Een straat zonder ambitie
Pavel Jurácek (Auteur), Edgar de Bruin (Vertaler)
Beschikbaarheid en plaats in de bibliotheek
ARhus - De Munt magazijn
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Voetnoot, 2016 |
MAGAZIJN : FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : MAG F 13840 |
Besprekingen
De kleine kantjes van prachtmensen
Karen Billiet
ru/eb/03 f
In het dorpje Lesná, amper een straat groot, observeert Bloudek het komen en gaan vanuit zijn werkplaats. De betweterige schoenmaker is 'mager, zwak en niet erg groot' en ergert zich dagelijks aan zijn buurman, de truckchauffeur Vojta: 'Hoewel Vojta flink uit de kluiten gewassen was, smalle heupen had en prachtige schouders, en hoewel zijn hoofd op een nek rustte die een stierennek wordt genoemd, hij zonder te hakkelen sprak en in staat was in één keer een pul bier achterover te slaan, kon de schoenmaker hem toch niet uitstaan.'
Het zet de toon voor de elf verhalen in Een straat zonder ambitie. Ze werden geschreven in de jaren 50, toen Pavel Jurácek nog een prille twintiger was. Hij was zijn studies in Praag aan het verknallen door een 'losbandige levensstijl' (aldus vertaler Edgar de Bruin in het nawoord) en ging, voor hij zich inschreef aan de filmacademie, kortstondig als journalist werken.
Staatswinkels
Tsjecho-Slowakije transformeerde in een communistische volksrepubliek, maar de veranderende tijden duiken bij Jurácek hoogstens in een bijzin op. 'Het tijdperk dat de hele santenkraam aan titels buiten de deur zette, was ook in dit stadje doorgedrongen', valt er te lezen. Elders is sprake van ontsnapte dwangarbeiders, en de eerder genoemde schoenmaker verliest klanten aan de staatswinkel.
Dat is niet wat de personages bezighoudt. Jurácek portretteert mensen in onbewaakte ogenblikken, wanneer kleine kantjes en heimelijke verlangens naar boven komen. De gebeurtenissen in de verhalen zijn zo alledaags dat het verbaast dat hij erover wilde schrijven. Een man stoot zijn elleboog in de tram, waarop een misselijkmakende pijn volgt en een onhandig gesprek met een meisje dat zich om hem bekommert. Een scholier wordt overmand door leegheid na het eindexamen en slaat aan het dromen over een onbekend meisje. In gedachten is hij een zelfverzekerde casanova, in werkelijkheid een stotterende bleu. Die menselijke momenten vertellen meer over het leven dan een occasionele heldendaad, en ze maken de verhalen na zestig jaar nog relevant.
Jurácek is niet compleet onverschillig voor de maatschappij. In het titelverhaal beschrijft hij het gevecht van een alleenstaande moeder tegen de roddelaars en de opdringerige mannen in het dorp, iets wat hij als zoon van een ongehuwde serveerster maar al te goed kende. 'We kweken prachtmensen' doet het schrijnende relaas van een zelfmoord in een landbouwcollectief.
Kat te huur
Jurácek heeft weinig woorden nodig voor rake observaties. Zo hangt er aan de muur van een ambtenarenkantoor 'een lieflijk Tsjechisch landschap gemaakt door een schilder wiens vaderlandsliefde groter was dan zijn talent'. Hij weet sfeer te scheppen, zoals in een verhaal van amper drie bladzijden over een kind dat bij valavond zijn werkende moeder tegemoet loopt. 'In de eindeloze momenten van de avondschemering, als de meubels van kleur verschoten en hoeken schuilplaatsen voor de angst werden, bood zelfs de radio of de lichtknop geen soelaas.' En dan slaat de warme nostalgie naar de kinderjaren plots om in kille wreedheid.
De laatste verhalen in de bundel slaan de brug met Juráceks filmwerk: een dystopie over een groep zwervende vrouwen na een nucleaire ramp, en de kafkaiaanse lijdensweg van een man die een kat huurt. Dat Jurácek ondanks zijn grote literaire talent aan de slag ging als scenarist en regisseur had misschien te maken met de relatieve vrijheid in de Tsjechische filmindustrie. Met gedurfde en absurde films stelden de filmmakers van de 'Tsjechische new wave' het systeem in vraag, maar hun werk werd na de Praagse Lente in de kiem gesmoord. Jurácek verloor net als vele anderen zijn baan en verzeilde in de marge. Hij stierf kort voor de val van de Muur en was dus een van die mensen die hun hele volwassen leven onder het communistische regime doorbrachten zonder te weten dat er een houdbaarheidsdatum op stond. Wat Jurácek precies doormaakte, liet hij na in zijn dagboeken. Na het lezen van zijn schitterende verhalen kan je alleen maar hopen dat ook die op een dag beschikbaar worden voor het Nederlandstalige publiek.
Vertaald door Edgar de Bruin, Voetnoot, 218 blz., 20 €.
Drs. K. Mercks
Voor het eerst uitgegeven proza van de Tsjechische filmer Pavel Juráček (1935-1989), die deel uitmaakte van de Tsjechoslowaakse New Wave. De korte verhalen zijn verschillend van lengte, waarbij het titelverhaal het langste is. De meeste zijn in een vlotte realistische stijl geschreven (en vlot vertaald). De laatste twee onderscheiden zich van de andere als respectievelijk een beschrijving van een dystopische situatie (na de bom) en een kafkaësk gegeven (toespelingen op Kafka's roman 'Het proces'). Het laatste is duidelijk een aanzet tot een filmscenario. Het nawoord gaat vooral in op de schrijver als filmmaker.
Suggesties
Krijg een e-mail wanneer dit item beschikbaar is
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.