Een man verlaat zijn dorp om een boerderij te ontruimen en een gezin te stichten in in het onbebouwde Noorse achterland. Daar, ver verwijderd van het gebrekkige geürbaniseerde leven, vindt hij rust en schoonheid in de elementaire band tussen mens en natuur.
Een aankomend schrijver brengt de winter van 1879-'80 hongerlijdend in Oslo door, waardoor hij overgevoelig en zenuwachtig reageert op zijn gevoelens en gewaarwordingen.
Een schrijver van middelbare leeftijd zwerft door de natuur en werkt op het landgoed van een kapitein en zijn echtgenote, een vrouw die hij van een afstand liefheeft.
Een schrijver van middelbare leeftijd trekt zich terug in de natuur. Hij ontmoet een man met wie hij naar een bergpension trekt, en wordt verliefd op een onderwijzeres.