De vogels
Tarjei Vesaas
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Uitgeverij Oevers, 2022 |
VERDIEPING 3 : DUIZENDZINNEN : ROMANS : VESA |
Alexandra De Vos
em/ec/17 d
Oog om oog, tand om tand. Het oudtestamentische verlangen om kwaad te wreken met méér kwaad is bijna onuitroeibaar. Noem het primitief rechtvaardigheidsgevoel. Maar wat gebeurt er als brave christenmensen die afgrond van geweld in zichzelf ontdekken? De Noorse schrijver Tarjei Vesaas buigt zich over die vraag in zijn romanklassieker De kiem (1940).
Het is hoogzomer op een klein groen eiland. Alles groeit en bloeit, biggetjes worden geboren en een vredige boerengemeenschap wordt verrast door de komst van een vreemdeling. Andreas Vest is knap, rusteloos, met een wonderlijk licht in zijn ogen. Hij staat op de rand van de ineenstorting, 'beschadigd zonder dat het aan de buitenkant te zien was'.
Als Andreas op een zeug stoot die in een vlaag van waanzin haar biggetjes opeet, knapt er iets. In hem opent zich de afgrond: 'Naar de verdoemden en verlorenen. Diep in de donkere kloof. Een vonk. En het ontvlamde.' Andreas zal moorden, en die moord maakt op zijn beurt het beest in brave eilanders wakker. Wraak, bloed, dat willen ze. 'De moordenaar pakken en hem overdragen aan het gezag? Dat was niet genoeg. Dat zou wat er bij hen uit de schaduw was getreden niet vervullen.'
In de grootste schuur op het eiland komen de boeren na hun klopjacht samen, bang en gebroken, zoekend naar een zondebok. Ze hopen op vergeving, en Vesaas gunt ze dat. De duistere afgrond van het drama verpakt hij in koortsige, strakke zinnen, zoals het een modernistisch schrijver betaamt. Maar daarnaast geeft Vesaas zich over aan stralende beschrijvingen van het groene eiland, van het midzomerlicht en de eeuwige kracht van de levenscyclus. Het is de natuur die de vertwijfelde mens redt. De kiem draait om schuld en boete, een bij uitstek christelijk thema - maar hij is heidens in het diepst van zijn gedachten.
Vertaald door Marin Mars, Oevers, 230 blz., 22 €. Oorspr. titel: 'Kimen'.
Peter Swanborn
ua/an/28 j
Wie op reis door Scandinavië vrolijk wordt van al die felgekleurde huizen en boerderijen zal na het lezen van De kiem van de Noorse auteur Tarjei Vesaas toch opschrikken als er weer eens zo'n knalrode schuur opduikt. Bij Vesaas duidt het rood van de schuur op een offerplaats. Een mensenoffer, welteverstaan.
Sinds een paar jaar worden de romans van Vesaas (1897-1970) opnieuw vertaald en geheel terecht, want Vesaas is een meesterlijke verteller. In 2018 verscheen De vogels, daarna volgden Het ijspaleis en De boot in de avond. Het nu verschenen De kiem lijkt nog het meest op De vogels. Ging het in dat boek om een houthakker die het vredige samenleven van een broer en zus kwam verstoren, in De kiem is het een vreemdeling met een traumatisch verleden die het geluk van een heel gezin op de proef stelt.De setting is paradijselijk. Een eiland vol boomgaarden en welvarende boerderijen. Het boek opent met een scène die de schepping moet verbeelden: twee zeugen werpen een groot aantal biggetjes. Vol levenslust beginnen de biggetjes aan de tepels van hun moeders te sabbelen.
Vesaas laat het geluk niet lang duren. De mannelijke biggetjes dienen gecastreerd te worden en er wordt een 'koeiensmid' opgetrommeld om de klus te klaren. Zodra de zeugen doorkrijgen wat er staat te gebeuren, barsten ze los in blinde razernij. Ze breken uit hun hokken en kiezen de verkeerde vijand: ze gaan elkaar te lijf.
