Vlak na de Tweede Wereldoorlog proberen de Engelse eigenaars van een groot vervallen landhuis het gebouw en de landerijen van de ondergang te redden; ze krijgen daarbij te maken met waanzin, modernisering en paranormale verschijnselen.
Een Londens weesmeisje, dat vanaf 1845 wordt opgevoed door een vrouw met onderwereldconnecties, wordt gevraagd mee te werken aan het plan van een schurk om een rijke erfgename te verleiden.
Een negentiende-eeuwse jonge vrouw uit de Engelse middenklasse die vrouwen in de gevangenis bezoekt als sociale bezigheid, raakt in de ban van een raadselachtige vrouw die veroordeeld is omdat ze als spiritiste betrokken was bij iemands dood.
Een vrouw neemt na de dood van haar vader de rol op zich van de onmisbare tante van de familie. Als de kinderen twintig jaar later volwassen zijn, besluit ze in haar eentje naar een afgelegen dorpje te verhuizen. Daar geniet ze van haar nieuwe bestaan, totdat ze een duivels geheim ontdekt.