In dit negende deel brengen Jean Dufaux en Philippe Delaby het oude Rome opnieuw weergaloos tot leven en leggen ze de wortels bloot van de joods-christelijke beschaving. Na de grote brand van Rome vreest keizer Nero dat het volk zich tegen hem zal keren als hij niet snel de schuldigen vindt. De christenen zouden de perfecte zondebokken zijn! Kan de knappe Claudia zich nog verzetten tegen dat onrecht nu ze een relatie is begonnen met Lucius Murena?
De dag na de grote brand van Rome, in juli 64, valt keizer Nero ten prooi aan twijfel. Zijn vriend, Lucius Murena, is verdwenen. Was hij een van de samenzweerders, zoals sommigen beweren? Nero vertrouwde hem, maar weet niet meer wat te denken. De afwezigheid van Lucius vreet aan hem, alsof zijn eigen verleden ook is verdwenen. Lucius is in handen gevallen van Lemuria, een vrouw die hem heeft bedwelmd om haar lusten op hem te botvieren. Lucius besluit op de vlucht te slaan, zo kan hij zichzelf misschien terugvinden. Maar zijn geheugen laat hem in de steek. Alleen Petronius kan hem helpen. Ondertussen beramen de vertrouwelingen van de keizer een complot. Lucius ontmoet een vrouw bijgenaamd de Hydra. Ze bewaart een verschrikkelijk geheim. Een geheim dat ze alleen met Nero zelf mag delen