Gedurende de winter van 1959 verblijft een gewezen student in een huis in Jeruzalem, waar hij de geschiedenis van zij huisgenoten leert kennen en hij zijn visie op verraad en op Judas verder ontwikkelt.
De in elkaar hakende verhalen spelen zich af in de fictieve kibboets Jikhat, halverwege de jaren vijftig. Ze schetsen portretten van een aantal inwoners van de kibboets, die eigen dromen hebben en persoonlijke pijn ervaren in de schaduw van een van de grootste collectieve dromen uit de geschiedenis van de twintigste eeuw.
Thomas Heiselberg, een briljante en ambitieuze marktonderzoeker, zet in het Berlijn van de jaren dertig alles op het spel om succesvol te worden. Een nieuw bewind is aan de macht in Duitsland en Thomas beseft dat hij zijn talenten moet inzetten om te overleven in het Derde Rijk. Op dat moment staat in Leningrad de Joodse Aleksandra Vajsberg voor een onmenselijke keuze. Haar ouders zijn door de communistische machthebbers bestempeld als ‘vijanden van het volk’ en zijn hun leven niet meer zeker. Om haar broertjes eenzelfde lot te besparen, is Aleksandra gedwongen samen te werken met het regime dat haar familie bedreigt.
Een moeder reist vanuit Israel naar haar dochter, maar vertrekt weer zonder aangebeld te hebben en haar kleindochters ontmoet te hebben — een pijnlijke verkenning van de grenzen van het moederschap.
De 12-jarige zoon van Poolse joden droomt in het Jeruzalem van 1947 van heldendaden tegen de Britten en de Arabieren, terwijl hij tegelijkertijd bevriend is met een Britse sergeant.
Na het overlijden van zijn beste vriend neemt een man neemt zijn jonge zoon mee op reis naar een berg waar, zo luid het gerucht, een man woont die herinneringen kan doen verdwijnen.
Een succesvolle Israe͏̈lische schrijver gaat ondanks het verbod van zijn moeder terug naar zijn geboorteplaats Amsterdam en ontrafelt stap voor stap het grote geheim van zijn identiteit en afkomst dat zij haar leven lang zorgvuldig heeft bewaakt.