Koninkrijk
Jo Nesbø
Jo Nesbø (Auteur), Georgien Overwater (Illustrator), Femke Muller (Vertaler)
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
Lemniscaat, cop. 2011 |
MAGAZIJN : SCHOOLCOLLECTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : NESB |
31/12/2011
De veelzijdigheid van de alleskunner
Zijn moeder was bibliothecaresse, zijn vader vertelde elke dag verhalen. Het waren verhalen die Jo al lang kende. Maar zijn vader vertelde ze op zo’n manier dat hij ze erg graag opnieuw wilde horen, steeds weer. Toen hij zeven was, vroeg hij zijn vader om hem Lord of the flies van William Golding voor te lezen. Jo geeft het grif toe, hij had geen enkele literaire drijfveer. Maar op de cover stond een bloederige, gespietste varkenskop, dat was voldoende om zijn aandacht te trekken. Al vond hij het verhaal uiteindelijk helemaal niet zo spannend.
De suspens van het niet vertellen
Zijn fascinatie voor gruwel is gebleven. In zijn internationaal geroemde thrillers over rechercheur Harry Hole worden mensen koelbloedig vermoord, krijgen perverse individuen soms het laatste woord en aarzelt hij niet zijn personages én zijn lezers te confronteren met de zwartste kant van het menselijke zijn. De explosieve uitingen van geweld staan vaak in scherp contrast met het verontrustend kalme taalgebruik dat Nesbø hanteert. Hij heeft geen behoefte aan krachttermen en scheldpartijen. De echte dreiging zit in het zwijgen, in de beheersing. Wanneer de telefoon gaat, krijgen we niet te lezen wat Harry Hole denkt en doet. Hij neemt niet op. De conclusies moeten we zelf trekken. Zijn aversie tegen een gebrek aan suspens, die al duidelijk werd in zijn prille jeugd, uit zich in een opeenstapeling van strak in elkaar passende verhaallijnen. De structuur is complex, de auteur is niet bang meerdere zijsporen tegelijkertijd uit te zetten. Het vraagt aandacht van de lezer. Een veelheid aan namen, collega’s, verklikkers, daders en slachtoffers, soms met verwijzing naar ouder werk, vraagt een stevige concentratie. Maar aan het eind krijg je als beloning dat de puzzelstukjes op hun plaats vallen. Geen losse eindjes bij Nesbø, alles klopt. En wat er nog opengelaten wordt, moest ook open blijven. Het leven heeft ook niet alle antwoorden paraat. Het komt de geloofwaardigheid van wat hij schrijft alleen maar ten goede.
Hij wist het zelf niet eens. Dat hij kon schrijven. Hij werd eerst voetballer, liet de school vallen en ging uiteindelijk van pure ellende in het leger. Daar schreef hij niet. Hij pakte er wel zijn studie weer op, haalde een diploma en leerde wat zelfdiscipline is, een zeer belangrijke eigenschap voor wie iets wil bereiken in het leven. Hij begon ook te zingen in een ontzettend slechte rockband. De liedjesteksten van Nesbø bleken van een hogere kwaliteit te zijn dan het niveau van de band.
Hij verhuisde naar Oslo, sleepte zich naar zijn goedbetaalde werk in de financiële branche en trad ’s avonds op met een nieuwe band, eentje mét niveau. Maar een dergelijk tempo, hels en intens, houdt geen zinnig mens lang vol. Op de vlucht voor zijn eigen burn-out nam hij het vliegtuig naar Australië en schreef de eerste hoofdstukken van zijn eerste Harry Hole-thriller, Vleermuisman. Het typeert hem. Hij laat zich niet wegzakken in de moeizaam hervonden rust, maar duikt op gevoel in een nieuw project. Hij heeft met vallen en opstaan inzicht verworven in zijn eigen kunnen, en zal die kennis niet verloren laten gaan. De wereld maakt kennis met een nieuwe, steengoede, Scandinavische thrillerauteur.