Deze uitbarsting is een voorafschaduwing van wat zich verderop in het boek in de mensenwereld zal afspelen en bij iedere mindere schrijver zou deze opzichtige parallel verkeerd hebben uitgepakt. Vesaas weet de blinde woede echter zo goed te verwoorden dat het nergens stoort. Sterker nog, het losbreken van de duistere krachten doet je meermaals naar adem happen.
Een van de mensen die machteloos toekijken terwijl de varkens elkaar afmaken is Andreas Vest, de vreemdeling die naar het eiland is gekomen 'op zoek naar een plek die hem kan genezen'. Jaren eerder werkte hij in een fabriek die met gevaarlijke stoffen werkte. De boel ontplofte en Andreas hield er iets aan over wat we nu waarschijnlijk als ptss zouden aanduiden.
Sindsdien is hij dolende en als hij op het eiland de mooie, 17-jarige Inga tegenkomt, gaat het mis: 'Duistere, onherkenbare dingen raasden door zijn hoofd - en flakkerden soms op als een witte lichtflits die liet zien wat hij moest doen, wat hij moest zeggen. Hij hoefde geen moment te twijfelen. En te midden hiervan raasden de dingen als een duistere stroom door kloven en ravijnen. Onbeheersbaar sterk. Dit jonge meisje was gedoemd ten onder te gaan.'
Dat gebeurt dan ook en wat volgt, is een wilde jacht op de moordenaar, een jacht die wordt aangevoerd door Inga's broer Rolv, met opnieuw noodlottige gevolgen: 'Van de man die ze te lijf gingen werd geen enkele kreet gehoord. Maar nu werd hij geofferd. Hij bloedde op de wortels van de fruitbomen.'
Het tweede deel van het boek behelst de onhandige pogingen van alle betrokkenen om in het reine te komen met wat zich heeft afgespeeld. Een gegeven dat nog eens gecompliceerd wordt als men inziet dat de moordenaar niet toerekeningsvatbaar was. Het is één grote studie naar roes en razernij, naar groepsgedrag en eigenrichting.
In de rode schuur waar de varkens gek werden én waar de moordenaar is vermoord, komt uiteindelijk de hele eilandbevolking bijeen. Een nacht lang proberen ze collectief boete te doen, ieder op z'n eigen manier. Onvergetelijk is de figuur van de koppige vader die het niet voor elkaar krijgt om zijn zoon en plein public te veroordelen. De man die altijd alles zo goed wist, staat nu met een mond vol tanden: 'Hij voelde zich ellendig. Vond dat hij zich verachtelijk gedroeg. Stond net als de anderen eenzaam tegen de wand.'
Opvallend aan dit verhaal is het geheel ontbreken van zowel politie als dominee. Het paradijselijke eiland dacht ze niet nodig te hebben. Het werpt de zelfvoldane boeren des te meer terug op hun eigen geweten, of op het ontbreken daarvan.
★★★★☆
Uit het Noors vertaald door Marin Mars. Oevers; 232 pagina's; € 22.
Bookarang
Een literaire roman over groepsdynamiek en misdaad. Op een klein groen eiland komt een vreemdeling met psychische problemen aan. De eilandbewoners, die leven in een kleine, evenwichtige gemeenschap, staan sceptisch tegenover hem. Met de komst van de mentaal onstabiele vreemdeling wordt het evenwicht op het eiland plotseling verstoord. De dochter van de varkensboer wordt dood aangetroffen en niemand twijfelt eraan wie de dader is. De jacht op de vreemdeling wordt geopend. Later komen de bewoners bijeen bij de varkensboer om hun gedrag te rechtvaardigen. Op heldere, lichtvoetige toon geschreven. Met name geschikt voor een literaire lezersgroep.Tarjei Vesaas (1897-1970) wordt beschouwd als een van de grootste Noorse dichters en romanschrijvers van de twintigste eeuw. Hij debuteerde in 1923 en schreef romans, poëziebundels, korte verhalen en toneelstukken. Hij werd regelmatig genoemd als kanshebber voor de Nobelprijs voor Literatuur en won in 1964 de prestigieuze Literatuurprijs van de Noordse Raad.'De kiem' werd oorspronkelijk gepubliceerd in 1945.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.