Vallen
Anne Provoost
Anne Provoost (Auteur)
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Em. Querido's Uitgeverij, 2022 |
VERDIEPING 3 : DUIZENDZINNEN : POEZIE : PROV |
Paul Demets
em/ec/17 d
Bij wie iets opkropt, moet het er onvermijdelijk uit na een tijd. Dat was ook zo bij Anne Provoost, die grote bekendheid geniet door haar bijzondere romans voor de jeugd en voor volwassenen en door haar essays. Ze werkt al jaren aan een roman over haar grootmoeder en de frontkinderen in de Westhoek. Maar ze hoorde blijkbaar een andere cadans in haar hoofd: die van poëzie. Dat resulteerde in haar debuutbundel Krop.
Je zou kunnen stellen dat deze bundel van een impasse getuigt: enerzijds de persoonlijke impasse bij moeilijke momenten in de liefde, anderzijds de impasse in de maatschappij, zoals wat covid en de bestorming van het Capitool aangericht hebben. Krop is dus niet zozeer de neerslag van een writer's block, wel van bezorgdheid over ons menselijk bestaan. Meer dan eens is Provoost ironisch over de manier waarop we met elkaar omgaan. Bijvoorbeeld in het titelgedicht 'Krop', over de reacties op iemands dood: 'We hebben de jaren al,/ dus het beste wat/ ons nu kan overkomen/ is vroegtijdig dood te worden verklaard/ in een krant of op een Facebook-status'.
De stijl die Anne Provoost hanteert, valt op: lyrisch, dan weer prozaïsch, bijna laconiek mededelend. Zoals in 'Last post', waar we een opsomming van goede voornemens krijgen. Haar gedichten krijgen soms een grotesk karakter en doen op die plaatsen enigszins aan het werk van Gust Gils denken. Neem bijvoorbeeld het gedicht 'Dankwoord', waarin Provoost terugkijkt op haar leven: 'Ik wachtte op mijn wettelijk einde/met mijn kont in de veren/ in een kist die ik zelf niet kon sluiten.'
We lezen autobiografische gedichten over de dichter als geliefde, als vrouw en als moeder. Maar Provoost verruimt deze thematiek door op zoek te gaan naar wat ons als mensen, over de generaties heen, verbindt. De dood is onontkoombaar, maar door wat mensen realiseren, worden er ook dingen doorgegeven, van generatie op generatie. Vogels maken van het gevonden voedsel een soort propje waarop ze gekauwd hebben, om het door te geven aan hun jongen. Dat lijkt Provoost voor ons te doen. Is dit geëngageerde poëzie? Sommige gedichten hebben een activistische toon, die overeenstemt met de ondertitel van de bundel: 'Want er is tussen ons iets enorms aan de gang', wat duidelijk niet alleen maar een liefdesverklaring is. Het is ook een noodkreet, een ingehouden schreeuw. Gezapig wil ze zeker niet schrijven: 'Dat we zouden eindigen als dichters/ met rozijnachtige gezichten/ die hun opvattingen altijd van twee kanten bekijken/ en hun slaap onderverdelen in secties/ omdat ze denken in dromen/ en geen hulpwerkwoorden willen gebruiken/ hadden we op een of andere wijze/ moeten willen vermijden, pom-pom-pom.'
Anne Provoost heeft er duidelijk bewust niet voor gekozen om haar bundel in afdelingen in te delen. Het weerspiegelt het dagelijkse leven: hoe het persoonlijke en het maatschappelijke elkaar in het hoofd van de dichter afwisselen, maar ook samen klinken. Van beide kan je een krop in de keel krijgen. Er vallen geen tussenschotten te plaatsen. Provoost biedt ons soms zinnelijke lyriek en dan weer ruwere schetsen, terwijl haar gedichten natuurlijk wel een specifiek ritme hebben. En altijd getuigen van haar liefde voor de taal, zoals hier, in de matrassenwinkel: 'Hoe we van woorden hielden/ die in de mode waren/ bij topdek en traagschuim opgewonden raakten'.
Met een krop in de keel kan je ook spreken. En hoe. Anne Provoost bewijst het met haar debuutbundel die van een grote urgentie getuigt.
Querido, 80 blz.,18,99 €.
T.H.
Vijftig gedichten met titels als ‘Honger’, ‘Drie harten’, ‘Misverstand’, ‘Achterkleinkind’, ‘Zoals je nog zei toen ik stierf’. Elk gedicht staat op zich en heeft geen onderling verband. Het zijn allemaal lange gedichten, behalve het gedicht 'Lang': ‘dood is maar voor even / daarna komt wat altijd is geweest / leven, leven, leven’. Omgekeerde gedachten als: ‘God is naar ons beeld geschapen’. Gedichten om lang over na te denken en vaak te lezen. Poëziedebuut van Vlaamse jeugdboekenschrijfster van o.a. ‘Vallen’ (1994), ‘Arkvaarders’ (2001), ‘De roos en het zwijn (1997).
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.