Een gesloten plattelandsgemeenschap in laat-middeleeuws Engeland raakt op drift door opeenvolgende dramatische gebeurtenissen en de aanpak van de nieuwe landheer die van landbouw overgaat op schapenteelt.
Vlak na de Tweede Wereldoorlog proberen de Engelse eigenaars van een groot vervallen landhuis het gebouw en de landerijen van de ondergang te redden; ze krijgen daarbij te maken met waanzin, modernisering en paranormale verschijnselen.
Als ze net heeft leren lezen en schrijven vertelt een 15-jarig Engels meisje haar verhaal in 1831, het jaar waarin een tragische gebeurtenis heeft plaatsgevonden waarvan ze nu de consequenties afwacht.