In de late zomer van 1913 logeert de jonge, aristocratische dichter Cecil op het familielandgoed van zijn vriend George. Het weekend dat hij daar doorbrengt is vol verrassingen en verrukkingen voor de hele familie, maar in het bijzonder voor het 16-jarige zusje van George, Daphne, wanneer Cecil een gedicht aan haar opdraagt. Een gedicht dat een houvast voor een hele generatie zal blijken, een ode aan het oude Engeland dat op het punt staat voorgoed te veranderen. Het weekend zal de familie van George en Cecil aan elkaar binden in de lange en moeilijke eeuw die volgt.