De moestuin van Sophie
Gerda Muller
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Niet beschikbaar |
Christofoor, cop. 2007 |
VERDIEPING 2 : BABILLE : KLEUTER : SPROOKJES, VOORLEESVERHALEN EN GEDICHTEN MULL |
31/12/2007
Weet je wat ik zie als ik gelezen heb? Allemaal beertjes... De bruine loebassen blijven de hoofdrol krijgen in kinderverhalen, wellicht omdat hun pels erg aaibaar oogt en hun karakter vaak herkenbare kleutertrekjes vertoont. Dat ze een blijvende bron van inspiratie zijn, bewijzen deze twee nieuwe berenboeken, met enerzijds een nieuw verhaal over de knuffelbeesten en anderzijds een bewerking.
Gerda Muller breit in Goudlokje en de drie beren een bescheiden nieuw begin en einde aan de volksvertelling. Ze laat het blonde meisje niet zomaar verdwalen in het bos, maar toont haar als een circuskind, dat bij het plukken van roze en witte bloemetjes te diep in het bos verdwijnt. Tot zover de weinig uitgewerkte of mooi aansluitende prequel. Eenmaal verdwaald stoot ze op het huis van de drie beren. Terwijl die even een ommetje zijn gaan maken, verkent Goudlokje hun woning, waarin alles op maat is gesneden van de familie beer: de tafels, stoelen, paraplu's, kopjes, bedden en pantoffels gaan van groot, over "niet zo groot en niet zo klein" tot klein. Ook in de tekeningen zijn die variaties terug te vinden, samen met enkele nieuwe knipogen: de leuningen van de stoelen hebben de vorm van een berenhoofd en de dieren slapen onder een sprei die bedrukt is met lekkere honingbijen. Muller maakt ook inhoudelijk enkele kleine aanpassingen ? zo eet haar Goudlokje soep in plaats van pap ? maar blijft voor de rest het verhaal trouw. De erg traditionele illustraties bieden geen extra dimensie. Muller koos niet voor een eigentijdse hervertelling met dito typografie en tekeningen, maar roept het oude verhaal terug op. Het einde, met de vingerwijzende ouderberen en hun lieve, uitnodigende zoon, voelt echter geforceerd aan.
De drie beren van Cliff Wright is in ieder geval verfrissender. Toch klinkt ook dit verhaal bekend in de oren. Tijdens een zware storm stort het huis van Bruine Beer in en raakt hij gewond. Zwarte Beer ontfermt zich over hem: terwijl de zieke het bed moet houden, trommelt hij de andere dieren op om in het geheim een nieuwe woonst voor Bruine Beer te bouwen. Ook Beer en Egel, de vedetten uit de verhalen van Dieter en Ingrid Schubert, tonen hun grote hart als Bever gewond raakt bij de bouw van zijn burcht. Terwijl hij op krachten komt, verrijst er een mooiere woonst dan ooit. Een bekend scenario dus, maar Wright legt andere accenten. Terwijl Beer en Egel in hun boeken de lezer van in het begin inwijden in hun plannen, moeten we in De drie beren het complot aflezen uit de mooie, doorleefde en erg dynamische prenten. Als het stormt, vliegen de afgerukte takken en bladeren over de bladzijden. Waar Gerda Muller nette overzichten bood, durft Wright beelden af te snijden en te kadreren zoals een fotograaf. Door verschillende beeldfragmenten en schaarse woorden ademt het boek soms de sfeer van een stripverhaal, maar wel eentje dat uitnodigt om mee te leven en zelf het grote geheim te ontrafelen. Bruine Beer zelf doorziet het complot echter niet. Zijn razernij is wat overdreven, maar het gevoel over het hoofd te worden gezien, is herkenbaar, net als de andere emoties die van de berensnoeten zijn af te lezen. De drie beren is een warm verhaal over vriendschap, dat grotendeels in de uitnodigende prenten is verwerkt. Wie zijn hart laat stelen door het berengezelschap wordt door de schrijver uitgenodigd om via WWF of Greenpeace op zijn beurt de bedreigde beren op deze wereld een handje toe te steken. [Katrien Steyaert]
Joke Koole-Guns
Goudlokje is een klein meisje dat verdwaald is. In de verte ziet ze een gezellig huisje. Ze sluipt naar binnen en vindt een grote, een iets kleinere en een kleine stoel. De soep is al opgeschept. Ze proeft van elk bord, en drinkt uiteindelijk het kleinste bordje leeg. Moe van alle emoties kruipt ze in het kleinste van drie bedden. Deze versie van het sprookje van Robert Southey is licht aangepast. Goudlokje is hier geen onbekend kind dat met de noorderzon verdwijnt. Ze hoort bij een familie die bij een rondreizend circus werkt. En de soep was in de oude versie lekkere pap. De illustraties zijn, zoals wel vaker bij Gerda Muller, wat gedateerd. Bij dit verhaal stoort dat gelukkig totaal niet. Bruintinten overwegen, met een beige achtergrond en een prettige lay-out. Gedetailleerde potloodtekeningen die gevoelig ingekleurd zijn, zorgen voor een mooi sfeerbeeld. Goudlokje, met kleurig rode kleren, contrasteert perfect met haar omgeving. De tekst is helder en toegankelijk voor kleuters (vanaf ca. 4 jaar).
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.