De maagd Marino : roman
Yves Petry
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Bebuquin, 2012 |
MAGAZIJN : FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : MAG F 12615 |
Frank Hellemans
i /un/16 j
Theaterteksten uitgeven is een beschermde diersoort geworden. Soms ligt dat aan het diertje zelf: de teksten die tegenwoordig op podia te horen zijn, blinken meestal niet uit in literaire kwaliteit. Het is dan ook een understatement om te zeggen dat het met het Vlaamse teksttheater niet zo goed gesteld is.
De misdaad van Yves Petry is de uitzondering die deze regel bevestigt. Petry kreeg van regisseur Guy Cassiers en het Antwerpse Toneelhuis carte blanche om zijn visie op De man zonder eigenschappen van Robert Musil in een toneeltekst te comprimeren die nu samen met twee andere bewerkingen van deze monumentale roman op de planken wordt gebracht. Petry concentreert zich op de verhaallijn waarin Musil het over de lustmoord van Moosbrugger op een hoertje heeft. Musil gaat in De man zonder eigenschappen op zoek naar een nieuwe manier van leven die het individualisme overstijgt. Hij probeert een mogelijk individu uit te denken dat zonder reserves - zonder eigenschappen dus - openstaat voor elke ervaring, ook de extreemste. Die van een moordenaar bijvoorbeeld die in een roes zichzelf te buiten gaat.
Petry deed in De maagd Marino (2010), zijn met de Libris Literatuurprijs en Inktaap bekroonde roman, iets gelijkaardigs. De misdaad geeft in zekere zin tekst en uitleg bij dat romanexperiment. Wat fascineerde Petry - en dus ook Musil - in de daad van een moordenaar? Petry laat in De misdaad drie stemmen aan het woord. Die van dader (Moosbrugger) en slachtoffer (het hoertje) maar ook die van de schrijver (Musil). Musil-Petry legt in dit boekje zijn kaarten dus op tafel. Niet de persoon van de moordenaar is interessant maar wat in hem tot uiting komt: "Niet wat hij allemaal beweerde, maar de bijna tastbare manier waarop iets bovenpersoonlijks in hem tot ontplooiing probeerde te komen en daar uiteindelijk toch niet in staat was." Het is de taak van de auteur, zo Petry met Musil, om die "bovenpersoonlijke" openbaring van een grenzeloze ervaring, "het innerlijk zwevende leven", zo nauwkeurig mogelijk met woorden vast te pinnen.
En dat is het wat Petry dus doet: op woorden jagen voor de beschrijving van aparte, haast mystieke belevenissen. Elders heeft Petry het over een bijna messianistische sensatie waarin het denken "als honderd springende beekjes in alle richtingen de wereld bevloeit".
Het slachtoffer vertolkt de bezwaren van de vox populi tegen een dergelijke esthetisering van de misdaad terwijl de schrijver steeds weer hamert op het mogelijk belang van deze ogenblikkelijke epifaniegewaarwording voor een ander model van werkelijkheidsbeleving. Een dat minder beklemmend en meer bevrijdend werkt dan het huidige subjectivistische.
Petry schaart zich daarmee in een eerbiedwaardige rij van modernistische schrijvers, zoals Joyce, Nabokov, Woolf en Musil, die via piekmomenten in het bestaan van hun hoofdpersonages op zoek gingen naar een intensere manier van leven. De eerste modernist avant la lettre was de Duitse auteur Georg Büchner die met Woyzeck (1837) al wou achterhalen welke tegenstrijdige emoties een moordenaar elektriseerden. Alban Berg maakte in 1921 een magistrale opera van dit libretto in een atonale vormgeving die wonderwel paste bij het onderwerp.
Petry maakte van Musils megaroman op analoge manier een symfonisch pleidooi in het klein voor een mateloze literatuur die niets minder ambieert dan het allerhoogste: de ultieme ervaring. Wie durft er na het lezen van dit pareltje nog te beweren dat Vlaamse auteurs geen lef én brains hebben?
