Op een dag lachen we erom
Thomas Korsgaard
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Ambo|Anthos, 2024 |
VERDIEPING 3 : DUIZENDZINNEN : ROMANS : Kast 10-13 KORS |
Lotte Jensen
rt/aa/30 m
Het is alweer zeven jaar geleden dat Thomas Korsgaard in Denemarken doorbrak met zijn roman Hvis der skulle komme et menneske forbi, nu vertaald als Mocht er iemand langskomen. Met dit semi-autobiografische verhaal over een jongetje dat opgroeit in het dorpje Nørre Ørum in Jutland veroverde Korsgaard de harten van Deense lezers. Na deze bestseller verschenen nog twee delen, waarvan het laatste werd bekroond met de belangrijkste literaire prijs van Denemarken, de Gyldne Laurbaer. Intussen heeft Korsgaard ook naam gemaakt als kinderboekenschrijver.
De kans is groot dat ook u zult vallen voor de rebelse en bij vlagen onhandelbare hoofdpersoon, die Tue heet. Hij is een soort kruisbestuiving tussen Pietje Bell en Ciske de Rat: een archetypische belhamel die wel wil deugen maar zijn familieomstandigheden niet mee heeft. Tue groeit op in een arm gezin met een gewelddadige vader die hem stelselmatig kleineert en een moeder die last heeft van ernstige depressies. Deze nemen toe als ze bevalt van een doodgeboren kind in het ziekenhuis.
De zaken op de boerderij staan er belabberd voor. Tues vader begeeft zich in louche zaakjes en laat zijn zoon helpen bij het illegaal stelen van koperdraad. Ineens duikt er ook nog een buitenechtelijke zoon op, die forse drugsschulden heeft.
Op school wil het ook allemaal niet lukken. Tue wordt gepest en moet zich tot woede van zijn ouders voortdurend melden bij de schoolleiding voor allerlei vergrijpen. Hij werkt zich steeds in de nesten. Zo levert hij voor duizenden kronen de statiegeldflessen van een ander in en verzilvert hij zonder toestemming een cheque van zijn vader. De enige die echt lief voor hem is, is zijn oma. Zij stopt haar 'snoetepoet' vol met snoep en leert hem sigaretten rollen. 'Wij zijn de klootzakkenmagneten van onze familie', zegt ze vergoelijkend als hij vertelt over de pestkoppen op school.
De lezer krijgt sympathie voor brokkenpiloot Tue, omdat hij zijn verhaal zo oprecht en ontwapenend vertelt. Korsgaard weet de gedachtewereld van de tiener goed te verwoorden. Hij is ook een meester in het schetsen van allerlei onsmakelijke details over ongedierte en ontlasting. Zo klimt Tue in een boom om aan de woede van zijn vader te ontsnappen. De jongen moet naar de wc, durft zich niet te verroeren en poept dan maar vanuit de boom. Het levert een ranzige boel op.
Ronduit geestig is de scène waarin Tue stiekem masturbeert bij het bezoeken van een pornowebsite. Hij wil de zoekgeschiedenis uitwissen, maar drukt per ongeluk op de verkeerde knop, waardoor de pikante beelden uit de printer bij zijn moeder rollen.
Dan komt ook de aap uit de mouw: Tue raakt niet opgewonden van de vrouw op de beelden, maar van de gespierde man, James Deen. Vanaf dat moment ontwikkelt het verhaal zich tot dat van een puber die zijn homoseksualiteit begint te ontdekken. Hij beleeft zijn eerste erotische avontuur met de bonkige Mike, die verschrikkelijk uit zijn mond stinkt maar die hij toch zoent.
Wie vorig jaar de Deense hitserie Carmen Curlers heeft gevolgd, moet zeker dit boek lezen. Ook Korsgaard schetst een treffend beeld van een typisch Deens boerengezin (en jawel, de oma gebruikt krulspelden van het merk Carmen Curlers). Mocht er iemand langskomen blinkt uit in rauw realisme en laat zien hoe bepalend de sociale omstandigheden zijn waarin iemand opgroeit. Of het de homoseksuele Tue lukt zich van de knellende familiebanden te bevrijden, moet nog blijken uit de vervolgdelen. Gelukkig staan de vertalingen daarvan al aangekondigd voor het einde van dit jaar.
Lotte Jensen
rt/aa/30 m
Het is alweer zeven jaar geleden dat Thomas Korsgaard in Denemarken doorbrak met zijn roman Hvis der skulle komme et menneske forbi, nu vertaald als Mocht er iemand langskomen. Met dit semi-autobiografische verhaal over een jongetje dat opgroeit in het dorpje Nørre Ørum in Jutland veroverde Korsgaard de harten van Deense lezers. Na deze bestseller verschenen nog twee delen, waarvan het laatste werd bekroond met de belangrijkste literaire prijs van Denemarken, de Gyldne Laurbaer. Intussen heeft Korsgaard ook naam gemaakt als kinderboekenschrijver.
