Een 57-jarige Belgische journalist wordt in 1985 uitgenodigd voor een belangrijke politieke bijeenkomst in Oost-Duitsland; de gesprekken die hij daar voert, brengen hem terug naar de Tweede Wereldoorlog toen hij als 15-jarige jongen het concentratiekamp Buchenwald moest zien te overleven.
De auteur beschrijft zijn leven in het concentratiekamp Buchenwald eind 1944, waar hij mogelijk de identiteit van een medegevangene kan aannemen om een bestraffing te ontlopen.
Intelligente verhalen, met de nodige kritische reflectie en distantie, over reizen naar geboortehuizen, zelfmoordlocaties en andere zwaarbeladen plekken van schrijvers of hun hoofdfiguren.