Tijdens een strenge winter laat een boer zijn paard slachten. De dochters van de hoedenmaker bedelen om een stuk vlees, maar krijgen niks. De boerenzoons helpen de slager het vlees naar huis te dragen. Gek van de honger stopt de slager hen in zijn pekelton.
In een bos vol hoge bomen woont een man. Op een dag maakt hij van de planken van zijn hutje metershoge stelten. Daarmee reist hij de wereld over. Hoog tekstloos prentenboek met paginagrote schilderingen in kleur. Vanaf ca. 4 jaar.
Voorleesverhalen en versjes over opa’s en oma’s. Een jongetje heeft elf grootouders door de nieuwe huwelijken van zijn ouders. Hij beschrijft ze stuk voor stuk, van de lenige oma Fiena tot de gierige opa Frans. Met beeldverhalen over de avonturen van Linda en Judocus en recepten (koekjesalfabet, melkbroodjes).
Letters komen tot leven. De A is de Eiffeltoren of een tijger, de B een klein vogeltje of een dikke beer, de L een laars, de O een brandende hoepel etc.
Aanwijsprentenboek met afbeeldingen van speelgoed van vroeger en nu, om de woordenschat uit te breiden. Iedere pagina bevat een nostalgische, kunstzinnige kleurenillustratie van een voorwerp of dier met het bijbehorende woord. Vanaf ca. 3 jaar.
De prenten tonen een kettingbotsing tussen door dieren bereden voertuigen, waarbij van alles door de lucht vliegt, voorzien van het woord ‘boem’. De bestuurders weten elkaars waar goed te benutten, zoals te zien is op een uitklapprent.
Cantecleir is een fiere haan. Voor dag en dauw begint hij te kraaien. Veel te vroeg, vinden zowel de dag- als nachtdieren. Maar Cantecleir blijft kraaien. Op een dag wordt hij verliefd op mevrouw Fazant. Zij laat Cantecleir beloven niet meer te kraaien. De haan kan het echter niet laten. 's Nachts sluipt hij stiekem weg en kraait aan de rand van het bos. Cantecleir weet immers zeker dat de zon niet opkomt zonder zijn 'kukeluku'.