In augustus 1945 keert Stefan Jochun uit Engeland terug naar Berlijn en ziet hoe zijn landgenoten trachten te overleven in een door de oorlog verwoeste stad. Hotel Quadriga, gebouwd door zijn grootvader is een ruïne. Zijn vader is overleden en zijn moeder Viktoria probeert vanuit een gehavend Café Jochun het hoofd boven water te houden. Uit de as van de afschuwelijke oorlog herrijzen de twee rivaliserende Duitslanden. De muur zal Berlijn verdelen.
De Belgische prinses Marie-Christine (1951), een halfzus van koning Albert II, beschrijft haar leven en met name haar breuk met de familie, waarbij vooral haar moeder, prinses Liliane, het moet ontgelden.