Overzicht van alles wat je op de basisschool moet weten over de Nederlandse taal. Met aandacht voor o.a. spelling, woordsoorten en zinsdelen. Met handige tabs en veelal schematische kleurenillustraties. Vanaf ca. 9 t/m 13 jaar
Van klinker tot lettergreep, van gedicht tot woordenboek en van alinea tot werkstuk. Oefeningen voor alle taalstof van de basisschool. Vanaf ca. 10 t/m 14 jaar.
In "Zacht of zaagt" wordt aan de hand van regels uitgelegd wanneer je cht of gt gebruikt als je een gt-klank in een woord hoort. Honderden van die woorden vallen onder deze regels; voor een enkele uitzondering geldt dat niet. Omdat de regels hier te maken hebben met lange en korte klanken, wordt gebruikgemaakt van herkenbare kleuren, zoals in "Spelen of spellen". Hij vraagt of de specht vliegt. Ook wordt er aandacht besteed aan veel voorkomende woorden met ch en de g, zoals lach, pech, lig, lag. Tevens wordt de woordenschat uitgebreid met woorden zoals berucht, gerucht, nuchter enz. Aan het eind van het boek wordt ook het gebruik van cht en gt bij de werkwoorden besproken.
Overzicht van de regels voor de Nederlandse spelling en grammatica. Met informatie over de geschiedenis, spreekwoorden, dichtvormen en het schrijven van teksten.