Titaantjes
Nescio
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Rubinstein, cop. 2008 |
MAGAZIJN : FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : LUISTERBOEKEN |
31/12/2009
In De uitvreter vertelt de brave Koekenbakker, een Amsterdams journalist, over een kennis, de 'uitvreter' Japi, die op de kosten van anderen leeft. Bavink, een vriend van Koekenbakker, die schilder is, heeft Japi bij hem geïntroduceerd. Bavink zelf leeft van de opbrengst van schilderijen die hij slechts af en toe verkoopt. Japi zelf lijkt helemaal niets te doen voor de kost, en profiteert duidelijk, maar op een nochalante, vanzelfsprekende manier van anderen. Deze levenswijze gaat de bohémien goed af, want niemand durft de gladde jongeling iets te weigeren.
Nescio schetst in zijn verhaal, dat dateert van het begin van de twintigste eeuw, een groepje lotgenoten, van wie het leven in Amsterdam voortkabbelt zonder al te veel actie. Er zijn avonden van sigaren roken op zolderkamers, korte uitstapjes doorheen het landelijke Nederland die met de trein gemaakt worden, vrouwen worden nagejaagd... Alles wat er in het verhaal al zou gebeuren, gaat vnl. van Japi uit, een sympathieke outcast die zich niet wenst in te passen in de 'gewone', burgerlijke maatschappij en doe zich voedt en kleedt met andermans eten en kleren. Japi kan echter niet om de realiteit heen en wordt door zijn vader aangepord om eindelijk het leven 'zoals dat hoort' op te nemen. Japi krijgt een baan en een salaris en staakt zijn uitvretersactiviteiten, maar de eeuwige landloper kan zich niet verzoenen met die werkelijkheid.
Nescio schreef dit beroemde werk in een voor de moderne lezer zeer hedendaagse taal, en dat merk je ook in dit korte luisterboek (duur: één uur). Zelden duikt een verouderd woord op. Niemand minder dan Job Cohen, burgemeester van Amsterdam, leest het verhaal voorl, dat zich afspeelt in zijn stad. Cohen spreekt goed, last gepaste rustpunten in, maar toont af en toe weinig intonatie. Dit audioboek beperkt zich uitsluitend tot het verhaal 'De uitvreter', in tegenstelling tot de papieren versies, waar meestal nog 'Titaantjes', 'Dichtertje' en 'Mene Tekel' aan toegevoegd worden.
[An-Sofie Bessemans]
Redactie
Integrale weergave van het gelijknamige verhaal*, voorgelezen door Job Cohen, oud-burgemeester van Amsterdam. De eerste publicatie, in het tijdschrift De Gids, dateert van 1911. Het verhaal is dus ruim 100 jaar oud, maar het had gisteren geschreven kunnen zijn. Hoofdpersoon is Japi, de uitvreter. Hij teert op de zakken van zijn ouders en van een clubje vrienden – Bavink, de kunstschilder, Hoyer, Koekebakker – met hooggestemde idealen, maar als die een voor een een positie in de burgermaatschappij krijgen, zit er voor hem niks anders op dan het kantoorbaantje te accepteren dat zijn vader voor hem geregeld heeft. De afloop is bekend: 'Op een zomermorgen om half vijf, toen de zon prachtig opkwam, is hij van de Waalbrug gestapt.' Dit proza, dat gekenmerkt wordt door een wonderlijke menging van afstandelijkheid en sentimentaliteit, is van een tijdloze kwaliteit.