais, maar laat hem al zijn geld inleveren om de schulden en het huishouden te kunnen betalen.
De twee mensen aan wie Polo zich optrok, zijn opa en neef, zijn respectievelijk dood en uit zijn leven verdwenen. Polo is eenzaam, ongelukkig, kwaad en wanhopig. Hij is waarschijnlijk degene die zijn nicht (die hij onder meer een krolse kat noemt) zwanger heeft gemaakt.
Geen wonder dus dat Polo niets liever wil dan vergetelheid en maar al te graag de drank en sigaretten aanneemt van Franco, een 'vadsig varken', die met zijn grootouders in Paradais verblijft. Maar de verdoving is nooit groot genoeg om zich echt bevrijd te voelen van de hel die zijn leven is. En na slechts een paar uur nadat hij straallazarus is neergezegen op zijn dunne matje op de woonkamervloer gaat de wekker alweer.
Intussen houdt Franco niet op Polo door te zagen over de manieren waarop hij zijn buurvrouw Marian wil neuken. Fantasieën die steeds duisterder vormen aannemen. Alsof hij in een moeras wordt gesleurd waar geen ontkomen meer aan is, zo drijft een kolkende mengeling van armoede, geweld, woede en uitzichtloosheid Polo voort.
Kopje-onder
De rauwe, meedogenloze, vulgaire taal en de eindeloos lange, voortrazende zinnen waarmee Melchor haar verhaal vertelt, herinneren aan haar vorige, voor de Booker International Prize genomineerde boek Orkaanseizoen. Ook qua thematiek ligt deze beknopte roman dicht bij haar vorige succesroman. Een veilige keuze misschien, of misschien heeft Melchor nu nog weinig andere kleuren op haar palet behalve vijftig tinten zwart.
Maar opnieuw is haar stijl adembenemend. Als er dan eindelijk ergens een punt staat, laat Melchor haar lezer maar heel even op adem komen voordat de volgende weergaloze volzinnen als een tsunami van de bladzijdes af komen rollen. Een hap lucht en daar ga je weer, kopje-onder, naar een gitzwarte climax.
Maarten Steenmeijer
ob/kt/22 o
De Mexicaanse schrijfster Fernanda Melchor maakte naam met haar tweede roman Orkaanseizoen, die in 2020 de shortlist van de International Booker Prize haalde. De prijs ging dat jaar naar De avond is ongemak van Marieke Lucas Rijneveld, maar het overrompelende Orkaanseizoen was een minstens zo sterke kandidaat. Rond de moord op een homoseksuele outcast in een uithoek van Mexico spint Melchor een web van dieptreurige levens zonder enig perspectief, zoals dat van een 13-jarig meisje dat zwanger raakt van haar stiefvader, van huis wegloopt en van de regen in de drup komt wanneer ze met een zwaar verslaafde jongen gaat samenhokken die wat centen bij elkaar sprokkelt door homoseksuele mannen aan hun gerief te helpen.
Paradais ligt in het verlengde van Orkaanseizoen (waarvan een Netflixverfilming in voorbereiding is). Onmiddellijk herken je die koortsachtige keten van lange zinnen die de intimiderende verteltrant bepalen waarmee Melchor je diep het drijfzand van armoede, geweld, drank, drugs en machismo in trekt waarin haar personages proberen te overleven. Het Mexico van Melchor is genadeloos, harteloos en uitzichtloos en dat zal de lezer weten ook. Haar romans zijn een stomp in je maag.
Verschillen zijn er ook. Paradais speelt zich niet, zoals Orkaanseizoen, af in een godvergeten niemandsland van verschoppelingen, maar in een bewaakt villapark met zwembad waar welgestelde gezinnen wonen en dat de auteur met een bitter ironische kwinkslag Paradais heeft gedoopt. Een ander verschil is dat Paradais de meerstemmigheid van Orkaanseizoen ontbeert en maar één personage op de voet volgt, de puber Polo. Het is daarom misschien meer een novelle dan een roman.
