Een man vertelt tegen het eind van zijn leven aan zijn achterkleinzoon zijn ervaringen in de Tweede Wereldoorlog toen hij hulpagent en dichter was in het door de Duitsers bezette Antwerpen.
De 18-jarige slavin Cora, die haar hele leven al op een katoenplantage werkt, probeert met de oudere Caesar te ontsnappen en begint aan een tocht die maanden zal duren en vele verschrikkingen kent.