Volgens Van Elk heeft de mens een aangeboren neiging om te geloven, omdat religie helpt te overleven, onderlinge banden smeedt en beschermt tegen angst en gevaar. Hij geeft wetenschappelijke verklaringen voor religieuze ervaringen, zoals het zien van engelen, demonen en religieuze figuren, gebedsgenezing en parapsychologie.
Spirituele raadgevingen, min of meer gebaseerd op de overtuiging van de Quakergemeenschappen, bestemd voor mensen die een religieus leven in de profane wereld en buiten een klooster willen leiden.