Max, Mischa & het Tet-offensief
Johan Harstad
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Uitgeleend
|
Podium, cop. 2014 |
VERDIEPING 3 : DUIZENDZINNEN : ROMANS : HARS |
Alexander Van Caeneghem
2/ei/16 m
'Waarom geven sommige mensen het gewoon op?' vraagt Harstad zich in het nawoord vanAmbulance af. Dat ligt in de lijn van het nawoord bij zijn geweldige romanHässelby uit 2009, waar hij vaststelde: 'Het lijkt bijna wel of we zijn opgehouden om voor elkaar te zorgen, zijn opgehouden rekening met elkaar te houden. Wij zijn bezig elkaar op te geven.'
De verhalen raken elkaar: hoofdpersonages uit het ene verhaal komen terug als nevenpersonages in andere, personages kijken naar dezelfde tv-programma's en horen of zien dezelfde ambulance. Alle verhalen draaien rond eenzaamheid. Het is een sjabloon bij Harstads personages: ze hebben een vrij onbezorgde jeugd, beseffen dat hun leven volstrekt zinloos is, verzeilen in een depressie en proberen dan, eventueel, voorzichtig de ruïnes van hun leven te stutten. Die laatste fase is voor Harstad het bepalende moment: sommigen geven het op, anderen niet.
De vrouw die zichzelf in plastic heeft gewikkeld als verzegeling voor ze stikte (in het hartverscheurende verhaal '112') heeft het al opgegeven, net als de man die, nadat hij zijn eigen kantoorgebouw heeft opgeblazen, onder het puin zijn gsm-batterij gebruikt om Snake te spelen in plaats van hulp te vragen (in het surrealistische 'Nokia'). Maar de psycholoog die 's avonds praat met de virtuele psychologe Eliza en niemand heeft om een valentijnskaart naar te versturen (in het treurige 'Vietnam'), en de jongen die zijn zwemdiploma moet halen om naar dezelfde school te kunnen gaan als zijn anorectische vriendinnetje (in het mooie 'Chloor'), die houden het nog even vol. Het anorectische meisje twijfelt nog: door niet meer te eten, is ze bezig te verdwijnen, maar de jongen houdt haar nog vast.
Rustig ademhalen
Het leven is niet gemakkelijk in Harstads universum. Om te beginnen biedt de liefde nauwelijks verlossing: wie nog niet verlaten is door zijn geliefde, kan dat binnenkort verwachten. Elk moment kan het wegglijden beginnen, kun je onzichtbaar worden voor de ogen van de andere. De student uit 'Ik ga naar huis' wil het liefste dat er nooit iets verandert, omdat anders het onvermijdelijke zal gebeuren. Bovendien tikt de tijd onstopbaar verder. De jongen die graven delft in zijn geboorteplaats, ziet een oude vriendin terug voor ze naar Tokio vertrekt voor een job. Hij beseft dat het te laat is, dat er geen tijd meer is, ook al zou hij eigenlijk niets liever willen dan meegaan ('We blijven rock-'n-roll spelen, maar we gaan wel dood'). Harstad schrijft over dingen die niet noodzakelijk precies benoemd kunnen worden, maar wel ergens onderweg verloren zijn gegaan.
Harstad extrapoleert die problematiek naar de maatschappij, die geen echt antwoord biedt op fundamentele menselijke behoeftes als zorg, solidariteit en sociale cohesie. Het gevolg is dat mensen zich ontredderd terugtrekken in de schaduw van het leven, en verlangen naar onzichtbaarheid. Hoewel escapisme een constante is bij Harstad - naar de Faeröer inBuzz Aldrin, een Stockholmse voorstad inHässelby, de maan inDarlah, Tokio of Stavanger inAmbulance - blijkt vluchten principieel zinloos. Er is maar één oplossing: 'Het is gewoon een kwestie van volhouden. Je reddingsvest aantrekken, je drijvende houden, bij wijze van spreken. Rustig ademhalen. Het vliegtuig verlaten'.
