Als in 1946 een 7-jarige jongen van zijn tijdelijke pleeggezin zijn meest kostbare geschenk ooit krijgt, een viool, is dat de start naar een ander leven.
Tove groeit na de Eerste Wereldoorlog op in een arbeiderswijk in Kopenhagen waar werkloosheid en armoede heersen. Ze heeft weinig vriendinnen, vult haar poesiealbum met zelfgeschreven gedichten en hunkert naar acceptatie.
Als zijn vader verdrinkt breekt voor jongen een periode aan waarin zijn moeder en hij door rouw, schuld, verdriet en onmacht steeds verder van elkaar vervreemden.
Als een tienermeisje van een mysterieuze man in Castle Rock een doos krijgt met knoppen die vernietiging kunnen veroorzaken, is dit een zware verantwoordelijkheid.
Een gehandicapte jonge schrijver in een afgelegen dorp ontwikkelt zich door de komst van Joe Speedboot tot een vooraanstaand armworstelaar. De lotgevallen van de vrienden worden verteld. De meest absurde scènes volgen elkaar op.
Een meisje wordt naar pleegouders gestuurd op een boerderij op het platteland. Hier vindt ze een warmte en genegenheid die ze nooit eerder heeft meegemaakt, maar ontdekt ook waarom haar ouders haar hebben weggestuurd.
In een gewelddadig gezin kleurt een traumatische ervaring het leven van een 10-jarig meisje en haar 6-jarige broertje, waarna het zusje haar best doet om haar somber geworden broertje weer te laten lachen en zich op school vastbijt in natuurkunde waarin zij uitmunt.
De tweeling Perle en Stacha probeert in Auschwitz de experimenten van Mengele te overleven; na de oorlog gaat Stacha op zoek gaat naar Mengele om wraak te nemen.
Wanneer een 9-jarige jongen in New York op zoek gaat naar informatie over zijn vader, die bij de aanslag op 11 september 2001 is omgekomen, vindt hij iets anders dan hij verwachtte.
Een 12-jarige jongen van Aziatische afkomst ontvangt een mysterieuze brief en gaat op zoek naar zijn moeder, van wie hij gescheiden werd door wetten bedoeld om de Amerikaanse cultuur te behouden.