Het licht : roman
Torgny Lindgren
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
De Bezige Bij, 2005 |
MAGAZIJN : FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : MAG F 4887 |
31/12/2005
Torgny Lindgren is geen kleine jongen. Het werk van deze Zweedse auteur, die in 1965 debuteerde, wordt vandaag in zo'n dertig landen uitgegeven. Op zijn parcours kaapte hij heel wat literaire prijzen weg, zoals de Zweedse National Book Award, de Prix fémina Etranger en de August Literary Award. Vooral onder collega's geniet Lindgren een stevige reputatie. Per Olov Enquist neemt zijn berenmuts voor hem af en op de cover van zijn zopas in het Nederlands vertaalde roman Het ultieme recept noemt J. Bernlef hem zowaar "de García Márquez van het Noorden".
We schrijven 1947: het Noord-Zweedse Avabäck wordt geteisterd door tuberculose; wie niet zelf gesloopt is door de ziekte, wordt er door zijn directe omgeving op gedrukt. Ieder laken geurt naar de ziekte. Een perscorrespondent schrijft een stukje over de komst van twee mysterieuze passanten in het dorp. Figuren die aanvankelijk onwetend van elkaar het dorpje en de ziel ervan innemen en ook langzaam naar elkaar toegroeien. Högstrom is onderwijzer, zelf ooit het slachtoffer van tuberculose, nu hersteld en tot zijn eigen verbazing zelfs helemaal immuun. De andere nieuwkomer is Robert Maser, van wie de correspondent vermoedt dat hij de vermiste Duitse oorlogsmisdadiger Bormann is. Het haast mythische recept van de beste balkenbrij, een Zweeds gerecht waarvan de dampen zowat uit het boek opstijgen, is de aromatiserende rode draad doorheen het boek en wordt aanleiding tot een ware queeste.
Intussen wordt de perscorrespondent, beschuldigd van onware en aan zijn fantasie ontsproten berichtgeving, op straat gezet. Pas op de gezegende leeftijd van 107 jaar hervindt hij zijn tweede adem. Alle administratieve tegenkanting ten spijt, schrijft hij tomeloos verder aan zijn verhaal. De verschillende verhaallijnen, waar of niet waar, interfereren voortdurend, en zitten vol met even absurde als briljante nevenpersonages. Zo maken we kennis met Bertil, de vleesgeworden sociale controle van het dorp, die op elke afspraak aanwezig is en alles registreert wat in zijn blikveld komt. Op het eind neemt hij het verhaal zelfs verbazend strak bij de teugels...
Het ultieme recept is geworteld in de sprookjesvorm en ademt naast balkenbrij ook een snuifje magisch-realisme uit. Op de laatste hoofdstukken na is het niet altijd vuurwerk, maar wat het boek zo aantrekkelijk maakt, zijn de hilarische dialogen, die de lezer voortdurend aan de tenen kietelen en op het verkeerde been zetten. Kleine voorvalletjes krijgen stekeltjes en worden opgediend met een lekker onderkoelde Zweedse humor. Monster de woorden van Lindgren, comprimeer ze in beelden en het lijken plots filmdialogen zoals de even laconieke als geniale Finse filmregisseur Aki Kaurismäki ze graag schiet. Zowel bij Kaurismäki als bij Lindgren vraag je je voortdurend af of hun personages eigenlijk wel menen wat ze zeggen. En sterker: of ze zich wel bewust zijn van het humoristische gehalte van hun eigen retoriek. Een fragment: "Je observeert me, zei Lars Högström. Je schijnt me onder toezicht te houden. Ik hou alles onder toezicht, zei Bertil. Ik heb jou ook geobserveerd, zei Lars. En dat heb ik niet zonder verbazing gedaan. Dan moet je niet verbaasd zijn, zei Bertil, als ik op mijn beurt jou in de gaten hou." Dezelfde zwarte en onderkoelde humor legt Lindgren aan de dag als hij het schrijverschap tackelt -- "Echte schrijvers zien eruit alsof ze alles weten. Maar ik doe mijn best." -- of als hij zichzelf (jawel 'Torgny Lindgren') het verhaal in parachuteert, als een terminaal zieke jongen met een door tuberculose uitgemergeld gezicht: "Hij was dankbaar, zei hij, dat hij de meerderjarige leeftijd niet hoefde te bereiken. Hij zou aan de dienstplicht ontsnappen; hij zou zelfs niet afgekeurd hoeven te worden... Hij zou niet aan kanker hoeven sterven. Nee, ze moesten niet denken dat hij zich beklaagde."
Maar verdient Lindgren nu het predikaat 'Márquez van het Noorden'? De couleur locale verweven in de haast sprookjesachtige, onbestemde setting laat ons zeggen van wel, en in meerdere mate nog toont hij zich een evenknie in zijn meesterlijk eenvoudige taalgebruik. Veel liever dan zich over de fiets dubbel te plooien in meervoudig gelaagde filosofieën, freewheelt Lindgren door zijn verhaal in een ontbeende, bijna simplistische taal. Niet toevallig liet de schrijver zich ooit ontvallen: "Ik weet het niet zeker, maar ik denk, dat mijn voorouders over het leven een soort wijsheid hadden verkregen, verzameld. Heel simpele, maar diepe gedachten over het leven, de dood, de liefde, de haat en de dood. Die wijsheid probeer ik in mijn boeken nog steeds te vangen." ('NRC Handelsblad', 12.04.96)
Daarom is Het ultieme recept inderdaad "een lichtvoetig juweeltje" (achterflap), maar we steken hierbij nog wel een vingertje op. Lichtvoetigheid is de meest bedrieglijke aller stijloefeningen, en verraderlijke eenvoud is al jaren het handelsmerk van deze schrijver. Ook in dit boek vloert Lindgren de lezer gemakkelijk. Je kan het perfect lezen zonder te struikelen over het mijnenveld van metaforen, quotes en achterliggende betekenissen, maar dan heb je natuurlijk ook veel gemist.
Een meesterwerk is deze roman niet geworden. Wel is Het ultieme recept gewoon een uitstekend boek van een auteur die zich met zijn staat van verdienste mag permitteren zijn eigen taal en verhaal te verbreden zonder meteen nog te innoveren of een bommetje in het literaire wereldje te gooien. In ieder geval vormt Lindgrens balkenbrij een uitstekend recept voor urenlang leesplezier. [Filip Verhanneman]
G. Brandorff
Dit werk van de grote Zweedse auteur (1938) is in zijn luchtigheid een mooie afwisseling in de stroom boeken uit het Europese noorden. Na o.m. 'Het licht' en 'Hommelhoning' bewijst Lindgren opnieuw dat hij een uitmuntende verteller is. Hoofdpersoon is een schrijver van uiterst gedetailleerde krantenartikelen uit het noorden van Zweden. Zijn hoofdredacteur kan absoluut niet waarderen dat hij daarbij in de vermenging van fictie en werkelijkheid een nieuw genre schept en verbiedt hem verder te schrijven. Vele jaren later hervat de inmiddels 107 jaar oude, maar steeds jeugdiger wordende journalist zijn wonderbaarlijke verhaal over de aan de tuberculose ontkomen onderwijzer Högström en de Duitse nazi Bormann, alias textielhandelaar Maser. Beiden zijn op zoek naar de essentie van het leven: de beste balkenbrij! Een prachtig verhaal vol nuances, verborgen hoeken, humor en (zelf)spot. De lezer weet zich omgeven door vriendelijke en eigenzinnige mensen en een behoorlijke kluwen ´fantasievolle werkelijkheid´. Heerlijke lectuur. Vrij kleine druk.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.