Als overtuigd feministe die desondanks graag Bouquetromans leest, onderneemt de schrijfster een speurtocht naar zichzelf: 'waarom wil ik dat en wil ik dat wel willen?'
Beschouwingen over het blijvende belang van de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens (1948), in het licht van de vraag of in reactie op recente internationale ontwikkelingen een andere invulling aan die rechten moet worden gegeven.