In het nog verscheurde Kaboel proberen een Amerikaanse hulpverleenster, een veiligheidsagent en een vluchteling uit Pakistan ieder op hun eigen manier iets aan de wederopbouw van de Afghaanse stad te doen.
Vier Amerikaanse vrouwen met een verschillende achtergrond maken een reis naar Zuid-Afrika om alleenstaande, vaak met hiv besmette moeders te helpen een bestaan op te bouwen.
Nadat zijn vrouw bij een verkeersongeluk om het leven is gekomen, ontmoet een man een jonge vrouw die sprekend lijkt op het meisje op wie hij ooit verliefd was.
Na de Amerikaanse Burgeroorlog keren Josephine, haar moeder en zusje terug naar hun White Oak Plantage, waar ze het voortaan zonder slaven moeten stellen. Voor Josephine is dat nauwelijks een probleem, ze werkt zelfs mee op het land. Maar haar uit de oorlog teruggekeerde broer accepteert de nieuwe situatie niet. Hij doet niets op de plantage, maar achtervolgt wel 'de zwarten'. Uiteindelijk verandert met de niet aflatende hulp van een jonge yankee ambtenaar de situatie ten goede, ook voor Josephine.