15/11/2012
Een van de fascinerendste nevenpersonages in Robert Musils De man zonder eigenschappen is Moosbrugger, een timmerman die een prostituee heeft vermoord. Hij contrasteert met het beschaafde, intellectuele en ook intrigerende milieu waarin de essayistische roman zich afspeelt. Tegelijk heb je sterk de indruk dat deze ogenschijnlijk wat primitieve figuur met zijn ongearticuleerde gevoelens en gedachten dichter bij de ‘waarheid’ staat dan de andere personages dat kunnen en durven. Yves Petry kreeg van Guy Cassiers de opdracht de tekst te schrijven voor het laatste deel van diens Man zonder eigenschappen-trilogie in het Toneelhuis (Antwerpen). Zijn tekst is, uiteraard met heel wat inkortingen en herschrijvingen, deels gebaseerd op die van Musil, maar voegt daar ook veel aan toe. De misdaad telt slechts drie personages: Moosbrugger, die getuigenis aflegt over zijn daad en zich probeert te rechtvaardigen, het slachtoffer en de schrijver Musil. Een originele vondst van Petry is dat ‘het slachtoffer’ eigenlijk twee personen omvat: het hoertje dat door Moosbrugger in een paranoïde waan met tientallen messteken is omgebracht, en Musils jonge geliefde Herma, overleden aan de syfilis waarmee de schrijver haar heeft besmet. Halfweg het stuk wisselt die rol van invulling, en van dan af is er ook meer communicatieve interactie tussen de vrouw en de schrijver, terwijl Moosbrugger in zijn eigen wereld opgesloten blijft. Toch zijn, mutatis mutandis, de raakvlakken tussen Moosbrugger en Musil niet min: de intensiteit waarmee ze het recht op hun eigen werkelijkheid(svisie) opeisen, de nietsontziendheid waarmee ze de vrouw tot slachtoffer maken, hun neerbuigendheid tegenover het ‘gewone’ leven in naam van een ‘hogere’ missie. Moosbrugger: ‘Ik ben toch net zo’n onmens als jullie. Ik weet niet wat ik doe, jullie weten niet wat jullie doen. Wij hebben niet meer reden om te sterven dan om te leven.’
In feite sluit dit heel nauw aan bij Musils visie op het schrijverschap als een eigen vorm van ‘vivisectie’, op zoek naar een adequater beeld van de veelkantige werkelijkheid. Het is een krachttoer van Petry om met dit geringe aantal personages, een minimum aan handeling — gereduceerd tot monologen en slechts aanzetten van dialogen (er is overigens slechts één regieaanwijzing) — zo een grote spanning te bereiken dat je dit stuk ademloos uitleest. De spankracht van de taal, die zich geen moment verliest in anekdotiek maar recht op de essentie af gaat, draagt daar in niet geringe mate toe bij. Musil: ‘Dat je me niet wil volgen, verbaast me niet. Ook het algemene publiek volgt me niet en zal dat nooit doen. Niet omdat ik het iets voorlieg, maar juist omdat ik niets voor waar zal opschrijven zonder te beseffen hoeveel waarheid ook het tegendeel bevat.’ Dat met de bescheiden maar indringende stem van het normaal gezien niet gehoorde dodelijke slachtoffer een tegenwicht ontstaat voor de hogere verblinding van de schrijver/moordenaar, vormt het eigenlijk dramatische element in dit stuk. En daar uit zich ook, onverwacht, de superioriteit van het slachtoffer: ‘Weet je, klein, lief jongetje van me, het verschil tussen jou en mij komt hierop neer: het verdriet dat jij [de schrijver] uit alle macht probeert te ontlopen, het bittere besef dat het niets uitmaakt of je er bent geweest of niet, daar moet jij nog helemaal doorheen, dat zijn wij [slachtoffers] allang voorbij.’ De misdaad scheert als toneel- en leestekst hoge toppen. [Erik de Smedt]
Redactie Vlabin-VBC
Toneeltekst die deels gebaseerd is op Robert Musils 'De man zonder eigenschappen', al voegt het daar ook veel aan toe. De tekst telt slechts drie personages: Moosbrugger (de moordenaar), het slachtoffer en Musil zelf. Een originele vondst van de toneelauteur is dat ‘het slachtoffer’ eigenlijk twee personen omvat: het omgebrachte hoertje en Musils jonge geliefde Herma, overleden aan de syfilis waarmee de schrijver haar heeft besmet. Het is een krachttoer om met dit geringe aantal personages, een minimum aan handeling – gereduceerd tot monologen en slechts aanzetten van dialogen (er is overigens maar een regieaanwijzing) – zo een grote spanning te bereiken dat je dit stuk uitleest. De spankracht van de taal, die zich geen moment verliest in anekdotiek maar recht op de essentie afgaat, draagt daar in niet geringe mate toe bij. Dat met de bescheiden maar indringende stem van het normaal gezien niet gehoorde slachtoffer een tegenwicht ontstaat voor de hogere verblinding van de schrijver/moordenaar, vormt het eigenlijk dramatische element in dit stuk. Kleine druk.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.