Praatpleinen
Ambulance is geen vrolijk boek, maar is nergens volstrekt uitzichtloos. Niet toevallig sluit Harstad de bundel af met een prachtig verhaal over een weduwnaar die vanuit een luchtballon foto's van hem met zijn overleden vrouw over Stavanger uitstrooit, vervolgens alle ballast overboord gooit en dan gewoon verder opstijgt, naar de hemel ('Op weg'). Ook dat is Harstad ten voeten uit: altijd is er nog hoop, want alles houdt pas echt op als je opgeeft. En de alternatieven die hij aanreikt, zijn erg bereikbaar: voor elkaar zorgen, met elkaar praten en naar elkaar luisteren, het weefsel van de gemeenschap verstevigen, de heroïek van het alledaagse verkennen.
Het klinkt wollig, maar dat is het nooit - integendeel. Harstad gelooft dat hij lezers tot inzicht en actie kan brengen met woorden, door steeds op dezelfde nagel te kloppen. Maar het zou niet verbazen mocht hij, in navolging van een initiatief als de 'geefpleinen' van Jeroen Olyslaegers, ooit met 'zorgpleinen' of 'praatpleinen' pionieren.
'Van alle boeken die ik tot nu toe heb geschreven, is dit het minst geredigeerd', schrijft Harstad in zijn nawoord. Soms had dat nochtans geen kwaad gekund, want niet elk verhaal is even sterk uitgewerkt. Maar de innerlijke noodzaak primeerde. En het is indrukwekkend om te zien hoe de piepjonge Harstad hier al zijn pulserend, vitalistisch proza schrijft met lange zinnen vol komma's, al is de techniek nog niet helemaal verfijnd. Het relevante, begeesterende, hartverscheurende en ontroerende, de verwijzingen naar de popcultuur, de soms surrealistische wendingen, de verwevenheid met grote maatschappelijke verhalen, het vermogen om lezers een verhaal binnen te trekken en niet meer los te maken: alle kiemen van Harstads schrijverschap zijn hier al, vaak opvallend matuur, aanwezig.
Perfect isAmbulance niet. Maar het is wel een sterke bundel korte verhalen, en het markeert passend de geboorte van een kolossaal, onstuimig talent. Daar kunnen vele anderen alleen maar van dromen.
JOHAN HARSTAD
Ambulance.
Vertaald door Paula Stevens, Podium, 199 blz., 18,50 ? (e-boek 9,99 ?).
De auteur: met Karl Ove Knausgård het grootste talent in de hedendaagse Scandinavische literatuur, bekend van de uitstekende romansBuzz Aldrin,Hässelby enDarlah.
Het boek: elf verhalen over eenzaamheid en de noodzaak om vooral vol te houden en niet op te geven.
ONS OORDEEL: pulserend, vitalistisch, relevant, hartverscheurend.
¨¨¨¨è
Alexander Van Caeneghem ■
30/09/2014
Johan Harstad debuteerde in 2001 met de verhalenbundel Herfra blir du bare eldre (‘Vanaf nu word je alleen maar ouder’). Het jaar daarna verscheen Ambulans, de bundel verhalen die nu door Petra Stevens in het Nederlands is vertaald.
Ambulance bestaat uit elf verhalen die worden verteld door het hoofdpersonage van elk verhaal. Ze zijn vaak scenisch opgebouwd en vallen op door het gejaagde ritme waarmee de vertellers de gebeurtenissen aan elkaar rijgen. Het snelle ritme gaat gepaard met lange volzinnen die soms slordig aandoen. Harstad heeft zijn te lange zinnen kennelijk tot stijlelement verheven.