Thrillers en kinderboeken
Velen gingen hem voor. Nogal wat beroemdheden denken dat het eenvoudig is om tussen twee projecten door even een kinderboekje te plegen. Dat staat zo leuk en het spreekt weer een andere doelgroep aan. Moeilijk kan het niet zijn. Toch? Ik ontdekte de kinderboeken van Jo Nesbø, over de knettergekke Dr. Proktor, tijdens mijn zoektocht naar grappige, spannende jeugdliteratuur. Er worden schitterende boeken geschreven voor kinderen. Vaak gaan die over oorlog, over een demente oma, kindermisbruik, gescheiden ouders of klasgenootjes waar iets ergs mee aan de hand is. En dat mag. Maar wie laat hen (en ons) nog eens goed lachen? Schrijvers als Roald Dahl en Astrid Lindgren blijven ons gelukkig nog steeds bekoren met hun pure emotie, hun taalrijkdom en intimiteit. Maar er duiken ook nieuwe vertellers op. En daar vinden we Jo Nesbø terug. Hij heeft een heel eigen stem, waarin we hier en daar accenten van de grote namen kunnen ontdekken. Zoals die van Roald Dahl, de kampioen in woordvinding. Nesbø kan op dat vlak nog iets leren van de meester. Maar ze vinden elkaar wel in de absurditeit van hun humor. Beiden overdrijven ze met overtuiging en tekenen door hun visueel woordgebruik niet alleen de situatie, maar de hele entourage uit. Het zijspan van Dr. Proktors motorfiets, gemaakt van een complete loge uit een gesloopt operagebouw, is daar een erg fraai voorbeeld van. De beschrijvingen stralen enthousiasme uit, auteur en illustratrice geloven erin, ze gooien alle registers open en vragen ons om te lezen en te kijken met hun ogen. Het werkt omdat ze er overduidelijk ook zelf in geloven!
Overdrijven doet hij ook, maar met mate, in zijn thrillers voor volwassenen. De rechercheur die daar de dienst uitmaakt, Harry Hole, is getekend door het leven, drinkt veel te veel en werkt vaker zonder dan volgens het boekje. Maar het is een man van vlees en bloed. Hole is een man die fouten maakt. Niet een keertje maar best vaak. Menselijke fouten, misstappen die we kunnen begrijpen.
Nesbø beheerst zich in zijn boeken voor volwassenen. Tussen de lijnen is de drang om los te breken wel te voelen. Hij lost dit elegant op door bijvoorbeeld Beate Lønn op te voeren, een jonge vrouw, vers van de politieschool, op het eerste gezicht onopvallend, ware het niet dat ze lijdt aan een extreem ontwikkelde ‘fusiform gyrus’, een deeltje van de hersenen dat ervoor zorgt dat je onder andere gezichten onthoudt. Beate onthoudt ze allemaal, wat uiteraard erg handig kan zijn in een politie-onderzoek (Beate werkt samen met Harry Hole in Zes seconden te laat). Op die manier zet hij een handige, wetenschappelijk verklaarbare deus ex machina in.
In zijn kinderboeken beperkt hij zich niet langer tot wat wetenschappelijk mogelijk is. De uitvindingen van Dr. Proktor zijn krankzinnig. Maar de auteur bewaart steeds een band met de werkelijkheid. Pudding, hanggliders, badkuipen, rioolbuizen worden dankbaar ingezet als basis van zijn fantasie. Wat Nesbø in zijn thrillers niet kwijt kan, zijn ongebreidelde fantasie en humoristische verteltalent, ventileert hij in zijn kinderboeken.
