Ballet fantasie

Boek met vier hoofdthema's, te weten: hoe word je een balletdanser, een voorstelling voorbereiden, beroemde balletdansers en balletsprookjes, waarin het verhaal van zes beroemde balletten verteld wordt. De balletsprookjes, de Schone Slaapster, Notenkraker, Zwanenmeer, Vuurvogel, Coppelia en Assepoester beslaan meer dan de helft van het boek. Elk hoofdstuk begint met een kleurenfoto over een dubbele pagina. Ruime bladspiegel, waarin de tekst in een vrij grote letter summiere informatie geeft; soms wordt een cursief gedrukt begrip uitgelegd in een 'wolkje' naast de tekst (zoals de uitspraak van pas de deux: pàh de deu); andere blijken alleen uit de tekst. De stijl wisselt, soms algemeen, dan weer tot de lezer gericht. Bladzijden in pastelkleuren, omkaderd door linten; de sprookjes zijn omringd door guirlandes. Kleine tekeningetjes, bij de balletten zijn ze sjabloonachtig. Er wordt weinig over 'echte sterren' (bijvoorbeeld dat Pavlova in Den Haag gestorven is) verteld. De sprookjesteksten, op ballet toegesneden, zijn oppervlakkig zonder in te gaan op achtergrond, tekstschrijvers en componisten. Royaal formaat gebonden uitgave met aantrekkelijk omslag, bruikbaar om te snuiven aan de balletwereld, maar niet geschikt voor diepgaande informatie. Vanaf ca. 7 t/m 10 jaar.