Paradijs : roman
Abdulrazak Gurnah
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Meulenhoff, © 2023 |
VERDIEPING 3 : DUIZENDZINNEN : ROMANS : GURN |
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Meulenhoff, © 2023 |
VOLWASSENEN : ROMANS : GURN |
Hans Bouman
ua/an/27 j
Toen de Brits-Tanzaniaanse auteur Abdulrazak Gurnah in 2021 werd bekroond met de Nobelprijs, was er in de boekhandel niet één boek van hem te vinden. Niet hier, maar ook niet in Groot-Brittannië en de Verenigde Staten. Natuurlijk is er sindsdien het een en ander veranderd. Na Paradijs (Paradise, Booker-shortlist 1994) verschijnt nu Gurnahs meest recente roman Hiernamaals (Afterlives) in Nederlandse vertaling.
Zoals veel van Gurnahs romans - dit is zijn negende - gaat Hiernamaals over de gevolgen van de Europese kolonisatie van het Oost-Afrika waar hij is opgegroeid. Het boek bestrijkt de periode van de late 19de eeuw tot de jaren 1960.
Nadat in de jaren daarvoor reeds de Britten, Fransen, Belgen, Portugezen en Italianen delen van het Afrikaanse continent hebben onderworpen, verschijnen vanaf ongeveer 1885 de Duitsers op het toneel. Hun beruchte, wreedaardige Schutztruppe rekruteren hun voetsoldaten graag uit de lokale bevolking, jongemannen die askari worden genoemd en die enthousiast meedoen aan het geweld. Ook worden veel Afrikanen als dragers gerekruteerd. Gurnahs grootvader was een van hen, en naar verluidt is Hiernamaals deels gebaseerd op diens ervaringen.
'Ben je gek, vriend?'
Hiernamaals schetst in schrijnend taalgebruik hoe de lokale bevolking wordt vermalen door de Europese koloniale machten en hun onderlinge strijd. Sommigen zijn zich hier nauwelijks van bewust, anderen des te meer. Gurnah brengt de gebeurtenissen in het verscheurde Oost-Afrika tot leven via een handvol personages, die allemaal met elkaar verbonden blijken.
Om te beginnen is daar Ilyas, die zich al vroeg in de roman voorneemt als askari in Duitse dienst te vechten. Wanneer hij dat kenbaar maakt, krijgt hij de wind van voren van een dorpsgenoot, wiens woorden hem rechtstreeks door Gurnah lijken te zijn ingefluisterd: 'Ze hebben je ingepakt, vriend. Ben je gek? Dit gaat om een conflict tussen twee brute en boosaardige bezetters. Ze vechten erom wie ons mag inlijven. Wat heb jij ermee te maken?' Maar Ilyas is eigenwijs, gaat de oorlog in en verdwijnt - naar het lijkt voorgoed - uit de roman.
De drie andere hoofdpersonages zijn Ilyas' jongere zusje Afiya, zijn vriend Khalifa en voormalig askari Hamza. Vooral het verhaal van Hamza vormt een rode en - uiteindelijk - verbindende draad in het boek. Zijn jaren in Duitse dienst worden op indringende wijze beschreven: de bijzondere relatie met zijn Oberleutnant, die een onmiskenbaar erotische ondertoon heeft, de daaropvolgende wreedheden van de Feldwebel, waar Hamza (uit wraak?) mee te maken krijgt, de geestelijke afstomping die het oorlogsgeweld met zich meebrengt.
Telkens wordt duidelijk dat de lokale soldaten in feite andermans oorlog aan het vechten zijn: 'De askari lieten het land verwoest achter, honderdduizenden bewoners leden honger en stierven, maar zelf bleven ze met een blinde, dodelijke ijver strijden voor een zaak waarvan ze de oorsprong niet kenden en waarvan de ijdele ambities uiteindelijk tot hun overheersing moesten leiden.'
Hun strijd was, zo schrijft de verteller enigszins didactisch, 'een nevenattractie van de grote tragedies in Europa, maar voor degenen die het van dichtbij meemaakten, was dit een tijd waarin hun land doordrenkt was met bloed en bezaaid met lijken'.
Hiernamaals laat ruimte voor de schoonheid, tederheid en liefde, die ook in tijden van oorlog en onderdrukking kunnen bloeien. Dit komt vooral tot uiting in de relatie die Afiya en Hamza met elkaar krijgen. Wanneer uit hun huwelijk een zoon wordt geboren, noemen ze hem Ilyas, naar Afiya's broer, van wie ze sinds zijn intreden in het Duitse leger in 1914 niets meer hebben vernomen.