Polo is van school getrapt en moet van zijn tirannieke moeder aan het werk. Hij komt terecht in Paradais, waar hij 'de grasmaaier [is], de takkensnoeier, de strontschepper, de andermans-auto-wasser, de loser die aan kwam rennen wanneer die schoften naar hem floten: hun slaafje'. Als hij 's avonds klaar is, gaat hij liever niet naar huis, want daar zit zijn moeder hem alleen maar op de nek. Liever zet hij het met leeftijdgenoot Franco avond na avond op een zuipen.
Franco heeft het een en ander gemeen met Polo. Hij woont bij zijn grootouders en groeit dus net als Polo op zonder een vader in huis. En ook Franco is van school getrapt, al heet dat in zijn geval anders: hij is van school gestuurd. Het verschil staat voor de grote sociale kloof tussen de twee jongens: Franco komt uit een rijke familie (en woont in een van de villa's van Paradais), Polo uit een kansarm milieu. En, niet toevallig: Franco is wit, Polo zwart.
Nog zoiets: Polo moet werken terwijl het 'overvoede cherubijntje' Franco (het is een van de vele bijnamen die Polo voor zijn dikke drinkmaatje bedenkt) de hele dag de tijd heeft om zich te verlustigen aan buurvrouw Marian, echtgenote van een bekende televisiepersoonlijkheid en moeder van twee jongetjes. Hij zet er zelfs het pornokijken voor opzij, want sinds zij in zijn leven is gekomen vindt hij 'alle porno waar hij naar keek (...) rotzooi, ridicule nepperij'.
Marian wordt een obsessie voor Franco. Eindeloos masturberen met haar in gedachten is niet genoeg meer, hij wil het echt met haar doen en bedenkt een plan. Voor de uitvoering daarvan heeft hij Polo nodig. Die doet mee, maar niet vanwege de buurvrouw. Zijn fantasieën liggen op een ander terrein en ook dat is kenmerkend voor de klasseverschillen tussen de twee jongens: de inbraak die ze van plan zijn te plegen moet Franco eindelijk de kans geven zijn lusten bot te vieren op de buurvrouw, terwijl Polo alleen maar geïnteresseerd is in wat hij uit haar huis kan jatten. Met die gestolen goederen hoopt hij een paspoort in handen te hebben dat hem toegang geeft tot de bende waar hij graag bij wil horen. Dan hoeft hij niet meer het vernederende en slechtbetaalde werk in Paradais te doen en dan hoeft hij ook niet meer bij zijn tirannieke moeder in huis te wonen.
Het verhaal van deze twee puberdromen is even rauw als de taal waarin het gestalte krijgt. Vertaler Lisa Thunnissen moet er een flinke kluif aan hebben gehad maar dat is niet te merken aan haar tekst, want die stroomt - op een enkele hapering na - als een waterval en staat vol fraaie formuleringen en mooie vondsten ('wandelende drilpudding'; 'oversekste druipgrot'). Melchor is dankzij Thunnissen ook in het Nederlands een geweldige auteur.
★★★★☆
Uit het Spaans vertaald door Lisa Thunnissen. Wereldbibliotheek; 159 pagina's; € 21,99.
Bookarang
Een grimmig portret van een samenleving die uit haar voegen is geraakt door ongelijkheid, geweld en racisme. Polo heeft er een zootje van gemaakt, hij is van school getrapt en werkt nu als tuinman in het luxueuze wooncomplex Paradais in Mexico. Hij spreekt elke dag af met leeftijdgenoot Franco op een steiger die uit het zicht ligt. Daar bezatten ze zich met drank die Polo met Franco’s geld koopt. Franco heeft steeds gewelddadigere fantasieën over zijn buurvrouw en besluit dat fantaseren niet genoeg is. Hij komt aanzetten met het pistool van zijn opa en Polo moet hem helpen. Met vaart geschreven. Voor een breed tot literair lezerspubliek. Fernanda Melchor (Veracruz, 1982) is schrijver en vertaler. Haar werk werd in meerdere landen uitgegeven en won verschillende literaire prijzen, zoals de Anna Seghers-Preis en de International Literature Award.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.