De kans is groot dat ook Nederlandse lezers zullen vallen voor de rebelse en bij vlagen onhandelbare hoofdpersoon, die Tue heet. Hij is een soort kruisbestuiving tussen Pietje Bell en Ciske de Rat: het archetype belhamel dat wel wil deugen maar zijn familieomstandigheden niet mee heeft. Tue groeit op in een arm gezin met een gewelddadige vader die hem stelselmatig kleineert en een moeder die last heeft van ernstige depressies. Die nemen toe als ze bevalt van een doodgeboren kind in het ziekenhuis. De zaken op de boerderij staan er belabberd voor. Tues vader begeeft zich in louche zaakjes en laat zijn zoon helpen bij het illegaal stelen van koperdraad. Ineens duikt er ook nog een buitenechtelijke zoon op, die forse drugsschulden heeft.
Op school wil het ook allemaal niet lukken; Tue wordt gepest en moet zich tot woede van zijn ouders voor allerlei vergrijpen voortdurend melden bij de schoolleiding. Hij werkt zich steeds in de nesten. Zo levert hij voor duizenden kronen de statiegeldflessen van een ander in en verzilvert hij zonder toestemming een cheque van zijn vader. De enige die echt lief voor hem is, is zijn oma. Zij stopt haar 'snoetepoet' vol met snoep en leert hem sigaretten rollen. 'Wij zijn de klootzakkenmagneten van onze familie', zegt ze vergoelijkend als hij over de pestkoppen op school vertelt.
Toch krijgt de lezer sympathie voor brokkenpiloot Tue, omdat hij zijn verhaal zo oprecht en ontwapenend vertelt. Korsgaard weet de gedachtenwereld van de tiener goed te verwoorden. Hij is ook een meester in het schetsen van allerlei onsmakelijke details over ongedierte en ontlasting. Zo klimt Tue in een boom om aan de woede van zijn vader te ontsnappen. De jongen moet naar de wc, durft zich niet te verroeren en poept dan maar vanuit de boom. Het levert een ranzige bende op. Ronduit geestig is de scène waarin Tue stiekem masturbeert bij het bezoeken van een pornowebsite. Hij wil de zoekgeschiedenis uitwissen, maar drukt per ongeluk op de verkeerde knop, waardoor de pikante beelden uit de printer bij zijn moeder rollen.
Dan komt ook de aap uit de mouw: Tue raakt niet opgewonden van de vrouw op de beelden, maar van de gespierde man: James Deen. Vanaf dat moment ontwikkelt het verhaal zich tot dat van een puber die zijn homoseksualiteit begint te ontdekken. Hij beleeft zijn eerste erotische avontuur met de bonkige Mike, die verschrikkelijk uit zijn mond stinkt maar die hij toch zoent.
Wie vorig jaar de Deense hitserie Carmen Curlers heeft gevolgd, moet zeker dit boek lezen. Ook Korsgaard schetst een treffend beeld van een typisch Deens boerengezin (en jawel, de oma gebruikt krulspelden van het merk Carmen Curlers). Mocht er iemand langskomen blinkt uit in rauw realisme en laat zien hoe bepalend de sociale omstandigheden zijn waarin iemand opgroeit. Of het de homoseksuele Tue lukt zich te bevrijden van de knellende familiebanden, moet nog blijken uit de vervolgdelen. Gelukkig staan de vertalingen daarvan al aangekondigd voor het einde van dit jaar.
Uit het Deens vertaald door Lammie Post-Oostenbrink. Ambo Anthos; 288 pagina's; € 23,99.
Thomas Korsgaard is bekroond met de belangrijkste Deense literatuurprijs, de Gyldne Laurbaer.
Bookarang
Een literaire roman over armoede, identiteit en opgroeien. Tue groeit op in een afgelegen boerderij aan het einde van een lange, stoffige weg. Honden lopen los op het erf en het bedrijf is hard getroffen door de financiële crisis. Zijn vader worstelt met de financiële situatie, maar een reeks verkeerde beslissingen maken hem agressief en wanhopig. Ondertussen vergokt zijn moeder het laatste geld online. Het enige wat Tue op de been houdt is zijn creativiteit en vindingrijkheid. Hij worstelt met zijn ontluikende seksualiteit, creatieve dromen en verlangen naar een leven in de stad. Het verhaal is een sociaal-realistische weergave van het harde plattelandsleven. Verstild en sfeervol geschreven. Thomas Korsgaard (1995) groeide op een veehouderij op in het Deense dorpje Nørre Ørum. Voor de laatste roman in deze trilogie ontving Korsgaard de prestigieuze Deense literaire prijs De Gyldne Laurbær, hij was daarmee de jongste winnaar ooit. Dit boek is het eerste deel van de in Denemarken veel besproken ‘Tue'-trilogie.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.