Nadat haar vader blind is geworden, wordt de 15-jarige Griet in 1664 dienstmeisje in het grote gezin van de Delftse schilder Johannes Vermeer, waardoor haar leven ingrijpend verandert.
Als de Ierse prinses Isolde rond 600 op weg is om te trouwen met de oude koning Mark van Cornwall, drinkt ze onbedoeld met zijn neef Tristan de liefdesdrank voor de huwelijksnacht met Mark en worden ze verliefd.
Als een vrouw op haar sterfbed haar zoon vertelt dat ze een kostbare Titiaan in haar bezit heeft, gaat hij terug naar het Franse dorp van zijn jeugd om het mysterie op te lossen.