Als de Eerste Wereldoorlog eindigt met een geallieerde overwinning en de Duitse kolonies in Oost-Afrika worden overgenomen door de Britten, versnelt het tempo van de roman. Compact wordt beschreven hoe de crisis van de jaren 30 ook Afrika beroert, hoe de Tweede Wereldoorlog uitbreekt en hoe, na opnieuw een geallieerde overwinning, het dekolonisatieproces tot stand komt en de Britten Oost-Afrika uiteindelijk verlaten.
Door het laatste deel van de roman waart de geest van de verdwenen Ilyas. Vooral zijn zus Afiya gaat zeer gebukt onder het feit dat er nog altijd taal noch teken van hem is vernomen. Mag ze blijven hopen? Moet ze rouwen? Uiteindelijk zal het haar zoon zijn, de jonge Ilyas, die op zoek gaat naar zijn oom. Net als de oudere Ilyas leert hij uitstekend Duits spreken en krijgt hij in 1963 - Tanzania is inmiddels twee jaar onafhankelijk - zelfs een beurs om in Bonn te gaan studeren.
Die omstandigheid maakt het hem mogelijk te achterhalen wat zijn oom is overkomen en of hij nog leeft. Het levert een bijna terloops verwoord slotakkoord op, dat niettemin door merg en been gaat.
Catherine Vuylsteke
ob/kt/21 o
Sommigen zullen het aan zijn leeftijd toeschrijven, maar in elk interview met de Tanzaniaans-Britse Nobelprijswinnaar voor Literatuur Abdulrazak Gurnah valt zijn bedachtzame mildheid op. Vraagt een aankomende Amerikaans-Nigeriaanse schrijver hem of hij het ook zo erg vindt dat mensen zijn boeken louter lezen om hun kennis van de Afrikaanse geschiedenis bij te spijkeren, dan noemt hij dat juist een valabel motief, eraan toevoegend dat geen enkele lezer het alléén daarom honderden pagina's uithoudt. Evenmin treedt Gurnah een Duits-Ghanese museumdirecteur bij, die maar niet snapt waarom Duitsland zich de Tweede Wereldoorlog blijft herinneren, terwijl het van de verschrikkingen van de kolonisatie een halve eeuw eerder niet wakker ligt. Dat recente verleden, pareert Gurnah, is zo afgrijselijk dat wat verder in de tijd ligt, nog geen aandacht kon krijgen.
Datzelfde begrip en talent om vele perspectieven tegelijk te zien, spreekt uit Gurnahs romans, niet het minst uit Hiernamaals , dat drie jaar na verschijning nu ook in het Nederlands is vertaald.
Stiekem smoor
Het verhaal begint kort na de eeuwwisseling, op een moment dat Oost-Afrika gecontroleerd wordt door de Europeanen, 'althans op de kaart: Brits Oost-Afrika, Duits Oost-Afrika, Portugees Oost-Afrika, Belgisch Congo'. Het verzet tegen deze kolonisatie wordt door het Duitse keizerrijk meedogenloos neergeslagen. Met name de Schutztruppe, een leger van Afrikaanse huursoldaten of 'askari's' onder het commando van kolonel Wissmann, zaait dood en vernieling.
Ilyas en Hamza, twee van de protagonisten in de roman, vervoegen de Schutztruppe. De eerste verdwijnt spoorloos maar bepaalt decennia later nog het leven van zijn neef, de tweede aanschouwt de verknipte 'beschavingsmissie', waarbij de Duitsers 's ochtends vrouwen en kinderen afslachten om 's avonds Goethe, Schiller en Heine te bestuderen.
Waarom lieten deze jongemannen zich monsteren bij de Duitsers, net zoals honderdduizenden andere jonge Afrikaanse mannen voor de Britten, Belgen of Fransen vochten? Dachten ze destijds niet in termen van continent en voelden ze zich louter verbonden met een volk of een plaats? Werden ze gedwongen, of zochten ze avontuur en status? Het is aan de lezer om te oordelen.
Hiernamaals bevat geen eenvoudige antwoorden en hoedt zich voor een karikaturale voorstelling van de Duitsers. Zo is Hamza's superieur stiekem smoor op hem. Hij biedt bescherming en onderricht, maar die privileges komen de askari duur te staan. De Duitse zendeling die zijn leven redt, kwijt zich liefdevol van zijn taken, maar ziet het Oost-Afrikaanse platteland als 'een plek waar nooit iets is gebeurd dat het vermelden waard is'.
