De Sint-Sixtusabdij van Westvleteren. [Deel 1], Geschiedenis
Johannes Lootens
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Davidsfonds, 2012 |
VERDIEPING 4 : BLAUWE TOREN : GODSDIENST : Kast 1-2 245.4 SINT |
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Enkel raadpleegbaar |
Davidsfonds, 2012 |
WEFLA MAGAZIJN : ENKEL NA MAGAZIJNAANVRAAG : SINT/I |
30/11/2012
In 1831 werd in het West-Vlaamse Westvleteren de Sint-Sixtusabdij gesticht. Vandaag wonen in de communauteit 26 broeders, en is de abdij vooral bekend — om niet te zeggen wereldberoemd — door het trappistenbier dat er wordt gebrouwen. In 2008 werd besloten om de in verval geraakte gebouwen te renoveren en deels door nieuwbouw te vervangen. De Belgische architect Bob van Reeth maakte een ontwerp, dat werd uitgevoerd en begin 2012 werd ingehuldigd. Naar aanleiding daarvan verschijnt er bij het Davidsfonds een publicatie in drie delen, die door een doosje bij elkaar worden gehouden, en die gaan over de geschiedenis van de abdij, over de spiritualiteit van de paters en over het recente bouwproces.
Het boek is iets te laagdrempelig om helemaal geslaagd te zijn (en het is bovendien weinig elegant vormgegeven). Het deel over de geschiedenis van de abdij is geschreven door de in 1996 ingetreden Johannes Lootens, die jarenlang intensief de archieven en de kasboeken heeft bestudeerd. Zijn betrokkenheid maakt de tekst sympathiek, maar het is ook duidelijk dat Lootens geen historicus of schrijver is. Vele zinnen zijn onhandig en de tekst is op een nogal willekeurige (en soms knullige) manier geconstrueerd. Er komen echter boeiende anekdotes aan bod en het beeldmateriaal is intrigerend. Precies daarom is het een gemiste kans dat er geen breder en afstandelijker perspectief op de geschiedenis van de abdij wordt aangeboden, hoewel er vaak een summier beroep wordt gedaan op studies (niet zelden afstudeerscripties) die reeds aan de abdij zijn gewijd.
Het minst lijvige deel van de drie is gewijd aan de spiritualiteit van de paters. Het is geschreven door de huidige abt, Manu Van Hecke, die het dagelijks leven binnen de communauteit bespreekt en schrijft over het gebed, de arbeid, de studie, de gastvrijheid en de soberheid. Over het leven in groep, tussen andere mensen die hun roeping hebben gevolgd, citeert hij Jezus Christus: ‘Ik ben niet gekomen om mensen te roepen aan wie niets mankeert, maar mensen met wie het is misgegaan.’ Ook hier hadden meer algemene bijdragen het boek aan kracht kunnen doen winnen — bijvoorbeeld door het probleem en het project van het samenleven in een klooster als een allegorie voor elke samenleving te zien (het ‘comment vivre ensemble’ zoals Roland Barthes het noemde), of door de keuze voor of tegen de roeping in een existentiëler en cultureler perspectief te plaatsen (zoals bijvoorbeeld in de roman Walter van Daniël Rovers gebeurt).
Het laatste deel is gewijd aan de nieuwbouw. Het bevat een lange tekst van Geert Bekaert, die ook deze architectuur, hoe specifiek ook, tot een menselijke kwestie maakt. De tekst is onvoldoende geïllustreerd (en niet van plannen voorzien), zodat het gebouw buiten beeld blijft, ondanks de precieze beschrijvingen van Bekaert. Daarnaast worden enkele betrokkenen geïnterviewd, zoals de voorzitter van het beschermcomité, de arts, de kokkin en de architect. Het boek besluit met een verslag van een aantal sleutelmomenten in het bouwproces, zoals de eerstesteenlegging en de plechtige inhuldiging. [Christophe Van Gerrewey]
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.