Fantasie en (mogelijke) werkelijkheid
Zijn derde kinderboek verscheen dit jaar. De personages die hij opvoert, zijn knettergek, ontzettend zielig, erg vervelend, razend intelligent of oerdom. En ze hebben stuk voor stuk karakter. Dr. Proktor is een licht gestoord individu dat zijn dagen doorbrengt met het verzinnen van nutteloze uitvindingen. Lise is zijn buurmeisje en misschien wel de enige die we min of meer normaal kunnen noemen. Haar nieuwe buurjongen heet Bulle. Alles aan Bulle is exceptioneel klein, zijn handen, zijn voeten, zijn ogen. Maar hij heeft een joekel van een vuurrode Elviskuif op zijn hoofd. Ook zijn sproeten mogen er wezen. En hij heeft praatjes voor tien. De dienstdoende pestkoppen zijn de wat stereotiep neergezette, lompe Truls en Trym Thrane, een tweeling met een stinkend rijke, corrupte pa, die met zijn Hummer de stad onveilig maakt. De ingrediënten zijn er. Ongewone personages die, hoe kan het ook anders, ongewone dingen zullen beleven.
In Dr. Prokor redt de wereld (misschien) laat Nesbø zijn affiniteit met de geschiedenis duidelijk voelen. Hij valt met de deur in huis, er is iets aan de hand in Noorwegen. En Bulle heeft dat al snel in de gaten. Waarom verdwijnen er overal sokken? En is het normaal dat bijna alle Noren plots hetzelfde spraakgebrek hebben? Wanneer op affiches en borden de vreemdste spelfouten opduiken, vindt Bulle de tijd rijp om zijn boek over DIEREN WAARVAN JE ZOU WILLEN DAT ZE NIET BESTONDEN (DWJZWDZNB dus) te raadplegen. Zijn ergste vrees wordt waarheid. Spelfouten, spraakgebreken en verdwenen sokken, het wijst allemaal naar de maankameleon. Het einde van de wereld is nabij!
Fantasywezens en absurde complotten worden hier als vaste ingrediënten van zijn kinderboeken uit de kast getrokken. Dr. Proktor reageert wat lauw op de paniek van Lise en Bulle. En dat verontrust hen veel meer dan zijn gebruikelijke gekke invallen en uitvindingen. Terwijl de hele natie in de ban van zanger Hallvard Tenoresen is, de koning zonder boe of bah uit zijn paleis en van de troon wordt gegooid en steeds meer stemmen opgaan die pleiten voor een oorlog met Denemarken, ontrafelen de kinderen een mysterie dat groter is dan ze aankunnen. Gelukkig krijgen ze hulp uit onverwachte hoek. Juffrouw Strobe blijkt de kwaadste niet te zijn. En de wel erg bijzondere talenten van meneer Galvanius en zijn angstaanjagend lange tong komen ook van pas.
Jo Nesbø leeft zich in dit boek volledig uit. Hij vindt magnetische schoenen uit, ensceneert ontsnappingen met hanggliders in ware Bondstijl en steekt de draak met over het paard getilde idolen. Maar daar blijft het niet bij. De vijandige maankameleons worden aangevoerd door Generaal Staler, de burgerbevolking wacht een nieuw wapen, namelijk een reusachtig wafelijzer. De verwijzingen naar Stalin en de Waffen-SS zijn kristalhelder. We lezen tussen de regels de visie van de auteur over bepaalde politieke en maatschappelijke feiten. Zo hebben de maankameleons eerst geprobeerd om vanuit Zweden oorlog te voeren. Maar dat hebben ze opgegeven, want de Zweden willen simpelweg met niemand oorlog. Big Brother ontmoet James Bond ontmoet Pippi Langkous ontmoet de Grote Vriendelijke Reus.
De dwarsverbindingen tussen de wilde avonturen en onze geschiedenis zijn knap geconstrueerd, maar maken het verhaal soms onnodig zwaar. We kennen Nesbø als een auteur die een eigen verhaal te vertellen heeft. Door daar geschiedenis en politiek aan te linken is de vrijheid, en daarmee ook de geloofwaardigheid van het absurde, af en toe een beetje zoek. Jo Nesbø kan je laten huiveren en lachen. Hij heeft een krachtige vertelstem die het waard is gehoord te worden en zijn verhaal mag er zijn. Maar te wijze lessen komen al snel moraliserend over. En moraliserende kinderboeken zijn er al meer dan genoeg. [Joke Guns]
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.