Krijtlijn
Op Dottie (1990) na spelen alle romans die Gurnah tussen 1986 en 2020 schreef zich geheel of gedeeltelijk af in de smeltkroes van Oost-Afrika, die hijzelf als negentienjarige om politieke redenen ontvluchtte. Hoewel hij zijn taal doorspekt met begrippen uit het Swahili en het Arabisch, wordt Gurnah niet gedreven door heimwee of nostalgie. Het gros van zijn personages is ontworteld. Het zijn onbeduidende burgers uit armoedige, disfunctionele gezinnen, die er het beste van proberen maken.
Gurnahs literaire continent is zoals het concept van Afrika dat de leraar in het boek By the sea (2001) op het bord tekent. Zijn lijn loopt van de kust van Noord-Afrika, langs Kaap de Goede Hoop, over de Rode Zee, India en dan helemaal tot China. Hij stopt daar en glimlacht. 'Dit moment van de ononderbroken krijtlijn is cruciaal voor het hele oeuvre van Gurnah', zo schrijft de Zuid-Afrikaanse literatuurprofessor Tina Steiner in Critical perspectives on Abdulrazak Gurnah . 'Het maakt de oceaan zichtbaar waarop zoveel van zijn verhalen drijven. Ik vermoed zelfs dat de glimlach van deze leraar eigenlijk de glimlach van de verhalenverteller is'.
Bovenal beseft Gurnah hoezeer we louter brokstukken en fragmentarische verhalen hebben, die onderling verbonden zijn en vanuit tal van perspectieven kunnen worden verteld. Ze zijn bepaald door toeval, verlies, trauma en het onvermogen tot echte herinnering. Zou dat in veel gevallen uitmonden in larmoyant en beschuldigend proza, bij de Nobelprijswinnaar domineren de zelfspot en het mededogen voor de universeel menselijke conditie. In deze tijden van identitair denken bieden zijn romans een al even heerlijk als broodnodig tegengif.
Vertaald door Lucie Schaap, Meulenhoff, 384 blz., € 24,99 (e-boek € 14,99) Oorspr. titel: 'Afterlives'.
Hans Bouman
ua/an/27 j
Toen de Brits-Tanzaniaanse auteur Abdulrazak Gurnah in 2021 werd bekroond met de Nobelprijs, was er in de boekhandel niet één boek van hem te vinden. Niet in Nederland, maar ook niet in Groot-Brittannië en de Verenigde Staten. Natuurlijk is er sindsdien het een en ander veranderd. Na Paradijs (Paradise, Booker-shortlist 1994) verschijnt nu Gurnahs meest recente roman Hiernamaals (Afterlives) in Nederlandse vertaling.
Zoals veel van Gurnahs romans - dit is zijn negende - gaat Hiernamaals over de gevolgen van de Europese kolonisatie van het Oost-Afrika waar hij is opgegroeid. Het boek bestrijkt de periode van de late 19de eeuw tot de jaren zestig van de 20ste eeuw.
Nadat in de jaren daarvoor reeds de Britten, Fransen, Belgen, Portugezen en Italianen delen van het Afrikaanse continent hebben onderworpen, verschijnen vanaf ongeveer 1885 de Duitsers op het toneel. Hun beruchte, wreedaardige Schutztruppe rekruteren hun voetsoldaten graag uit de lokale bevolking, jongemannen die askari worden genoemd en die enthousiast meedoen aan het geweld. Ook worden veel Afrikanen gerekruteerd als dragers. Gurnahs grootvader was een van hen, en naar verluidt is Hiernamaals deels gebaseerd op diens ervaringen.
De roman schetst in schrijnend taalgebruik hoe de lokale bevolking wordt vermalen door de Europese koloniale machten en hun onderlinge strijd. Sommigen zijn zich hier nauwelijks van bewust, anderen des te meer. Gurnah brengt de gebeurtenissen in het verscheurde Oost-Afrika tot leven via een handvol personages, die allemaal met elkaar verbonden blijken.
Om te beginnen is daar Ilyas, die zich al vroeg in de roman voorneemt als askari in Duitse dienst te gaan vechten. Wanneer hij dat kenbaar maakt, krijgt hij de wind van voren van een dorpsgenoot, wiens woorden hem rechtstreeks door Gurnah lijken te zijn ingefluisterd: 'Ze hebben je ingepakt, vriend. Ben je gek? Dit gaat om een conflict tussen twee brute en boosaardige bezetters. Ze vechten erom wie ons in mag lijven. Wat heb jij ermee te maken?' Maar Ilyas is eigenwijs, gaat de oorlog in en verdwijnt - naar het lijkt voorgoed - uit de roman.
