In een vooraanstande familie in het Ottomaanse Rijk in de bezette stad Istanbul in de tijd 1918-1924 speelt de moeilijke keuze tussen trouw aan traditie of overgave aan de veranderde omstandigheden een grote rol.
Als Selva, dochter van een van de laatste Osmaanse pasja's, verliefd wordt op Rafael, een Joodse jongeman, komen hun families in het verweer: de twee geliefden worden verstoten en vertrekken naar Frankrijk om daar een nieuw leven te beginnen. Maar de Tweede Wereldoorlog breekt uit en ze raken verstrikt in het web van de terreur van de nazi's. Terwijl deze hun greep op Frankrijk verstevigen, leven Selva en Rafael in voortdurende angst voor razzia's en concentratiekampen.