In het Zuid-Afrika van de jaren dertig gaat de 22-jarige Poppie op zoek naar de lotgevallen van haar moeder Anna, die zij voor het laatst zag toen Poppie op haar negende jaar naar een kindertehuis vertrok.
In 1836 nemen twee jonge mensen deel aan de Grote Trek van de Nederlandstalige Afrikaner boeren die op zoek zijn naar een eigen staat landinwaarts in Zuid-Afrika.
Een Britse officier en een Nederlandse vrouw krijgen een relatie tegen de achtergrond van de Boerenoorlog tussen de Engelsen en de Nederlanders in Zuid-Afrika.