Om het verdriet om haar doodgeboren kind te verwerken, woont een jonge vrouw tijdelijk bij haar opa in zijn landhuis; hier ontdekt zij een boek van een vrouw die rond 1538 in het huis woonde.
Wanneer Mathilde het huis van haar vader erft, krijgt ze dromen. Daarin komt Tom, uit de tijd van de Tudordystanie, voor. Hij werd ingezet voor spionagewerk aan het hof. Wat hebben hun verhalen met elkaar te maken?