Herinneringen van een gnostische dwerg
David Madsen
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Atlas, 2001 |
MAGAZIJN : FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : MADS |
31/12/2001
In een gevangeniscel in Rome schrijft maestro Orlando Crispe zijn levensgeschiedenis. Hij is beschuldigd van de moord op restaurantrecensent Arturo Trogville. Die moord heeft hij niet gepleegd, maar hij zal te weten komen wie het wel gedaan heeft. Dit wil echter niet zeggen dat Crispe volledig onschuldig is. Hij heeft wel degelijk moorden gepleegd. Maar die moorden stonden in het teken van zijn kunst. Crispe begon zijn carrière bij meester Egbert. Hij neukte zich hogerop en kon al snel een eigen restaurant openen in Londen, Le Bistro. In die onderneming werd hij bijgestaan door de merkwaardige tweeling Jacques en Jeanne, die hem de rest van zijn leven trouw zullen blijven en hem op alle mogelijke manieren van dienst zullen zijn. Crispe onthult ons de filosofie van de vleeseter, "niet minder begrijpelijk dan Descartes' rationalisme of Heideggers pseudomystieke existentialisme", het absorptionisme. Zijn gastronomische scheppingen wijken steeds meer af van de klassieke kookkunst. Op een avond loopt het in Le Bistro uit de hand en ook Trogville is bij dat orgiastische gebeuren betrokken. Kort daarna krijgt Crispe een aanbod dat hij niet kan afwijzen: chef-kok worden in Il Giardino di Piaceri, een klein ristorante in Rome, eigendom van meester Egbert. De tweeling gaat mee. Maar ook in Rome komt hij Trogville tegen, die een lastercampagne tegen hem begint. In Rome introduceert de auteur nog twee bijzondere personages: de "ordinaire chanteur" Heinrich Hervé en Otto von Streich-Schloss. Beide heren maken deel uit van een neofascistische broederschap. De voorliefde die de leden hebben voor discipline, brengt hen tot de geneugten van het homoseksuele sadomasochisme.
Het relaas van Crispe wordt telkens onderbroken door de rapporten van de psychoanalyticus dr. Enrico Balletti. In een van zijn rapporten verwijst hij naar wat Thomas de Quincey geschreven heeft over de kunst van het moorden. De oorspronkelijke titel van dit boek, Confessions of a flesh-eater, is trouwens een duidelijke verwijzing naar Confessions of an English opium eater van De Quincey. Het vlees heeft voor Crispe dezelfde uitwerking als de opium: het brengt hem in extase. Filofosie, psychoanalyse en gastronomie vormen de basis voor dit bijwijlen hilarische, decadente boek. Dit is geen boek voor mensen die bij het eten van parmaham het vetrandje laten liggen. Dit is een boek voor de echte liefhebbers, voor wie het eten van de ham (vlees én vet) een erotische belevenis is. [Rudi Meulemans]
Andries Rodenboog
'Bekentenissen van een vleeseter' is zowel hilarisch als verontrustend - en dus een prachtig boek. Orlando Crispe is een jongeman zonder enige scrupules. Hij wil maar een ding en dat is meester-kok worden. Via keuken en bed klimt hij snel op in de hiërarchie van de sterrenrestaurants, maar gaandeweg wordt duidelijk dat zijn briljante vleesschotels niet uitsluitend dierlijk vlees bevatten. Dit laatste zou de lezer tegen hem moeten innemen, maar dat doet het niet. De lezer moet zelfs erg zijn best doen de kok niet groot gelijk te geven. Maar wat wil je ook wanneer je als lezer niet alleen prachtige verhalen krijgt voorgeschoteld maar ook diverse recepten die je doen watertanden? Madsens combinatie van schelmenroman en kookboek levert een ronduit adembenemend boek op. De vertaling loopt uitstekend. Eerder verscheen van Madsen bij dezelfde uitgeverij 'Herinneringen van een gnostische dwerg'*. Kleine druk.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.