De drie andere hoofdpersonages zijn Ilyas' jongere zusje Aliya, zijn vriend Khalifa en voormalig askari Hamza. Vooral het verhaal van Hamza vormt een rode en - uiteindelijk - verbindende draad in het boek. Zijn jaren in Duitse dienst worden op indringende wijze beschreven: de bijzondere relatie met zijn Oberleutnant, die een onmiskenbaar erotische ondertoon heeft, de daaropvolgende wreedheden van de Feldwebel, waar Hamza (uit wraak?) mee te maken krijgt, de geestelijke afstomping die het oorlogsgeweld met zich meebrengt.
Telkens wordt duidelijk dat de lokale soldaten in feite andermans oorlog aan het vechten zijn: 'De askari lieten het land verwoest achter, honderdduizenden bewoners leden honger en stierven, maar zelf bleven ze met een blinde, dodelijke ijver strijden voor een zaak waarvan ze de oorsprong niet kenden en waarvan de ijdele ambities uiteindelijk tot hun overheersing moesten leiden.' Hun strijd was, zo schrijft de verteller enigszins didactisch, 'een nevenattractie van de grote tragedies in Europa, maar voor degenen die het van dichtbij meemaakten, was dit een tijd waarin hun land doordrenkt was met bloed en bezaaid met lijken.'
Hiernamaals laat ruimte voor schoonheid, tederheid en liefde, die ook in tijden van oorlog en onderdrukking kunnen bloeien. Dit komt vooral tot uiting in de relatie die Aliya en Hamza met elkaar krijgen. Wanneer uit hun huwelijk een zoon wordt geboren, noemen ze hem Ilyas, naar Aliya's broer, van wie ze sinds zijn intreden in het Duitse leger in 1914 niets meer hebben vernomen.
Als de Eerste Wereldoorlog eindigt met een geallieerde overwinning en de Duitse kolonies in Oost-Afrika worden overgenomen door de Britten, versnelt het tempo van de roman. Compact wordt beschreven hoe de crisis van de jaren dertig ook Afrika beroert, hoe de Tweede Wereldoorlog uitbreekt en hoe, na opnieuw een geallieerde overwinning, het dekolonisatieproces tot stand komt en de Britten Oost-Afrika uiteindelijk verlaten.
Door het laatste deel van de roman waart de geest van de verdwenen Ilyas. Vooral zijn zus Aliya gaat zeer gebukt onder het feit dat er nog altijd taal noch teken van hem is vernomen. Mag ze blijven hopen? Moet ze rouwen? Uiteindelijk is het haar zoon, de jonge Ilyas, die op zoek gaat naar zijn oom. Net als de oudere Ilyas leert hij uitstekend Duits spreken en krijgt hij in 1963 - Tanzania is inmiddels twee jaar onafhankelijk - zelfs een beurs om in Bonn te gaan studeren.
Die omstandigheid maakt het hem mogelijk te achterhalen wat zijn oom is overkomen en of hij nog leeft. Het levert een bijna terloops verwoord slotakkoord op, dat niettemin door merg en been gaat.
Uit het Engels vertaald door Lucie Schaap. Meulenhoff; 384 pagina's; € 24,99.
Bookarang
Een roman over een man die als kind ontvoerd werd om te vechten in een huurlingenleger van het Duitse Rijk. Begin 20e eeuw. Ilyas wordt ontvoerd door een soldaat van de Schutztruppe, een huurlingenleger dat conflicten uitvecht voor de Duitse koloniale overheerser. Na jaren keert Ilyas terug naar zijn geboortedorp, waar hij ontdekt dat zijn ouders zijn overleden en dat hij een jongere zus, Afiya, heeft. Wanneer een nieuw conflict uitbreekt, vertrekt Ilyas opnieuw om de Duitsers te helpen. Hamza meldt zich ook en wordt het lievelingetje van een officier in de Schutztruppe, wat hem bescherming biedt maar ook veel kost. Na de oorlog keert een beschadigde Hamza terug naar zijn geboortestad, waar hij Afiya ontmoet en hoopt een nieuw leven op te bouwen. Terwijl ze door het lot worden samengebracht, werpt een nieuwe oorlog zijn schaduw over hun leven. Beeldend en meeslepend geschreven. Geschikt voor de meer literaire lezer. Abdulrazak Gurnah (Zanzibar, 1948) is schrijver en academisch docent Hij schreef meerdere boeken. Hij won eerder de Nobelprijs voor de Literatuur.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.