De titel van het eerste verhaal is het noodnummer voor Europa, ‘121’. De ik-verteller werkt in een noodcentrale en beschrijft twee nachten en één dag uit zijn leven. Een keer denkt hij aan een episode waarbij hij met een collega moest uitrukken naar een plaats waar een vrouw zichzelf van het leven had beroofd. Het werk wordt gekenmerkt door eenzaamheid en verveling. In het tweede verhaal, ‘Plexi’, reist een Bijbelverkoper naar Tokio. Zoals de ‘ik’ die in het eerste verhaal op een oproep wacht, wacht de Bijbelverkoper op het einde van de reis. Het contact met de medereizigers is uiterst beperkt en de vliegreis duurt te lang. Wat zou er gebeuren indien hij het plexiglas in de romp van het vliegtuig aan diggelen sloeg? Met dat soort bizarre vragen probeert hij de verveling te onderdrukken. Zowel de Bijbelverkoper als de ambulancier en de andere personages hebben maar één opdracht: ‘Je moet volhouden, waar je ook bent’. Wanneer het niet goed gaat, biedt die dwingende gedachte echter geen troost.
Het verhaal ‘Vietnam. Donderdag’, begint met een suggestie, die het begin van een gesprek blijkt te zijn. Elke donderdag zit de naamloze verteller samen met een Vietnamese vrouw die haar oorlogstrauma probeert te verwerken. Geen opvallend lange zinnen hier, de monologen moesten wijken voor gesprekken, die helaas vastlopen. Slechts wanneer de patiënte de hulpverlener mee neemt naar huis en hem daar kennis laat maken met haar door napalm verbrande huid, vindt er opnieuw communicatie plaats. De confrontatie legt de onmacht van de hulpverlener en de uitzichtloze zoektocht van het slachtoffer bloot. Oorlogswonden genezen nooit. Dit is zonder meer het meest beklijvende van de bundel.
Harstad beschrijft de moeilijkheden van mensen die in onze tijd moeten volhouden. Ze worstelen met hun eenzaamheid, met communicatieproblemen, anorexia, of een terminale levensfase en de gevolgen daarvan voor hun omgeving. In het magisch-realistische titelverhaal ‘Ambulance’ ligt het hoofdpersonage in een ambulance op weg naar het ziekenhuis. Een aantal scherp van elkaar gescheiden scènes gaan over zijn huwelijks- en beroepsleven. Ook hij moet volhouden, maar voor wie en waarom? Volhouden is een vaag begrip.
In een nawoord dat de auteur in 2008 aan de bundel heeft toegevoegd, vertelt hij hoe de verhalen bijna zichzelf hebben geschreven. Wat meer ingrepen achteraf waren echter de bundel en de lezer zeker ten goede gekomen. Op ‘Vietnam. Donderdag’ na zijn de verhalen eerder matig dan goed te noemen binnen het Scandinavische aanbod.
[Romain John van de Maele]
Drs. A. van Dijk
Elf korte verhalen, onafhankelijk van elkaar te lezen, maar op een wonderlijke manier met elkaar verbonden. De mannelijke hoofdpersonen wonen in dezelfde stad, maar kennen elkaar niet. Ze worden vanuit ik-perspectief beschreven. Zonder dat ze het weten is een ambulance – die in elk verhaal voorkomt – een gemeenschappelijke toevalligheid. De een hoort hem langsrijden, een ander ziet hem staan en weer een ander ligt er zelf in. In de verhalen wordt nadrukkelijk wel of juist niet gecommuniceerd met eigentijdse middelen: laptop en mobiel. Een psycholoog vraagt raad aan een volautomatische online-psycholoog. Iemand heeft zijn eigen kantoor opgeblazen, ligt gewond onder 't puin van het ingestorte gebouw; hij belt anoniem naar de krant om naar de reddingsactie te inormeren; speelt een spelletje op zijn telefoon, ontbeert de piepjes als de accu leeg is. In Noorwegen kwam het boek uit in 2003. De auteur was toen pas 24: opmerkelijk jong voor zijn inleving en rake typeringen. Het boek kwam als 'een gillende sirene' zijn leven binnen en 'schreef zichzelf', zei hij achteraf. Deze korte verhalen zuigen de lezer mee in soms confronterend herkenbare belevingen. Dit is literatuur die gaat over verlies, toch is het geen zware kost. Vrij kleine druk; ruime interlinie.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.