Vlaamse primitieven : de mooiste tweeluiken
Nico Van Hout
Nico Van Hout (Auteur)
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Waanders, cop. 2002 |
MAGAZIJN : NON-FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : 736 HOUT |
31/12/2003
Pieter Paul Rubens is bij velen onbemind en dat zeker in het land van Rembrandt." Zo opent Nico van Hout, verbonden aan het Koninklijk Museum voor Schone Kunsten van Antwerpen, zijn publicatie over Vlaamse meesters. De redenen zijn volgens de auteur divers: Rubens (en zijn atelier) vernietigt het romantische beeld van de kunstenaar-zonderling, richt zich te veel op de in onmin zijnde historieschilderkunst en zijn weergave van de menselijke figuur sluit niet aan bij het huidige mode-ideaal.
De auteur doet er alles aan om dat beeld bij te schaven en op een toegankelijke wijze de verlokkelijke wereld van Rubens en zijn tijdgenoten voor het voetlicht te halen. Daarbij vertrekt hij van een kleine maar mooie verzameling schilderijen bewaard in het Rijksmuseum van Amsterdam en ordent ze veelzeggend: van subgenres als landschappen en stillevens over de hoog gewaardeerde historieschilderkunst en portretkunst tot de lagere genreschilderkunst. In zijn betoog heeft hij niet enkel oog voor de biografie van de kunstenaars, voor de beschrijving van de schilderijen, maar ook -- en dat is het grootse van deze publicatie -- voor de artistieke kwaliteit van het werk. Over het belangrijkste schilderij van Rubens in het Rijksmuseum 'Cimon en Pero' schrijft hij beklijvend: "Uit de vlotte, maar soms ook wat brutale en onzorgvuldige penseelstreken kunnen we afleiden dat Rubens aan de compositie niet al te veel tijd heeft besteed. Om details lijkt hij zich evenmin te hebben bekommerd [...] Ondanks die snelheid van werken suggereert Rubens op meesterlijke manier de weke, loshangende huid van de oude man en het stevige blanke vlees van de dochter".
Deze publicatie, ondanks heel beperkt en voor een groot publiek bestemd, geeft meer inzicht in de artistieke kracht van de barokschilders dan menig breedvoerige studie, waarin vooral het historische en iconografische aspect van de kunstgeschiedenis doorklinkt. Hier is duidelijk iemand aan het woord die met een scherpe blik en met een goede pen de historische feiten met een technische analyse van de kunstwerken weet te verzoenen. [Brigitte Dekeyzer]
Drs. J. Kleisen
Deze uitgave biedt een breed publiek een eenvoudige inleiding tot wat het Amsterdamse Rijksmuseum bezit aan werken van de genoemde schilders. Auteur Van Hout is verbonden aan het kunstmuseum van Antwerpen, in welke stad vele der besprokenen werkten. Hij benadert hun werk thematisch. Genres die in de eerste helft van de zeventiende eeuw gangbaar waren, waren vooral landschap, stilleven, genrekunst (taferelen uit het dagelijks leven), historie- en portretkunst en allegorische en religieuze thema's. Behalve door Rubens, Van Dyck en Jordaens werden ze beoefend door tijdgenoten als Jan Bruegel I, Adr. Brouwer, D. Teniers II, F. Snijders en G. de Crayer. Van Hout bespreekt de ontwikkeling van deze genres en de bijdrage van de schilders hieraan, hun werkwijze en de arbeidsverdeling op hun ateliers, maar vooral ook wat op de 54, bijna alle in kleur (soms paginagroot) afgebeelde werken te zien is. Tijdens de renovatie van het Rijksmuseum zijn de meeste werken te bezichtigen in het Bonnefantenmuseum te Maastricht. Voor wie over maar weinig informatie betreffende de schilders bezit, is het boek een aanrader. Drie kolommendruk.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.